De eerste broer overleed met achterlating van kinderen. Het beheer van het vermogen van deze overleden broer lieten de kinderen/erfgenamen over aan hun oom, die het bedrijf feitelijk voortzette. Vervolgens overleed deze oom. Die liet zijn erfenis niet na aan de kinderen van zijn eerder overleden broer, maar aan twee andere familieleden, die de nalatenschap (zuiver) aanvaardden. De kinderen van eerstoverleden vof-partner dienden daarop een vordering op de nalatenschap in over de periode tussen het overlijden van hun vader en het overlijden van hun oom. Zij stelden dat hun oom immers al die jaren – meer dan dertig in dit geval – het volle genot van het bedrijf heeft gehad. Zij wilden daar wel compensatie voor ontvangen. Daarop verzochten de erfgenamen de kantonrechter om alsnog beneficiair te mogen aanvaarden omdat er een onverwachte vordering was ontvangen.
De kantonrechter vroeg zich vervolgens af of er wel sprake was van een schuld. De erfgenamen betwisten immers de vordering van de kinderen van de eerstoverleden broer. Het staat dus nog niet vast of er sprake is van een schuld. Dat zal pas het geval zijn als onomstotelijk vaststaat dat de claim gebaseerd is op een wettelijke grondslag.
Gelukkig hoeft voor het beroep op de mogelijkheid alsnog beneficiair te aanvaarden niet vast te staan dat de claim ook echt een schuld zal blijken te worden. Als dan ook het saldo van de nalatenschap onvoldoende zal zijn om die claim te betalen, is er ook voor de kantonrechter reden genoeg om een beroep te doen op de mogelijkheid tot omzetten van de zuivere aanvaarding naar een beneficiaire aanvaarding. Dat geldt te meer omdat ten tijde van de zuivere aanvaarding de claim nog niet bekend was en de erfgenamen die niet konden weten en ook niet behoorden te weten. De erfgenamen kregen hun zin met het eindoordeel dat zij de erfenis beneficiair aanvaard hebben.
Wilt u meer weten over hoe u duidelijke wensen en afspraken over uw bedrijf of uw privé zaken kunt vastleggen in een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.