Herroeping van schenking doet beroep op eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling herleven

De vraag is vooral van fiscale aard. Het specialistenteam schenk- en erfbelasting van de Belastingdienst Eindhoven heeft zich hierover gebogen. De fiscus vergelijkt het belastingbedrag van de schenking – er is immers de eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling genoten – met de te betalen belasting als dat was berekend over het voordeel dat tijdens de bezitsperiode is genoten.

 

Een herroepen schenking betekent juridisch dat er geen schenking is geweest en ook geen vrijstelling is genoten. Dat betekent dat na herroeping de eenmalig verhoogde vrijstelling nog steeds kan worden gebruikt. De Belastingdienst eist wel een echte herroeping om constructies te voorkomen met als doel heffing van schenkbelasting te ontlopen of zo toch te profiteren van een (verhoogde) vrijstelling. Als sprake is van dat laatste, is dat een schijnhandeling.

 

Wilt u meer weten over herroeping van schenkingen in relatie tot de genoten vrijstelling? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Vereniging kan niet over één nacht ijs bij ontzetting of opzegging lidmaatschap

Statuten, redelijkheid en billijkheid spelen een belangrijke rol bij de beoordeling van een voorgenomen ontzetting of opheffing van lidmaatschap. Rechten en verplichtingen van de leden blijken uit de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging. In de wet staat dat de vereniging en haar leden zich tegenover elkaar en onderling behoorlijk behoren te gedragen; dat wordt in de wet aangevuld met de voorwaarde “wat in redelijkheid en billijkheid” van elkaar mag worden verwacht.

 

Ontzetting is doorgaans – blijkend uit statuten of regelementen van verenigingen – alleen mogelijk als een lid handelt in strijd met de statuten of reglementen, of zich ontoelaatbaar gedraagt ten opzichte van het bestuur of andere leden. Het is een tuchtrechtelijke maatregel, die alleen als uiterste middel kan worden toegepast. Hetzelfde kan worden bedoeld als in de statuten of reglementen de mogelijkheid van royement is opgenomen. Royement wordt in de jurisprudentie en in het hedendaagse spraakgebruik gelijkgesteld aan ontzetting uit het lidmaatschap.

 

Opzegging is iets anders. Het is een minder vergaande maatregel dan ontzetting. Opzegging door de vereniging is mogelijk als van een vereniging niet langer kan worden gevraagd het lidmaatschap te laten voortduren. De wet biedt deze mogelijkheid uitdrukkelijk. Of opzegging redelijk is hangt af van de vraag of een vereniging in de gegeven omstandigheden in alle redelijkheid al dan niet tot opzegging zou mogen overgaan. De wet geeft het bestuur de vrijheid om – weliswaar – in alle redelijkheid – tot een dergelijk besluit te komen.

 

Een verenigingslid heeft het recht heeft om zijn mening te uiten, maar dat moet dan wel gebeuren binnen de kaders van de wet, te weten dat de leden zich tegenover het bestuur en onderling behoorlijk behoren te gedragen. Als het gedrag meerdere keren negatieve effecten heeft gehad op de bestuursleden en leden en bijvoorbeeld bijdragen aan het creëren van tegenstellingen, dan wordt de grens overschreden. Het functioneren van een vereniging kaan daardoor nogal moeizaam worden. Ook onverenigbaarheid van karakters kan daaraan bijdragen. Dat zijn allemaal aspecten op grond waarvan een bestuur in redelijkheid tot een opzeggingsbesluit kan komen.

 

Wilt u meer weten over opzegging en ontzetting uit het lidmaatschap van een vereniging of het opstellen van waterdichte statuten? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Afstand doen van een erfenis ten gunste van een ander

Het is mogelijk voor de erfgenaam/ouder om het erfdeel na ontvangst te schenken aan zijn of haar kinderen. Echter, dan moet die ouder erfbelasting betalen en de kinderen schenkbelasting. De omgang van de schenkbelasting hangt af van de vraag of een groot bedrag ineens wordt geschonken of in jaarlijkse termijnen). Het kan dan voordeliger zijn dat de ouder de nalatenschap verwerpt. Hij wordt dan geacht nooit erfgenaam te zijn geweest en zijn kinderen komen in zijn plaats als erfgenamen van hun grootouder (dit heet plaatsvervulling).

 

Dit heeft wel consequenties voor de heffing van de erfbelasting. In de Successiewet staat wat de gevolgen zijn van verwerping door een erfgenaam. Een erfgenaam kan verwerpen ten gunste van iemand anders, maar verwerping zal nooit tot gevolg kunnen hebben dat daardoor minder erfbelasting wordt geheven. Als iemand dus verwerpt en iemand anders daardoor erft en een hogere vrijstelling heeft of in een gunstigere tariefgroep valt, wordt geen erfbelasting bespaard, want de verschuldigde erfbelasting wordt dan berekend alsof er geen verwerping heeft plaatsgevonden.

Het omgekeerde is wel mogelijk! Als door verwerping meer erfbelasting geheven kan worden, dan is het hogere bedrag verschuldigd.

 

Kinderen en kleinkinderen hebben dezelfde vrijstelling, € 20.371 (2018), maar het tarief dat berekend wordt over hetgeen meer wordt geërfd dan de vrijstelling verschilt wel: over de eerste schijf (tot € 123.248) is een kind 10% erfbelasting verschuldigd en een kleinkind 18%.

 

Het is in het algemeen niet te zeggen wat de voordeligste oplossing is in dit soort situaties. Mocht u overwegen om ten gunste van uw kinderen een nalatenschap te verwerpen, laat u dan goed informeren over de fiscale gevolgen daarvan. En doe dat ook vroegtijdig, want als u de nalatenschap eenmaal aanvaard hebt, kunt u niet meer verwerpen.

 

Wilt u meer weten over de voor- en nadelen van verwerping van en erfenis in uw situatie? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Discussie over wilsbekwaamheid voorkomen met tijdig levenstestament

Als een dergelijke vraag wordt gesteld zal de notaris altijd moeten nagaan of iemand nog wilsbekwaam is of dat niet meer is. Het notariaat heeft om dat te beoordelen een speciaal stappenplan ontwikkeld. De persoon in kwestie dient immers zelf in staat te zijn om beslissingen te nemen en de gevolgen daarvan te overzien op bijvoorbeeld financieel of medisch gebied.

Uitgangspunt is dat iemand wilsbekwaam is totdat het tegendeel blijkt. Als iemand de diagnose dementie heeft gekregen of als iemand een beroerte heeft gehad betekent dat niet automatisch dat diegene direct niet meer wilsbekwaam is. Als je er op tijd bij bent kan diegene nog veel zaken zelf regelen.
De notaris zal met de persoon “onder vier ogen” een gesprek hebben zodat eventuele beïnvloeding door derden kan worden beperkt. In dat gesprek zal de notaris aan hem of haar vragen om in de eigen woorden te vertellen wat hij of zij graag geregeld en vastgelegd wil hebben. Ook kan worden gevraagd of hij of zij kan omschrijven wat de gevolgen kunnen zijn als er niets wordt vastgelegd. Vaak kan zo’n gesprek ook in de eigen woonomgeving worden gevoerd, daar is men het meest op zijn gemak. Als blijkt dat iemand het niet helemaal begrijpt of vergeetachtig is en dus onvoldoende of niet kan vertellen wat hij wil zal de notaris de akte niet kunnen tekenen. Wel kan de notaris nog een gespecialiseerde arts (dus niet de huisarts of een behandelend arts ) om een psychiatrisch/geriatrisch oordeel vragen. In het door de arts opgestelde rapport staat of de persoon nog wilsbekwaam is en in staat een akte op te stellen.
Als toch sprake is van wilsonbekwaamheid kan er geen testament of levenstestament meer worden gemaakt en resten er drie mogelijkheden om diegene nog te vertegenwoordigen. Dit kan dan door bij de kantonrechter een verzoekschrift in te dienen om als bewindvoerder, curator of mentor te worden benoemd. Wie dat wordt, daar heeft u dan zelf geen invloed meer op. Het ook niet altijd zo dat de kantonrechter automatisch de partner of de kinderen benoemt. De benoemde beschermingsbewindvoerder beheert het geld en de goederen van de betrokkene. De mentor beslist over de verzorging, verpleging, behandeling of begeleiding van de betrokkene.

Om zelf de regie te houden over hoe u de zaken geregeld wilt hebben en wie dat dan voor u mag doen als uw vertegenwoordiger is het dus zaak om tijdig naar de notaris te gaan.

Wat kunt u regelen in uw levenstestament?


In het levenstestament wijst u iemand aan die namens u beslissingen mag nemen als u daar zelf niet meer toe in staat bent (de gevolmachtigde). Als de volmacht nodig is omdat u zelf niet meer in staat bent om uw belangen te behartigen en er ook geen vooruitzicht is dat het beter wordt, kunt u het beste een algemene volmacht geven. De gevolmachtigde mag onder meer uw bankzaken regelen, vermogen beleggen, een woning aan of verkopen, belastingaangiften regelen, verzekeringen afsluiten en eventueel schenkingen doen.

Ook kunnen allerlei zaken over de geneeskundige behandelovereenkomst worden vastgelegd. De gevolmachtigde mag onder meer beslissen over geneeskundig onderzoek of behandelingen, mag het medisch dossier inzien en mag beslissen over het doorgeven van medische gegevens aan anderen.
Naast het vastleggen van de volmacht kunt u in het levenstestament ook een niet-behandelen/of een niet reanimeren afspraak vastleggen.

De notaris staat bij het ondertekenen van de akte garant voor de bewijskracht van de akte en de opname in een landelijk register, de wil van de persoon en de wilsbekwaamheid van de persoon. Opname in een landelijk register heeft als groot voordeel dat de akte niet zoekraakt en landelijk opvraagbaar is.

Wilt u meer informatie over het levenstestament neem dan contact op met ons kantoor, wij helpen u graag verder!

Nieuw huwelijksvermogensrecht heeft gevolgen voor ondernemers

Ook voor bestaande situaties gaat er nogal wat veranderen. Als u binnen een huwelijk zonder huwelijkse voorwaarden een onderneming drijft die uw eigendom is, dan moet u een redelijke vergoeding voor kennis vaardigheden en arbeid in de gemeenschap laten vloeien. De gedachte daarachter is dat wat tijdens het huwelijk wordt verdiend, in de gemeenschap dient te vallen.
Achteraf in een echtscheidingsprocedure uitleggen dat de gehanteerde vergoeding een redelijke is zal niet meevallen. Door vooraf huwelijkse voorwaarden te maken kunt u deze discussie voorkomen.

Verder ontstaat – als u goederen gemeenschappelijk heeft, maar niet op fifty-fifty basis – het risico dat de beperkte gemeenschap de onderlinge verhouding opzij zet naar wel een fiftu-fifty verhouding. De bewust gekozen afwijkende aankoopverhouding kan teniet worden gedaan.
Ook ontstaat nog de mogelijkheid dat vergoedingsrechten in de gemeenschap van goederen worden getrokken. Daarmee verliest uw partner – de vergoedingsgerechtigde – de helft van zijn of haar vordering.
Om te voorkomen dat privé vermogen zich mengt met gemeenschappelijk vermogen zal er een goede administratie moeten worden bijgehouden om te voorkomen dat er bij echtscheiding als nog moet worden gedeeld. Eenvoudiger wordt het allemaal niet, laat u tijdig en goed voorlichten!

Wilt u meer weten over het verdelen van ondernemingsvermogen bij echtscheiding? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Schuldeisers benadelen via uitvoeren periodiek verrekenbeding gaat niet door

Met een dergelijk periodiek verrekenbeding is niets mis. Het uitvoeren daarvan kan echter wel ongeoorloofd zijn als daarmee schuldeisers worden benadeeld. Het echtpaar was de dertig voorgaande jaren nooit tot verrekening overgegaan, maar wilde zich beveiligen tegen het risico dat zij hun huis zouden moeten verkopen om een schuld van de man te kunnen voldoen. Om dat te voorkomen, zetten zij het huis via wijziging van de huwelijkse voorwaarden op naam van de vrouw.

 

Of bij wijziging van huwelijkse voorwaarden de schuldeiser benadeeld wordt, hangt af van de mogelijkheid voor de schuldeiser om zich zonder die wijziging wel te verhalen op de woning van het echtpaar, althans op de aan de man toebehorende helft. Als de waarde van het huis meer bedraagt dan de totale hypotheekschuld, is daarvan sprake. Met de handelwijze van het echtpaar ging die mogelijkheid tot verhaal verloren.

 

Wilt u meer weten over de randvoorwaarden bij aanpassing van huwelijkse voorwaarden? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Ook voor garagebox of parkeerplaats naar de notaris

Het is essentieel om vooraf te weten wat u koopt. Bij een appartementsrecht krijgt u te maken met een vereniging van eigenaars waar doorgaans de verzekering loopt en er mogelijk een reservefonds is voor onderhoud. Bij een appartementsrecht is vaak opgenomen in de splitsingsakte dat een garagebox of parkeerplaats alleen maar mag worden overgedragen aan een andere eigenaar in het appartementencomplex. De reden hiervoor is het voorkomen dat uiteindelijk alle parkeerplaatsen eigendom zijn van niet eigenaren van het appartementencomplex.

 

Ook vloeit het verbod vaak voort uit gemeentelijke regels dat er per woning in een appartementencomplex tenminste één parkeerplaats of garagebox bij moet horen. Het is dus van belang om zowel bij verkoop als aankoop eerst te onderzoeken of u met een appartementsrecht of met een los kadastraal perceel te maken heeft. Als u daar niet uit komt dan kunt u dit altijd bij de notaris navragen.

 

Als u weet wat voor vlees u in de kuip heeft is het van belang dat er een koopovereenkomst wordt opgesteld. Dit kunt u eventueel zelf doen maar verstandiger is het om dit door een makelaar of door de notaris te laten doen. Hierdoor voorkomt u nare financiële vergissingen. Om hiervan een voorbeeld te geven, op het verkopen van een parkeerplaats aan een niet mede-eigenaar binnen de vereniging van eigenaars staat vaak een hoge boete, op te leggen door de gemeente. Bedragen van € 50.000 zijn hierbij geen uitzondering.

 

Dan hebben we nog de overdrachtsbelasting als struikelblok. Een garagebox of parkeerplaats die vlak bij uw eigen woning ligt, wordt door de fiscus gezien als behorend bij de woning. Daar hoort dan een tarief voor de overdrachtsbelasting voor van 2%. Is de garagebox of parkeerplaats wat verder weg gelegen dan geldt een tarief van 6%. Zeker in de grote steden wordt tegenwoordig veel geld betaald voor een extra parkeerplaats, in Amsterdam tot wel € 100.000 euro een losse parkeerplaats op straat. Het is dan van groot belang om vooraf te weten welk belastingtarief van toepassing is. Het afspreken van het lage tarief terwijl het hoge van toepassing is, is zelfs strafbaar. Er kan dan door de fiscus een naheffingsaanslag met een boete worden opgelegd.

 

Kortom, heeft u plannen tot verkoop of aankoop van een garagebox of parkeerplaats, neem eerst contact op met ons kantoor. Wij loodsen u dan zonder (financiële) kleerscheuren door het hele traject heen.

Uitruil woning met pensioenrechten bij echtscheiding leidt tot hogere fiscale aanslag

Wie gaat scheiden, legt in het echtscheidingsconvenant de verdeling van de gemeenschappelijke boedel vast en de verevening of verrekening van de (buiten de gemeenschap vallende) pensioenrechten. Vaak bestaat de gemeenschappelijke boedel uit de echtelijke woning, soms een lijfrentepolis en zijn er ook buiten de gemeenschap vallende opgebouwde pensioenrechten. Om alles zo soepel mogelijk te laten verlopen wordt er dan wel eens voor gekozen om het huis aan de ene partner toe te delen en als compensatie daarvoor een deel van de pensioenrechten te verrekenen. De fiscus zal in dat geval het belastbaar inkomen uit werk en woning van degene die overbedeeld wordt met pensioenrechten verhogen met dat dat deel van het pensioen.

 

Als u een dergelijke verrekening van plan bent, dan is het zaak om u tevoren goed te informeren over de fiscale consequenties. Pensioenrechten vallen in civielrechtelijke zin niet in de huwelijksgemeenschap. Indien u pensioenrechten niet conform de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding (WVPS) verevent, maar anders verrekent, bijvoorbeeld door uitruilen tegen een (tot de gemeenschap behorend) woonhuis, dan kan de fiscus niet anders dan uw belastbaar inkomen verhogen met die uitkering.

 

Wilt u meer weten over het fiscaal en juridisch zo goed mogelijk afwikkelen van een echtscheiding? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Huwelijk en eigen woning na 1 januari 2018

In de praktijk merken wij dat de nieuwe wetgeving nog verre van bekend is, zelfs niet bij aanstaande echtparen. Dat is jammer, aangezien er sprake kan zijn van grote financiële gevolgen bij het maken van een keuze. De nieuwe wet komt er op neer dat bij twee mensen die trouwen het bezit dat er voor het huwelijk was, privé blijft van de echtgenoot die het bezit op naam had. Alles wat vervolgens tijdens het huwelijk als inkomen wordt verdiend, wordt weer een gemeenschap van goederen. Men noemt het nieuwe stelsel dan ook een beperkte gemeenschap van goederen.
 

Huiseigenaren

Het nieuwe huwelijksgoederenrecht bevat nog veel onduidelijkheden en hiaten. Zelfs de hoogleraren huwelijksgoederenrecht weten niet wat er bedoeld is met bepaalde artikelen uit deze nieuwe wet. Voor huiseigenaren die na een periode van samenwonen besluiten om met elkaar te gaan trouwen, kan de nieuwe wet grote gevolgen hebben. Als deze samenwoners al een eigen huis hebben in de verhouding 50%-50%, is er niets aan de hand en blijft de woning ook na het huwelijk half/half eigendom.
 
Vaak is er bij aankoop van de woning juist gekozen voor een andere eigendomsverhouding dan half om half, bijvoorbeeld omdat een van de partners veel meer eigen spaargeld heeft ingelegd dan de ander. Zo komt het wel voor dat samenwoners een woning op naam hebben in de verhouding van 10% voor de ene partner en 90% voor de ander partner. Als deze mensen gaan trouwen, dan regelt het nieuwe huwelijksgoederenrecht dat de woning half half eigendom wordt van beide echtgenoten. Het komt er dan op neer dat de partij die voorheen voor 90% eigenaar was door het huwelijk 40% van zijn/haar eigendom kwijt raakt. Dit is een vreemde regeling en kan alleen voorkomen worden door voor het huwelijk naar de notaris te gaan voor het laten opstellen van huwelijksvoorwaarden. Daarin kan dan worden vastgelegd dat de eigendomsverhouding blijft zoals deze voor het huwelijk ook was. Dit leidt tot veel kritiek bij juridisch deskundigen, die er op wijzen dat uit deze regeling blijkt dat de nieuwe wet slecht in elkaar zit en veel onduidelijkheden bevat.
En er zijn nog meer problemen. Bijvoorbeeld bij voorhuwelijkse schenkingen die privé blijven en waarmee gemeenschappelijk een woning wordt aangekocht. Degene die het geschonken geld voor de woning heeft aangewend, heeft een vordering op de partner. Deze vordering op de partner blijft privé. De schuld die daartegenover staat valt na huwelijk in gemeenschap.
 
Heeft u een eigen woning en trouwplannen laat u dan voor het huwelijk informeren over de juridische gevolgen, dit om later onaangename verassingen te voorkomen.

Instellen bewind en mentorschap aan strakke regels gebonden

Dergelijke problemen kunnen zich voordoen als ouders bewind over de goederen van- en instelling van mentorschap over hun nog minderjarige kind aanvragen met ingang van de datum waarop deze meerderjarig al worden. Dat gaat meestal gepaard met het verzoek beide ouders vanaf die datum dan ook tot bewindvoerders en mentoren aan te stellen.

 

Beschermingsmaatregelen mogen niet verder ingrijpen in iemands zelfbeschikkingsrecht dan strikt noodzakelijk. Bovendien zou het moeten helpen bij het verbeteren van de zelfredzaamheid van de betrokken persoon. Dat iemand advies en hulp kan vragen aan ouders of derden is niet voldoende om een goede belangenbehartiging te garanderen. Dat laatste is juist ook van belang als betrokkenen niet zelf de stap neemt om hulp of advies te vragen. Als iemand niet of nog niet in staat is om zelf voor zijn of haar belangen te zorgen, dan rest geen andere mogelijkheid dan bewindvoering en/of mentorschap.

 

Bewindvoerders en mentoren zijn wel gehouden om de zelfredzaamheid van degene die zij onder hun hoede hebben, te bevorderen. De rechter verwacht dan ook periodiek rapportage om te kunnen beoordelen of de beschermende maatregelen nog moeten blijven bestaan of vervangen kunnen worden door lichtere mogelijkheden.

 

Wilt u meer weten over beschermingsmaatregelen? Bel ons voor het maken van een afspraak.