Verzorging ex-partner samenwonen na uw overlijden vergt helderheid in samenlevingscontract

Wat is de status van deze verplichting als degene op wie de plicht rust enkele jaren na verbreking van de relatie overlijdt? Moeten de al dan niet beneficiaire erfgenamen de maandelijkse betaling voortzetten?

Het antwoord op die vraag hangt af van de inhoud van het samenlevingscontract. Staat daarin vermeldt dat de verlichting geldt tot aan het overlijden van de betalende partner? Dan eindigt de betaling per die datum.

 

Dan blijft over de vraag wat er moet gebeuren als daarover niets in het contract staat. In een recente zaak met dat karakter werd aan de notaris een verklaring gevraagd over wat partijen voor ogen stond ten tijde van het passeren van de akte. Dat gebeurde nadat de rechtbank had bepaald dat de verplichting niet op de erfgenamen overgaat. In hoger beroep werd daarom de notaris ingeschakeld. Die stelde vast dat beide partners ten tijden van het passeren van de akte niet voor ogen hadden dat de betalingsverplichting zou stoppen na het overlijden van de betalende partner. Dat was voor het hof voldoende om de achterbijvende (ex)partner in het gelijk te stellen. De erfgenamen moesten de betaling voortzetten.

In geval van zuivere aanvaarding zou dat de erfgenamen ook uiteindelijk privé geld kunnen kosten. Bij beneficiaire aanvaarding geldt de verplichting zolang er voldoende saldo in de nalatenschap aanwezig is.

 

Wilt u meer weten over verzorging van uw (ex-)partner na uw overlijden? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Aanbouw nieuw pand op grotendeels gesloopt pand: btw of overdrachtsbelasting?

Bij de beoordeling van de vraag of er btw of overdrachtsbelasting moet worden betaald moet naast de gemaakte afspraken ook de omstandigheden en intenties voorafgaand aan de levering moeten worden meegewogen. Regel is dat wanneer sloop- en verbouwingswerkzaamheden vóór de levering zijn overeengekomen en geen bebouwing is overgebleven die de functie van gebouw kan hebben maar wel basis kan zijn voor een nieuw pand, er dan sprake is van een btw-belaste levering.

 

In de betreffende zaak was op het moment van levering de oudbouw vrijwel helemaal gesloopt. Alleen een deel van de oude voorgevel stond er nog, en was ook al fundering voor de nieuwbouw gestort. Volgens koper en verkoper moet de levering met btw belast worden, volgens de fiscus met overdrachtsbelasting.

 

Na procedures voor rechtbank en het hof werd de zaak aan de Hoge Raad voorgelegd. Die stelde dat ook de intentie van partijen moet worden meegewogen, voor zover die konden worden ondersteund met objectieve informatie. Het is niet van doorslaggevend belang of op een moment na de levering de al aangevangen werkzaamheden (storten van de fundering) een nieuw pand verrijst. In deze zaak bleek van belang de vraag voor wiens rekening sloop en vernieuwbouw is. Daar moet het hof zich opnieuw over buigen. De behandeling van deze terugverwijzing moet nog plaatsvinden.

 

Als het hof uiteindelijk vaststelt dat de sloopwerkzaamheden tot op het tijdstip van levering voor rekening van de verkoper waren, is aan de koper een bouwwerk geleverd dat alleen maar basis kan zijn voor een (nieuw) te bouwen pand. Daarover moet dan omzetbelasting worden berekend en betaald.

Het is niet ondenkbaar dat het hof uitkomt op overdrachtsbelasting omdat partijen in de aanvullende overeenkomst overeengekomen zijn dat koper de sloop betaalt. De uitspraak zal daarover helderheid geven.

 

Wilt u meer weten over herbouw of vernieuwbouw van een pand? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Zonder energielabel groot risico op boete

Verkopers die ten tijde van de verkoop geen label hadden, werden gewaarschuwd door de ILT, vijf procent reageerde niet, de overtreders ontvingen een boete van € 405. Zonde van het geld, want een energielabel aanvragen gaat vrij snel en eenvoudig.

 

Sinds 2008 zijn eigenaren van woningen verplicht om bij verkoop of verhuur van hun woning een energielabel te registreren op Energielabelvoorwoningen.nl. Het energielabel geeft de nieuwe koper of huurder inzicht in de energiezuinigheid van de woning. Het label is bedoeld om het uitvoeren van energiebesparende maatregelen te stimuleren.

De inspectie is door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties sinds 2015 belast met het toezicht op de regelgeving over energielabels voor woningen.

 

Wilt u meer weten over uw verplichtingen bij verkoop van uw huis of de verplichtingen van de verkoper van het huis dat u op het oog heeft? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Schenkingsvrijstelling eigen woning verandert per 2019

Ouders
mogen elk jaar belastingvrij een bedrag aan hun kinderen schenken. Voor 2018 is
dat maximaal € 5.363. De vrijstelling kan eenmalig een keer worden verhoogd als
de schenking bestemd is voor kinderen van 18 tot 40 jaar: Dan mag (in 2018) maximaal
€ 25.731 belastingvrij worden geschonken. Die vrijstelling kan nog verder
worden verhoogd tot maximaal € 53.602 als het kind er een studie van betaalt.
Het kan nog verder stijgen, tot maximaal € 100.800, als de schenking voor de
eigen woning wordt gebruikt.

Als
de ontvanger geen eigen kind is, mag de schenker aan elke willekeurige persoon
(in 2018) € 2.147 belastingvrij schenken. Als het gaat om een ontvanger tussen
18 en 40 jaar, mag ook in deze gevallen eenmalig maximaal € 100.800 worden
geschonken als het geld wordt besteed aan de eigen woning.

Als
schenkers al voor 2010 gebruik hebben gemaakt van de verhoogde
schenkingsvrijstelling, dan kan in 2018 alsnog een bedrag tot € 47.198 belastingvrij
worden geschonken. Daar gelden wel voorwaarden bij:

·
U
heeft in 2015 een schenking met een beroep op de verhoogde vrijstelling van
maximaal € 25.322 gedaan; of

·
U
heeft in 2015 een schenking van maximaal € 27.432 voor de eigen woning gedaan;
of

·
U
heeft in 2016 een schenking met een beroep op de verhoogde vrijstelling van
maximaal € 25.449 gedaan; of

·
U
heeft in 2016 een schenking van maximaal € 27.570 voor de eigen woning gedaan.

Als
er tussen 2010 en 2014 al gebruik is gemaakt van de verhoogde vrijstelling voor
de eigen woning, dan kunt u de vrijstelling niet opnieuw krijgen.

Alles wordt
anders

Vanaf
1 januari 2019 kunt u nog steeds schenkingen van voor 2010 aanvullen, maar dan
nog tot een bedrag van € 27.871 belastingvrij. Dit bedrag is gebaseerd op de
indexering 2018 en zal nog worden aangepast. Wilt u daarvoor in aanmerking
komen, kan dat alleen als u van 2010 tot en met 2016 geen schenkingen met een
beroep op verhoogde vrijstelling heeft gedaan. Heeft u dat wel, komt u niet
opnieuw in aanmerking.

De
wijzigingen die op 1 januari 2019 ingaan, zijn voor u alleen van belang als u vóór
2010 al gebruik heeft gemaakt van de verhoogde schenkingsvrijstelling en nog aanvullend
wilt schenken.

Wilt
u meer weten over schenkingen en schenkingsvrijstellingen? Bel ons voor het maken
van een afspraak.

Verborgen gebreken bij aankoop woning

Wie een bestaande woning koopt, koopt deze in de staat waarin het huis zich op het moment van de koop bevindt. Dat wil zeggen: inclusief alle zichtbare en onzichtbare gebreken. Het is daarom van belang om de bouwkundige staat van de woning voor het sluiten van de koop goed te onderzoeken. In dit kader heeft de verkoper een wettelijke mededelingsplicht Dat houdt in dat de verkoper alle gebreken die hij kent aan de koper moet melden. De wet gaat zelfs nog een stukje verder, ook voor gebreken die een verkoper redelijkerwijs had kunnen kennen is hij aansprakelijk tegenover de koper.

 

In de praktijk blijkt het vaak lastig om te bewijzen dat de verkoper een gebrek had kunnen kennen. Tegenover de mededelingsplicht van de verkoper staat echter een onderzoeksplicht van de koper. Dat betekent dat de koper de verkoper nooit kan aanspreken voor zichtbare gebreken en voor gebreken die de koper redelijkerwijs had kunnen zien. Vanaf de eigendomsoverdracht komen eventuele gebreken aan de woning voor rekening van de koper.

 

Afhankelijk van de omstandigheden zijn er twee uitzonderingen waarbij de verkoper toch aansprakelijk kan zijn. Dat is bij een ernstig gebrek en bij een gebrek dat de verkoper ten onrechte niet heeft gemeld. Een gebrek is ernstig wanneer dat het normaal gebruik van het huis in de weg staat, bijvoorbeeld een rotte dakconstructie of een verstopte riolering. De koper mag op grond van de koopovereenkomst verwachten dat de woning de eigenschappen heeft die nodig zijn voor normaal gebruik ervan, het zogenaamde conformiteitsbeginsel.

 

De verkoper is bij een ernstig gebrek aansprakelijk, als het gebrek al voor de overdracht aanwezig was. Dit geldt ook als de verkoper niet van het gebrek op de hoogte was. Om het risico voor een verkoper te beperken wordt tegenwoordig vaak een ouderdomsclausule in de voorlopige koopovereenkomst opgenomen. Met deze clausule wijst de verkoper de koper erop dat er sprake is van een oudere woning en dat de koper niet dezelfde verwachtingen van het huis mag hebben als van een nieuwere woning. Daarnaast zien we vaak een niet-zelfbewoningsclausule opgenomen in de koopovereenkomst, bijvoorbeeld als er sprake is van een voormalige huurwoning. Hierin geeft de verkoper aan dat hij het huis niet zelf heeft bewoond en daarom niet op de hoogte is van de staat van de woning. In hoeverre de clausules de rechten van koper beperken, hangt af van de exacte formulering van deze clausules.

 

Als u het gevoel heeft de voorlopige koopakte te snel getekend te hebben dan kent de wet nog een uitweg in de vorm van de 3 dagen wettelijke bedenktijd. Het is een goed idee om binnen deze periode de koopakte aan ons voor te leggen. Wij zijn gewend om met vastgoedcontracten te werken. In het geval er voor de koper te ongunstige clausules zijn opgenomen in de overeenkomst, kan de koop nog teruggedraaid worden. U zal niet de eerste koper zijn die hierdoor aan een dure vergissing ontsnapt is.

 

Wilt u meer weten over clausules in het koopcontract? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Alsnog beneficiair aanvaarden erfenis na ontvangst claim

De eerste broer overleed met achterlating van kinderen. Het beheer van het vermogen van deze overleden broer lieten de kinderen/erfgenamen over aan hun oom, die het bedrijf feitelijk voortzette. Vervolgens overleed deze oom. Die liet zijn erfenis niet na aan de kinderen van zijn eerder overleden broer, maar aan twee andere familieleden, die de nalatenschap (zuiver) aanvaardden. De kinderen van eerstoverleden vof-partner dienden daarop een vordering op de nalatenschap in over de periode tussen het overlijden van hun vader en het overlijden van hun oom. Zij stelden dat hun oom immers al die jaren – meer dan dertig in dit geval – het volle genot van het bedrijf heeft gehad. Zij wilden daar wel compensatie voor ontvangen. Daarop verzochten de erfgenamen de kantonrechter om alsnog beneficiair te mogen aanvaarden omdat er een onverwachte vordering was ontvangen.

 

De kantonrechter vroeg zich vervolgens af of er wel sprake was van een schuld. De erfgenamen betwisten immers de vordering van de kinderen van de eerstoverleden broer. Het staat dus nog niet vast of er sprake is van een schuld. Dat zal pas het geval zijn als onomstotelijk vaststaat dat de claim gebaseerd is op een wettelijke grondslag.

 

Gelukkig hoeft voor het beroep op de mogelijkheid alsnog beneficiair te aanvaarden niet vast te staan dat de claim ook echt een schuld zal blijken te worden. Als dan ook het saldo van de nalatenschap onvoldoende zal zijn om die claim te betalen, is er ook voor de kantonrechter reden genoeg om een beroep te doen op de mogelijkheid tot omzetten van de zuivere aanvaarding naar een beneficiaire aanvaarding. Dat geldt te meer omdat ten tijde van de zuivere aanvaarding de claim nog niet bekend was en de erfgenamen die niet konden weten en ook niet behoorden te weten. De erfgenamen kregen hun zin met het eindoordeel dat zij de erfenis beneficiair aanvaard hebben.

 

Wilt u meer weten over hoe u duidelijke wensen en afspraken over uw bedrijf of uw privé zaken kunt vastleggen in een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Partnervrijstelling erfbelasting bij meerrelaties

In de Successiewet wordt het partnerschap geregeld. De persoon die door u wordt aangewezen als uw partner krijgt het recht op de hoge partnervrijstelling bij uw overlijden. De partner betaalt dan niet minimaal 30% tot maximaal 40% erfbelasting over uw erfenis, maar minimaal 10% tot maximaal 20%. Het sowieso vrijgestelde bedrag voor uw partner bedraagt dan € 643.194 in plaats van € 2.147.

 

Binnen de Successiewet geldt de hoofdregel dat slechts twee personen elkaars partner kunnen zijn. Dit geldt in ieder geval als zij gehuwd zijn of een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan. Twee ongehuwde personen kunnen voor de erfbelasting ook als partners van elkaar worden aangemerkt mits zij een notarieel samenlevingscontract hebben gesloten.

Ook kunnen twee ongehuwde personen partner van elkaar zijn als zij onafgebroken ten minste vijf jaren op hetzelfde woonadres ingeschreven hebben gestaan in de BasisRegistratie Personen (bij de gemeente). Echter zegt de wet ook dat als één van de twee personen op basis van het voorgaande eveneens met een andere persoon als partner kan worden aangemerkt, geen van de personen meer als partner wordt aangemerkt!

 

In de parlementaire behandeling staat hierover het volgende: “In het nieuwe uniforme basispartnerbegrip kan iedereen maar één partner hebben en is geen plaats meer voor de zogenoemde meerrelaties. (…) Voorts zie ik geen aanleiding een uitzondering te creëren voor broers en zusters die in de ouderlijke woning zijn blijven wonen.”

 

De staatssecretaris van Financiën heeft wel een oplossing voor (een deel van) dit probleem bedacht. Namelijk dat als u met meerdere personen samenwoont u met één van die personen een notarieel samenlevingscontract kunt sluiten. Strikt genomen komt deze persoon dan toch niet in aanmerking voor de vrijstelling, maar op grond van een toezegging van de staatssecretaris mag u deze wetsbepaling iets ruimer toepassen: het feit dat twee personen een notarieel samenlevingscontract hebben afgesloten geeft dan de doorslag. In het beleidsbesluit is goedgekeurd dat in een dergelijk geval de personen met een notarieel samenlevingscontract elkaars partners zijn. De ander die bij hen woont, blijft dan buiten aanmerking bij de beoordeling van het partnerschap van de notarieel samenwoners.

 

Recentelijk is over een dergelijke situatie ook geprocedeerd bij de rechtbank Gelderland. In dit geval was een zus erfgenaam van haar zus waarmee zij – samen met een andere zus – tot het overlijden meer dan vijf jaar onafgebroken heeft samengewoond. In deze periode stonden alle drie zussen op het adres van de woning in de basisregistratie personen ingeschreven. Tussen de zus/erfgenaam en de overleden zus was geen notarieel samenlevingsovereenkomst gesloten.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de zus/erfgenaam voor de erfbelasting geen recht heeft op de partnervrijstelling. De betreffende zus heeft nog gewezen op de hiervoor besproken mededeling van de staatssecretaris. Zij stelde dat als wel een keuze zou zijn gemaakt voor een samenlevingscontract, deze keuze identiek zou zijn geweest aan de inkomstenbelasting waar al jarenlang sprake is van fiscaal partnerschap tussen haar en haar overleden zus. De rechtbank oordeelde echter dat een beroep op het gelijkheidsbeginsel faalt omdat er geen notarieel samenlevingscontract is en er geen sprake is van gelijke gevallen.

 

Conclusie is dat het noodzakelijk is om bij de notaris een samenlevingscontract af te sluiten indien u met meerdere personen met elkaar samenwoont en gebruik wilt maken van de verhoogde partnervrijstelling in de Successiewet. Wilt u hier meer over weten? Bel ons voor een afspraak.

 

Wilt u meer informatie hierover? Neem dan contact op met ons kantoor, wij helpen u graag verder!

Naar digitale oprichting en inschrijving kapitaalvennootschappen.

Het streven van de Europese Commissie om te komen tot een verdere digitalisering wordt door de beroepsorganisaties van notarissen en advocaten ondersteund. Wel wordt daarbij opgemerkt dat het geven van goede voorlichting, alsmede het voorkomen van terrorismefinanciering, fraude en misbruik voorop moeten staan.

 

Een kapitaalvennootschap kan nu al eenvoudig en goedkoop worden opgericht en ingeschreven. Toch lijkt het de notariële beroepsorganisatie goed om te kijken of dat proces – met behoud van rechtszekerheid – efficiënter kan worden ingericht en verder kan worden gedigitaliseerd.

Op dit moment controleert en/of bespreekt de notaris voor de oprichting van een kapitaalvennootschap de identiteit van betrokkenen, het beoogde adres van de vennootschap, bedoeling van partijen, of er kans is op fraude of witwassen, of partijen in staat zijn te ondertekenen en begrijpen wat zij ondertekenen, de achterliggende fiscaliteit, of de beoogde samenwerking voldoende is beschreven en uitgewerkt, de inhoud van de akte en wat op kapitaalvennootschappelijk gebied mogelijk is (en dat is heel veel).

Met andere woorden: digitalisering is essentieel en verdient veel aandacht, maar de invulling mag niet ten koste gaan van reeds verworven kansen en (on)mogelijkheden.

 

Op voorhand zijn al wat kanttekeningen te plaatsen, het richtlijnvoorstel maakt het bijvoorbeeld eenvoudiger om persoonsgegevens te krijgen van vertegenwoordigers van kapitaalvennootschappen. Hoe zich dat verhoud tot de Algemene Verordening Gegevensbescherming is niet duidelijk, evenals niet duidelijk is hoe de aanpassing van het handelsregister gestalte moet krijgen.

 

Wilt u meer weten over al dan niet digitale oprichting en inschrijving van kapitaalvennootschappen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Rechten en plichten bij hypotheek

Recent is de hypotheekakte uitgeroepen tot het meest onleesbare en meest ingewikkelde document van Nederland. Hoe komt dat? De basis van het hypotheekrecht is te vinden in ons burgerlijk wetboek. Dit stamt uit 1838 en heel veel artikelen zijn sinds die tijd nauwlijks aangepast en in onze tijd daardoor lastig te lezen en te begrijpen. Niet voor niets moet een jurist zoals een advocaat of notaris jaren studeren om alle ins en outs van het wetboek onder de knie te krijgen. Een hypotheekrecht is een zogenaamd zakelijk recht en geeft de houder van dit recht een hele sterke verhaalspositie. In het dagelijks spraakgebruik zegt men ik neem een hypotheek voor het kopen van mijn nieuwe huis, echter juridisch gezien is dit niet juist. De partij die de lening verstrekt (meestal een bank) heet officieel de hypotheeknemer. De partij die de lening krijgt heet de hypotheekgever. Dat is best verwarrend.

 

Een hypotheek kan worden gevestigd op een zogenaamd registergoed. Dit is een goed waarvan de eigendom kan worden geregistreerd bij het kadaster. Het kadaster is een semi-overheidsinstelling dat registreert wie eigenaar is van een stuk grond met alles wat daar op staat, een teboek gesteld schip of vliegtuig. In dit artikel beperken we ons tot hypotheek op een kavel grond met daarop een woning aangezien dat de meest voorkomende situatie is.

 

Voordat een bank u geld leent voor het kopen van een huis zal zij eerst een koopovereenkomst willen zien en een taxatierapport waaruit blijkt wat de werkelijke waarde van het huis is. Daarnaast kijkt de bank naar het inkomen van de hypotheekgever, dit moet voldoende zijn om de rente en aflossing van de lening te kunnen betalen. De Nederlandse bank en AFM hebben hiervoor strikte normen opgesteld. Een hypotheekakte staat inderdaad vol met buitengewoon ingewikkelde termen. Bij sommige banken is een hypotheekakte wel 23 pagina’s lang. Daarnaast heeft iedere bank zijn eigen model met bijbehorende algemene voorwaarden.

 

Uiteindelijk komen alle hypothheekakten op hetzelfde neer, zolang u betaalt heeft u nergens last van. Stopt u met betalen, dan heeft de bank het recht u het huis uit te zetten en het huis te verkopen in een openbare executieveiling. Verder is altijd opgenomen dat u het huis moet verzekeren, moet onderhouden, de bestemming niet mag wijzigen en niet mag verhuren zonder toestemming van de hypotheekhouder. Ook overlijden van een van de eigenaren kan een probleem zijn. De bank gaat dan kijken of de overblijvende eigenaar de hypotheek ook kan blijven betalen. Gelukkig is er meestal wel een overlijdensrisicopolis gesloten waardoor de hypotheek geheel of gedeeltelijk wordt afgelost. Is zo een polis er niet dan kan het zijn dat de bank de lening opeist waardoor de langstlevende partner het huis moet verkopen.

Naast het hypotheekrecht heeft de bank een pandrecht op de roerende zaken die bij een woning horen, denk hierbij aan deuren, sleutels, CV ketel, dakpannen etc. Deze zaken horen bij het huis en mogen door een bank worden meeverkocht als de hypotheekgever stopt met betalen.

 

Veel hypotheken worden tegenwoordig gesloten onder Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Hiervoor betaald u eenmalig 1% premie maar krijgt u korting op de rente. De NHG kan u onder bepaalde voorwaarden beschermen wanneer u buiten uw schuld de hypotheek niet meer kunt betalen. NHG geldt alleen voor woningen met een koopsom tot € 265.000. Als u extra geld leent voor energiebesparende maatregelen, dan geldt de NHG tot ruim € 280.000.

 

Ons kantoor is specialist hypotheekrecht. Heeft u vragen over een lopende of nieuwe hypotheek? Of leent u zelf geld uit aan een bekende of familielid? Bel ons voor en afspraak. Dat voorkomt onaangename situaties bij overlijden, scheiden of niet betalen.

Erfgenaam is gebonden aan een door de overledene gesloten overeenkomst

Door het (zuiver) aanvaarden van de nalatenschap neemt de erfgenaam immers ook alle rechten en verplichtingen van de overledene over. Hij of zij is dan de “rechtsopvolger onder algemene titel”. Dat betekent dat hij in een lopend contract de positie van de overledene inneemt, bijvoorbeeld als schuldeiser, schuldenaar, verkoper, koper, verhuurder of huurder. Contracten eindigen vaak niet door het overlijden van een contractspartij. Het is dus goed mogelijk dat u door vererving ineens schuldenaar bent in een kredietovereenkomst of koper in een koopcontract, waarbij u gebonden bent aan de bepalingen van een contract dat u niet zelf persoonlijk hebt gesloten.

 

In maart dit jaar is door het Hof Den Bosch een vonnis gewezen, waarin het draaide om de vraag of de erfgenaam gebonden was aan een voorkeursrecht ten behoeve van een huurder in een huurovereenkomst. Een vrouw was daarin erfgenaam van haar echtgenoot. Tot de nalatenschap behoorde onder andere een bedrijfspand, dat verhuurd was aan een huurder, die de onderneming van de overledene had overgenomen. In het huurcontract dat de overledene met de huurder had gesloten was een voorkeursrecht ten behoeve van de huurder opgenomen, maar de echtgenote had het bedrijfspand aan een derde verkocht en overgedragen zonder het pand eerst aan te bieden aan de huurder.

 

De huurder heeft een rechtszaak aangespannen omdat hij vindt dat zijn voorkeursrecht is geschonden. De vrouw is van mening dat het voorkeursrecht door het overlijden van haar echtgenoot was vervallen en dat zij dus niet verplicht was het pand aan de huurder aan te bieden. Zij doet onder meer een beroep op een passage uit de huurovereenkomst: “Het voorkeursrecht vervalt eveneens, indien verhuurder geen eigenaar meer is van het verhuurde.” Zowel de kantonrechter als het Hof hebben geoordeeld dat het voorkeursrecht door het overlijden van de echtgenoot niet was vervallen. De wet bepaalt immers dat de dood van de huurder of de verhuurder de huur niet doet eindigen. De vrouw en de huurder staan tegenover elkaar in dezelfde positie als de oorspronkelijke partijen – de overleden echtgenoot en de huurder – tenzij uit de huurovereenkomst iets anders voortvloeit. Het is de rechter ook niet gebleken dat partijen ingeval van overlijden van de verhuurder van deze wettelijke regel hebben willen afwijken. Dat betekent dat de vrouw het voorkeursrecht van de huurder heeft geschonden door het pand niet aan de huurder aan te bieden.

 

Erfgenamen zijn dus gebonden aan een door de overledene gesloten contract. Dit geldt ook als de overledene de verplichtingen uit dit contract tijdens zijn leven zelf niet eens kon nakomen. Kunnen de erfgenamen het contract ook niet nakomen, dan kunnen zij worden aangesproken tot het betalen van een schadevergoeding aan de andere partij.

Het (zuiver) aanvaarden van een nalatenschap, ook als deze qua bezittingen en schulden een ruim positief saldo vertoont, kan aanzienlijke gevolgen voor u als erfgenaam hebben. In sommige situaties kunt u de nalatenschap beter niet zuiver aanvaarden, om te voorkomen dat u contractuele verplichtingen op u neemt die u moeilijk of niet kunt nakomen en om u te beschermen tegen aansprakelijkheid daarvoor.

 

Wilt u hier meer over weten? Bel ons voor een afspraak.