Dwingend recht en goede zeden belangrijker dan bepalingen in testament

Een voorbeeld daarvan. Een man had zijn echtgenote onterfd en haar, in plaats van haar deel in de erfenis, het vruchtgebruik van het huis waarin zij woonden gegeven onder de voorwaarde dat het vruchtgebruik maximaal zeven jaar mag duren en al eerder eindigt als de vrouw voor die tijd zou hertrouwen.

 

Echter, de vrouw heeft een wettelijk recht op vruchtgebruik van huis en inboedel. Van dat recht mag niet worden afgeweken. Als een testament bepalingen en voorwaarden bevat die het recht van vruchtgebruik beperken of daar verplichtingen aan koppelen die een ongestoorde gebruik van dat recht in de weg staan, hebben die bepalingen geen werking. Ze worden beschouwd als niet geschreven.

 

Een ander voorbeeld. In een testament is aan het vruchtgebruik ook nog de voorwaarde gekoppeld dat de vruchtgebruiker het huis en de bijbehorende tuin in dezelfde staat van onderhoud moet houden als deze ten tijde van de start van het vruchtgebruik is en dat de vruchtgebruiker de werkkamer van haar man in dezelfde staat en inrichting moet houden. In hetzelfde voorbeeld werd ook nog bepaald dat bepaalde familieleden van de vruchtgebruiker niet in het huis zouden mogen komen.

Ook een dergelijke bepaling wordt voor niet geschreven gehouden. Immers, het wettelijke vruchtgebruik is onbeperkt. Ook hier gaat het (dwingend) recht voor.

 

Een laatste voorbeeld. De echtgenote wordt in het testament benoemd tot bewindvoerder over het vermogen van het kind van de overledene, maar voor alle belangrijke handelingen dient zij vooraf toestemming te vragen aan één of meerdere zussen van haar overleden man.

Die bepaling is in strijd met de goede zeden. Bij meerderjarigenbewind is het gebruikelijk dat de bewindvoerder voor uitgave boven € 1.500 toestemming van de kantonrechter nodig heeft.

 

Wilt u meer weten over welke wensen in een testamenten wel stand houden? Bel ons voor het maken vaan een afspraak.