Het beroep op de startersvrijstelling of het verlaagde tarief moet uit de notariële akte blijken. Notarissen hechten een schriftelijke verklaring aan de akte en sturen vervolgens een elektronische kopie hiervan naar de Belastingdienst. De KNB en de Belastingdienst zijn in overleg over voor beide partijen werkbare teksten in de akte.
In overleg met de KNB heeft de staatssecretaris bovendien de termijn voor het verzenden van een elektronische kopie van de schriftelijke verklaring verruimd. Deze was eerder gesteld op 1 werkdag na het ter registratie aanbieden van de akte aan de Belastingdienst. Nu geldt een termijn van een maand.
Door een aangenomen amendement geldt vanaf 1 april 2021 een woningwaardegrens voor de startersvrijstelling. Deze grens is nu gesteld op € 400.000. Wanneer de waarde van de woning onder deze grens ligt, geldt de startersvrijstelling en hoeft geen overdrachtsbelasting te worden betaald. Bij een hogere woningwaarde geldt de startersvrijstelling niet en moet over de gehele waarde 2 procent overdrachtsbelasting worden betaald.
Op grond van een ander overgenomen amendement worden wooncoöperaties uitgezonderd van de tariefsverhoging naar 8 procent wanneer zij een woning verkrijgen van een woningcorporatie. Deze verkrijgingen worden belast tegen 2 procent overdrachtsbelasting. Ook is een amendement aangenomen waardoor de zogenoemde horizonbepaling in het wetsvoorstel vervalt. Dat betekent dat de wijzigingen in de overdrachtsbelasting, die oorspronkelijk voor vijf jaar zouden gelden, een permanent karakter krijgen.
Wilt u meer weten over het kopen van een huis en de juridische en fiscale aspecten daarbij? Bel ons voor het maken van een afspraak.