Financieringsvoorbehoud en bankgarantie/warborgsom zijn elementen in de koopovereenkomst waarmee niet lichtzinnig kan worden omgegaan. Dat overkwam een verkopende partij die meende dat de koper zich niet op de juiste manier op het financieringsvoorbehoud had beroepen, en dus ook de waarborgsom niet had betaald.
Dergelijke situaties belanden doorgaan bij de rechter, in dit geval in hoger beroep bij het Hof Amsterdam. De vraag is of de verkoper de koopovereenkomst op de juiste wijze heeft ontbonden en of de koper de contractuele boete (de waarborgsom) moet betalen. De verkoper baseert zich op een brief van de makelaar waarin staat dat de verkoper zich het recht voorbehoudt de waarborgsom te vorderen.
Voor een correcte ingebrekestelling moet een dergelijke brief vermelden dat de koper de verplichting tot het stellen van zekerheid niet is nagekomen. Tegelijkertijd moet worden aangegeven dat de koper een termijn van ten minste 8 dagen wordt gegeven om alsnog aan die verplichting te voldoen. Als dit niet is gebeurd, kan een dergelijke brief niet worden beschouwd als een ingebrekestelling
In de wet staat dat een ingebrekestelling moet worden gezien als een schriftelijke aanmaning waarbij een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld. Ook makelaarsorganisatie stelt dat de ingebrekestelling in een schriftelijk stuk moet worden kenbaar gemaakt, met daarin de officiële mededeling dat de koper zijn verplichtingen niet nakomt en dat de betrokkenen wordt gesommeerd om alsnog binnen acht dagen de verplichting na te komen.
In de betreffende zaak was de koper niet correct in gebreke gesteld voor het niet-tijdig stellen van zekerheid door een waarborgsom of bankgarantie. Daarmee heeft de ontbinding van de koopovereenkomst geen effect heeft gesorteerd en is de koper geen boete verschuldigd.
Wilt u meer weten over het maken van een financieringsvoorbehoud of het ontbinden van een koopovereenkomst? Bel ons voor het maken van een afspraak.