Bank betaalt voor nieuwe hypotheekakte bij wijziging erfpacht

Als een erfpachter overstapt van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht, mag de bank hem om een nieuwe hypotheekakte vragen. De kosten voor het opstellen van deze nieuwe akte komen echter voor rekening van de bank. Dat blijkt opnieuw uit een uitspraak van klachteninstituut Kifid, ditmaal in hoger beroep.

De uitspraak van de Commissie van Beroep van Kifid is bindend, en volgt op een uitspraak van de Geschillencommissie van het klachteninstituut die in maart vorig jaar vergelijkbaar oordeelde.

Miniem risico voor de bank

In deze zaak maakte een huiseigenaar gebruik van de mogelijkheid van de gemeente Amsterdam om over te stappen van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht. Volgens de bank bracht dit het risico met zich mee dat het bestaande hypotheekrecht van de bank niet mede het gewijzigde recht van erfpacht omvat. Kifid oordeelt echter dat de overstap naar eeuwigdurende erfpacht niet zo wezenlijk is dat er een nieuw recht van erfpacht is ontstaan.

De wijziging van het recht van erfpacht brengt voor de bank dan ook een miniem risico met zich mee dat haar hypotheekrecht in gevaar komt. Dit maakt het opstellen van een nieuwe hypotheekakte niet noodzakelijk, stelt de Commissie van Beroep. Als de bank toch een nieuwe hypotheekakte van de erfpachter verlangt, dan moet zij hier zelf de kosten voor betalen.

Soortgelijke klachten

Kifid heeft nog een aantal soortgelijke klachten in behandeling over de kosten voor een hypotheekakte bij de overstap naar eeuwigdurende erfpacht. Het klachteninstituut zal die in lijn met deze nieuwe uitspraak beoordelen.

(Bron KNB)

Erfgenamen van slapende tegoeden gezocht

Er zijn in Nederland nog tal van inactieve bankrekeningen, waarvan de erfgenamen nog gevonden moeten worden. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) heeft nu het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) ingeschakeld, die op zoek moet gaan naar erfgenamen van deze slapende tegoeden. Het RVB heeft de taak om erfgenamen van onbeheerde nalatenschappen (erfenissen waar niemand zich om bekommert) te zoeken.

Vaak lukt het om die erfgenamen op te sporen. Als er niemand kan worden gevonden, vervalt de erfenis aan de staat. Wordt er dan binnen twintig jaar toch nog een erfgenaam gevonden, dan krijgt deze alsnog de opbrengst met aftrek van de gemaakte kosten. Het RVB gaat nu zoeken naar erfgenamen van rekeninghouders die minder dan twintig jaar geleden zijn overleden en naar erfgenamen van rekeninghouders die vermoedelijk overleden zijn omdat de geboortedatum 115 jaar geleden is.

Er wordt alleen gezocht naar erfgenamen van slapende tegoeden van meer dan € 8.000. Daarmee kan het RBV kostendekkend werken. Inschakeling van het RVB heeft als voordeel dat ook wordt gekeken naar rekeningen bij andere banken, niet uitgekeerde polissen en onroerend goed.

Het RVB gaat ook zoeken op basis van slapende tegoeden van rekeninghouders die 115 jaar of ouder zouden zijn, maar waarvan de rekeninghouder al meer dan twintig jaar geleden is overleden.

Als er geen erfgenamen gevonden worden, wordt de rechtbank gevraagd een vereffenaar te benoemen. Die treedt dan in plaats van alle erfgenamen en wikkelt de nalatenschap af. Het geld uit die nalatenschappen blijven ook 20 jaar in de consignatiekas beschikbaar voor eventuele erfgenamen.

Negatieve erfenis alsnog beneficiair aanvaarden soms mogelijk

Als een erfgenaam een erfenis aanvaardt, heeft dat zuivere aanvaarding. De erfgenaam krijgt dan zowel de bezittingen als de schulden. Dat gaat niet altijd zoals verwacht. Soms zijn de schulden groter dan de bezittingen. Om dat te voorkomen kan een erfgenaam een erfenis ook beneficiair aanvaarden. Dan wordt alleen een batig saldo ontvangen, als dat er is. De erfgenaam blijft dan gevrijwaard van schulden.

Wat nu als een erfgenaam bij zuivere aanvaarding niet wist of kon weten dat er nog een forse schuld in de nalatenschap zit? Kan hij of zij via de kantonrechter machtiging krijgen om de erfenis alsnog beneficiair te aanvaarden?

De wetgever blijkt in het wetgevingstraject te hebben onderkend dat een overbedelingsschuld (zie hierna) een onverwachte schuld kan zijn voor de erfgenaam. De rechter zal dan aan de hand van de concrete omstandigheden moeten beoordelen of een dergelijke schuld voor de erfgenaam kan worden aangemerkt als een onverwachte schuld. Zo kan er zich een situatie voordoen dat de erfgenaam niets van de schuld weet.

Uit de parlementaire geschiedenis blijkt in situaties waarin de kindsdelen of legitieme porties (in het bijzonder voor kinderen van een erflater) nog niet zijn uitgekeerd, vrijwel nooit sprake zal kunnen zijn van een onverwachte schuld en dat bij schulden als gevolg van het overlijden van een eerdere partner ook vrijwel nooit sprake zal zijn van een onverwachte schuld. Echter, er kan zich een situatie voordoen dat de erfgenaam geen weet van de schulden heeft, bijvoorbeeld bij eventuele vorderingen van stiefkinderen.

Zo kan het zijn dat de betreffende erfgenaam geen enkele kennis van juridische of erfrechtelijke zaken heeft en niet gerechtigd was tot enig bedrag in de nalatenschap van de vooroverleden partner van de erflater. Als de erfgenaam wel onderzoek heeft gedaan naar de administratie van de erflater en daaruit ook geen schulden kon destilleren, of bij de afgegeven verklaring van erfrecht niet in kennis is gesteld van eventuele schulden, hoeft hij of zij niet te twijfelen aan de juistheid van de ontvangen informatie.

In een dergelijke zaak heeft het Hof geoordeeld dat onder die omstandigheden van de erfgenaam niet kon worden verwacht dat hij wel van deze schulden zou moeten afweten.

Wilt u meer weten over het al dan niet beneficiair aanvaarden van een erfenis? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Na aflossing hypotheek de inschrijving laten royeren

In de praktijk doen zich zeer regelmatig situaties voor waarbij een verkoper van een woning aangeeft dat de te verkopen woning hypotheekvrij is. Als vervolgens bij het kadaster de gegevens van de woning worden opgevraagd blijkt de woning in veel gevallen nog belast te zijn met een recht van hypotheek. De hypothecaire inschrijving in het kadaster staat namelijk los van het feit of er nog een onderliggende schuld is. De meeste woninghypotheken zijn verstrekt voor een looptijd van 30 jaar. Als de lening uiteindelijk geheel is afgelost stuurt de geldverstrekker/bank daar doorgaans een bevestiging van met daarbij de mededeling dat de klant zelf contact met een notariskantoor moet opnemen om de hypotheekinschrijving bij het kadaster te laten royeren/doorhalen.

Op dit punt gaat het in de praktijk vaak mis doordat door de huiseigenaar wordt verzuimd contact op te nemen met een notariskantoor en de hypotheek doodleuk bij het kadaster ingeschreven blijft staan.

Het doorhalen van een hypotheekrecht moet gebeuren bij notariële akte, de zogenaamde royementsakte. Voordat de royementsakte door de notaris kan worden getekend en ingediend bij het kadaster moet er een heel proces worden doorlopen. Elke geldverstrekker hanteert daarvoor een eigen procedure, meestal verloopt dat digitaal, soms nog per post. De notaris stuurt een royementsverzoek met een royementsvolmacht naar de geldverstrekker en vraagt of er nog een geldvordering openstaat. De geldverstrekker neemt dit verzoek in behandeling en stuurt uiteindelijk een getekende royementsvolmacht met aflosnota terug naar het notariskantoor.

Bovenstaande procedure neemt vaak veel tijd in beslag aangezien de geldverstrekkers ruime termijnen aanhouden voor het afhandelen van een royementsverzoek waarbij een maand geen uitzondering is. Wij maken regelmatig mee dat een woning nog niet kan worden overgedragen omdat de royementsvolmacht voor de hypotheek van de verkoper nog niet verstrekt is. De notaris moet de koper namelijk kunnen garanderen dat de aangekochte woning vrij is van hypotheekrecht en mag alleen dan de woning overdragen.

Wat veel huiseigenaren zich niet realiseren is dat de meeste hypotheken worden gevestigd als zogenaamde “bankhypotheek”, dit houdt in dat de aan de bank haar zekerheid kan gebruiken voor alles wat er van de huiseigenaar te vorderen is. Dit staat dan los van de – al dan niet allang afgeloste – hypothecaire lening. De bank kan de hypotheek dan ook uitwinnen voor bijvoorbeeld een roodstand op een betaalrekening of een zakelijke schuld van een eenmanszaak of zelfs voor de schuld van een (ex)partner.

Ons advies is dan ook om direct na het geheel aflossen van een hypotheek contact op te nemen met de notaris om de hypotheek te laten royeren, zo voorkomt u dat de bank haar zekerheidsrecht kan gebruiken voor het verhalen van andere vorderingen. Voor de kosten hoeft u het niet te laten, door in een royementsakte meerdere hypotheken tegelijk door te halen blijven de kosten voor de individuele huiseigenaar relatief laag. De kosten voor het laten royeren van een eigenwoninghypotheek zijn bovendien in vrijwel alle gevallen fiscaal aftrekbaar.

Mocht u niet zeker weten of uw hypotheek reeds is doorgehaald bij het kadaster, neem gerust contact met ons op.

Volmachtverlening in levenstestament niet altijd houdbaar

Wie een levenstestament opstelt, benoemt daarin een of meerdere kinderen of andere personen tot gevolmachtigde in het geval hij of zij niet meer wilsbekwaam is. De gevolmachtigde mag dan allerlei besluiten nemen, voor zover die in het levenstestament zijn vastgelegd. Soms blijkt echter dat een dergelijke benoeming door de rechter niet gevolgd wordt.

Zo was de situatie in een zaak waarin een bejaarde moeder die bij een notaris in een levenstestament heeft vastgelegd dat haar zoon en diens echtgenote gevolmachtigde zijn in de situatie dat zij zelf geen beslissingen meer kan nemen. Gelijktijdig met het levenstestament verkocht de vrouw haar huis aan haar zoon en zijn echtgenote voor een bedrag dat minder was dan de WOZ-waarde van het huis. De leveringsakte werd twee maande later gepasseerd.

Echter, in die hele periode dat de diverse akten werden opgesteld, was bij de moeder al de diagnose Alzheimer gesteld. De zoon en diens echtgenote waren daarvan op de hoogte, de andere kinderen niet.

Na de levering heeft de rechter op verzoek van de andere kinderen een professionele bewindvoerder en mentor over het vermogen van de moeder ingesteld. De bewindvoerder heeft vervolgens de zoon en diens echtgenote voor de rechter gedaagd om de koopovereenkomst te vernietigen vanwege misbruik van omstandigheden. De zoon en diens echtgenote eisen bij de rechter dat zij op basis van het levenstestament tot bewindvoerder/mentor worden benoemd.

Uitgangspunt bij benoeming van een bewindvoerder en mentor is dat de voorkeur wordt gevolgd van degene die het levenstestament heeft laten opmaken. Vanwege de diagnose Alzheimer kon de rechter niet worden overtuigd van de bekwaamheid van de moeder om de gevolgen van de door haar ondertekende volmacht voldoende te overzien. De zoon en zijn echtgenote hebben willens en wetens en zonder de andere kinderen te informeren, de woning van moeder gekocht. De rechter zag daarin tegenstrijdige belangen, reden om de zoon en diens echtgenote niet tot bewindvoerder te benomen. Het belang van de moeder is juist in deze situatie gebaat bij benoeming van een onafhankelijke bewindvoerder en mentor.

Wilt u meer weten over het opmaken van een levenstestament en het voorkomen van misbruik daarvan? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Einde jubelton, familiehypotheek biedt uitkomst

Het einde van de jubelton – de mogelijkheid van ouders om kinderen een fors bedrag belastingvrij te schenken – betekent niet dat ouders geen mogelijkheid meer hebben om kinderen financieel te ondersteunen bij het kopen of verbouwen van een huis. De familiehypotheek is een prima vervangende mogelijkheid.

Een familiehypotheek is een lening bij familie, al dan niet aanvullend op de hypothecaire lening bij een bank. Ouders ontvangen rente over het verstrekte bedrag. De lening moet worden vastgelegd in een overeenkomst, waarin ook wordt geregeld hoe de aflossingstermijnen en het rentepercentage er uit zien. De rente is aftrekbaar, deze moet wel gelijk zijn aan de dan geldende gemiddelde rente op hypothecaire leningen bij banken. U kunt een hogere of lagere rente afspreken, waarmee u echter de kans loopt dat de fiscus geen hypotheekrenteaftrek accepteert. U hebt dan geen belastingvoordeel. Het is zaak om te voldoen aan de eisen aan rentes die in aanmerking komen voor de renteaftrek. Wij kunnen u daarbij helpen.

Schenken

Ouders hoeven geen belasting te betalen over de ontvangen rente. Bovendien mogen ouders het bedrag dat een kind jaarlijks aan rente en aflossing betaalt, ook schenken. Het maximaal belastingvrije schenkingsbedrag aan kinderen is op jaarbasis € 6.035.

Het is wel raadzaam om een goede afweging te maken als u een familiehypotheek overweegt. Leent u op deze manier bijvoorbeeld een deel van uw oudedagvoorziening uit? Kan uw kind de rente- en aflossingsverplichting aan? Of heeft een dergelijke lening gevolgen voor de mogelijkheid om bij de bank ook een hypotheek te nemen, aangezien de lening bij ouders meetelt in de schuld van het kind en beoordeelt de bank dan het inkomen niet toereikend voor financiering?

De familiehypotheek biedt uitkomst, maar de haken en ogen zijn niet te onderschatten. Heeft u vragen over de mogelijkheden van een familiehypotheek? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Grote vrijheid aandeelhouders voor afspraken in aandeelhoudersovereenkomst

Aandeelhouders in een BV kunnen buiten de openbare statuten om – bij oprichting of later – met elkaar aanvullende afspraken maken in een aandeelhoudersovereenkomst. De aandeelhoudersovereenkomst is niet openbaar, de daarin vastgelegde afspraken zijn niet toegankelijk voor derden. Aandeelhouders hebben daarmee veel vrijheid om onderlinge afspraken te maken. De wet kent wel een begrenzing in die vrijheid.

Het aantal onderwerpen waarover aandeelhouders onderling afspraken kunnen maken is vrijwel onbeperkt. In de praktijk blijkt een aantal onderwerpen het meest aan de orde te komen.

  1. Er worden afspraken gemaakt over hoe samen te werken, de frequentie van overleg, de mate van eensgezindheid bij besluiten en andere werkafspraken.
  2. Met elkaar stellen de aandeelhouders de prijs vast die betaald zal worden voor de aandelen als een van de aandeelhouders aandelen wil overdragen. Dat kunnen de aandeelhouders onderling doen, maar zij kunnen bijvoorbeeld ook afspreken om daar een onafhankelijke derde voor in te schakelen, bijvoorbeeld een accountant.
  3. Welke invloed heeft het op de prijs van de aandelen als een vennoot aandelen wil aanbieden in de situatie dat hij of zij aan alle overeengekomen afspraken heeft voldaan. En wat zijn de prijsgevolgen voor de vertrekkende aandeelhouder die niet aan bepaalde vooraf overeengekomen voorwaarden heeft voldaan. Er kan in de aandeelhoudersovereenkomst worden afgesproken dat deze aandeelhouder een lagere prijs voor zijn aandelen ontvangt.
  4. Aandeelhouders kunnen ook afspreken dat zij gezamenlijk hun aandelen verkopen aan een derde, op het moment dat een van de aandeelhouders zijn of haar aandelen wil overdragen. Daar tegenover kunnen zij ook afspreken dat zij de overige aandeelhouders dan het recht (en niet de plicht) hebben om hun aandelen ook te verkopen.
  5. In de aandeelhoudersovereenkomst kunnen aandeelhouders vastleggen hoe zij elkaar aan gemaakte afspraken zullen houden. Dat kan bijvoorbeeld een boete zijn, te betalen aan de overige aandeelhouders.
  6. Overigens zijn aandeelhouders zoals gesteld vrij in het vastleggen van onderlinge afspraken. Daarbij zou strijdigheid met de statuten kunnen optreden. In principe gaan de bepalingen in de statuten voor. Als de bestuurder van de vennootschap – dat hoeft niet een aandeelhouder te zijn – ook de aandeelhoudersovereenkomst meeondertekent, dan krijgt de overeenkomst zogenaamde vennootschappelijke werking. Dat betekent dat de afspraken in de aandeelhoudersovereenkomst doorwerken op het niveau van de vennootschap zelf. De afspraken in de aandeelhoudersovereenkomst kunnen dan voorgaan op vergelijkbare bepalingen in de statuten. Randvoorwaarde is dat het belang van de vennootschap dan niet op onaanvaardbare wijze wordt geschaad.

Wilt u meer weten over de mogelijkheden die een aandeelhoudersovereenkomst biedt? Bel ons voor een afspraak.

Bezint eer gij zich hoofdelijk verbindt

Het komt nogal eens voor dat een huiseigenaar een (nieuwe) relatie aangaat waarbij de partner zich bij de gemeente inschrijft op het adres van de huiseigenaar. Als er sprake is van een lopende hypotheek dan is de partner niet aansprakelijk voor het betalen va rente en aflossing. Mocht de relatie onverhoopt misgaan dan komt de partner er zonder financiële kleerscheuren van af.

Echter, als tijdens de samenwoonrelatie de hypotheek van de huiseigenaar wordt overgesloten voor bijvoorbeeld een verbouwing dan zal de bank in bijna alle gevallen eisen dat de partner mee tekent als hoofdelijk aansprakelijk debiteur. Dit gaat goed zolang de relatie in stand blijft. Als er een samenleefcontract is mogen de huiseigenaar en de partner zelfs samen de hypotheekrente aftrekken van de inkomstenbelasting. Het gaat echter mis zodra de liefde over is en de partner de woning verlaat. Ondanks dat de partner geen mede-eigenaar van de woning is blijft hij of zij aansprakelijk voor de volledige hypotheekschuld. Stel dat de huiseigenaar zijn of haar baan kwijtraakt en stopt met de maandelijkse betalingen aan de bank. Dan klopt de bank bij de inmiddels ex-partner aan en zal die domweg moeten betalen.

Recent speelde hierover een rechtszaak waarbij de samenwoonrelatie van de huiseigenaar en de partner meer dan tien jaar geleden is geëindigd. De partner wilde zelf een woning kopen maar daarvoor moet hij eerst ontslagen worden uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld die betrekking heeft op de woning van de huiseigenaar. Omdat die niet reageert op verzoeken van de ex-partner om mee te werken aan zijn ontslag uit de aansprakelijkheid jegens de bank is hij een kortgedingprocedure gestart waarin hij vordert dat hij wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid dan wel dat de huiseigenaar wordt veroordeeld om de woning te verkopen tegen de marktwaarde.

De Voorzieningenrechter van dienst heeft de vorderingen afgewezen omdat onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat hiervoor een rechtsgrond bestaat. De huiseigenaar is in de procedure niet komen opdagen en heeft geen verweer gevoerd. Als een gedaagde partij geen verweer heeft gevoerd is het algemene uitgangspunt dat de vorderingen van een eisende partij in beginsel voor toewijzing vatbaar zijn. Voorwaarde is dan wel dat deze vorderingen niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen. In dit verband is van belang dat het gestelde de vordering en het beoogde rechtsgevolg moet kunnen dragen. Daar ging het voor de ex-partner mis. Van een samenlevingsovereenkomst, een geregistreerd partnerschap of een huwelijk was geen sprake zodat daarin geen aanknopingspunten kunnen worden gevonden. Het enkele feit van eigendom van de woning betekent niet dat de huiseigenaar ervoor moet zorgen dat de ex-partner wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. Ter zitting verklaarde de ex-partner dat hij zich destijds, in (te) goed vertrouwen dat het wel goed zou komen, bewust verbonden aan de hoofdelijke aansprakelijkheid waarbij hij wist dat de woning volledig eigendom was van zijn partner.

De moraal van dit verhaal is: teken niet mee voor een hypotheek op een woning waarvan u zelf geen (mede)eigenaar bent. Zo voorkomt u dat u tot in lengte van jaren achtervolgd wordt voor de hypotheek van een ex-partner. Via de notaris hadden beiden een prachtige regeling kunnen treffen waardoor de geschetste problemen voorkomen hadden kunnen worden.

Wilt u meer weten over het mee-tekenen op een hypotheek of de risico’s op hoofdelijke aansprakelijkheid? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Overdracht aandelen in strijd met blokkeringsregeling heeft grote gevolgen

In een recent gewezen arrest kwam de vraag aan de orde wat het gevolg is van een overdracht van aandelen in strijd met een blokkeringsregeling. Een overdracht waarbij de aandelen in strijd met de in de statuten van de besloten vennootschap opgenomen aanbiedingsregeling worden overgedragen is ongeldig.

Een handelen in strijd met een in de statuten van een besloten vennootschap opgenomen blokkeringsregeling betekent niet dat de overdrager beschikkingsonbevoegd is. Besloten vennootschappen zijn vrij in het al dan niet opnemen van een blokkeringsregeling in de statuten en daarmee de overdraagbaarheid van aandelen al dan niet te beperken. Eenmaal opgenomen in statuten moeten de aandeelhouders zich er ook daadwerkelijk aan houden.

Een overdracht in strijd met een blokkeringsregeling loopt derhalve stuk op de beperkte overdraagbaarheid van de desbetreffende aandelen en niet op beperkte beschikkingsonbevoegdheid van de vervreemder. Dat betekent dat de wet geen bescherming biedt aan een derde-verkrijger, omdat er niet wordt toegekomen aan de vraag of de vervreemder beschikkingsonbevoegd is.

Een derde verkrijger kan wel bescherming ontlenen aan de algemene derdenbescherming die in de wet is opgenomen. Dan moet wel, gelet op de omstandigheden van dat geval, het vertrouwen op de juistheid van de veronderstelling gerechtvaardigd zijn en de derde op dat vertrouwen voortbouwend handelingen hebben verricht.

De les die hieruit getrokken kan worden is dat overdracht van aandelen in strijd met de in de statuten opgenomen blokkeringsregeling verregaande consequenties heeft! Wilt u meer weten over het nut van een blokkeringsregeling? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Mogelijkheid voor beëindigen taken door aangewezen executeur

Om alles na uw overlijden zo goed mogelijk voor uw nabestaanden te regelen kunt u een testament opstellen. Daarin kunt u bepalen wie uw erfgenamen zijn, wie wat krijgt, maar ook kunt u iemand aanstellen die de afwikkeling van de nalatenschap gaat regelen als u er niet meer bent: de executeur. Deze persoon zorgt ervoor dat uw wensen worden uitgevoerd en nageleefd als u er niet meer bent. De verdeling van een nalatenschap kan immers leiden tot ruzie tussen de erfgenamen. De executeur is dan de door u aangewezen persoon die het toezicht heeft en ervoor zorgt dat uw wensen worden nageleefd.

Bij de afwikkeling van een nalatenschap zijn er drie soorten executeurs, ook wel bekend als de 1, 2 en 3 sterren executeur.

  • 1 ster: De begrafenisexecuteur. De begrafenisexecuteur is de persoon die uitsluitend uw uitvaart regelt, meer niet.
  • 2 sterren: De beheersexecuteur. De beheersexecuteur is degene die uw nalatenschap beheert en de schulden betaalt. De beheersexecuteur heeft een aantal taken die onder het wettelijke takenpakket vallen, zoals het opmaken van een boedelbeschrijving, het aanschrijven van schuldeisers, het opzeggen van abonnementen, het doen van belastingaangiften, enzovoorts. Een beheersexecuteur is niet bevoegd voor het regelen van de uitvaart.
  • 3 sterren: De afwikkelingsbewindvoerder. Naast de begrafenisexecuteur en de beheersexecuteur is er ook nog de mogelijkheid om iemand aan te wijzen als afwikkelingsbewindvoerder. Deze persoon is ook bevoegd om uw erfenis te verdelen zonder medewerking van de erfgenamen. Ook kan hij bijvoorbeeld goederen verkopen, zoals uw woning, om zo schulden af te betalen zonder dit te overleggen met de erfgenamen.

Voor de verdeling van de nalatenschap is de medewerking van de gezamenlijke erfgenamen noodzakelijk.

Wel of niet aanvaarden taak executeur

De aangewezen executeur zal zich na uw overlijden moeten uitspreken of hij zijn functie wil aanvaarden. De aangewezen persoon kan ervoor kiezen om die taak af te wijzen: de rol van executeur is niet altijd eenvoudig. Soms weet de benoemde executeur onvoldoende wat hij mag en/of moet doen.

Voor een dergelijke situatie kan in het testament dan een opvolgend executeur benoemd zijn. Ook is het mogelijk dat is bepaald dat de executeur iemand naast zich als tweede executeur in zijn plaats kan (laten) stellen of dat hij een vervangend executeur bij notariële akte aan mag stellen.

Als er geen van deze mogelijkheden in het testament staan moet de kantonrechter iemand aanwijzen die verantwoordelijk wordt voor de afwikkeling van het nalatenschap.

Het kan gebeuren dat de executeur te lang wacht met het aanvaarden van zijn functie. Dat kan lastig zijn want als er een executeur is benoemd zijn de erfgenamen niet bevoegd met de nalatenschap aan de slag te gaan. De executeur is echter pas in functie wanneer hij die functie heeft aanvaard. Als een executeur maar niet overgaat tot het aanvaarden van zijn functie, dan kunnen de erfgenamen of andere belanghebbende(n) de kantonrechter vragen aan de executeur een termijn te stellen. Na afloop van deze termijn kan de benoeming niet meer worden aanvaard.

Er kan ook een situatie ontstaan waarin een executeur zijn of haar taak eerst wel heeft aanvaard maar daar op later tijdstip mee wil stoppen. Ook dan kan het testament een uitweg bieden door iemand in zijn plaats te mogen (laten) stellen of om een opvolgend executeur bij notariële akte aan te mogen stellen.

Het stoppen of het ontslag van de executeur betekent niet dat de executeur per direct kan stoppen. Hij is volgens de wet verplicht om alles te blijven doen wat niet zonder nadeel voor de afwikkeling van de erfenis kan worden uitgesteld; dit moet hij doen tot het beheer over de nalatenschap definitief aan de opvolger is overgedragen.

Ontslag

Een executeur kan ook worden ontslagen uit zijn functie. Wanneer een executeur zijn taak niet goed vervult, de zaken te traag afhandelt, ondoorzichtig handelt, onterechte schulden betaalt of onbegrijpelijke kosten in rekening brengt, biedt de wet aan een aantal personen de mogelijkheid het ontslag van deze executeur te vragen aan de kantonrechter. Dit verzoek kan worden gedaan door een erfgenaam, een mede-executeur, het openbaar ministerie en ambtshalve door de kantonrechter.

De kantonrechter kan dit verzoek alleen maar toewijzen wanneer er sprake is van aantoonbaar gewichtige redenen voor het ontslag: de executeur schiet in ernstige mate tekort in de vervulling van zijn taken, bijvoorbeeld op geen enkele manier informatie geven ondanks diverse duidelijke verzoeken of het aantoonbaar niet goed beheren van de goederen van de nalatenschap. Heeft de executeur gedurende de procedure alsnog aan al zijn verplichtingen voldaan, dan kan het zijn dat het verzoek tot ontslag wordt afgewezen door de kantonrechter.

Als ontslag volgt en het testament geen reserve-executeur noemt mag de kantonrechter alleen een nieuwe executeur aanwijzen als dit in het testament expliciet is bepaald. Staat er geen reserve executeur in het testament dan moeten de erfgenamen in onderling overleg zelf de erfenis afwikkelen. In plaats daarvan kan er wel een vereffenaar worden benoemd door de rechtbank. Daarvoor dient dan weer een verzoek te komen van (een van) de erfgenamen.

Wilt u meer weten over de executeur en het opmaken van een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.