Het
notariaat gebruikt modellen voor het levenstestament die op basis van eerdere
ervaringen worden aangepast en vernieuwd. Om deze ontwikkelingen te
ondersteunen, wordt aan de VU en het NSCR een promotieonderzoek uitgevoerd dat
zich richt op het gebruik en de toepassing van het levenstestament in de
praktijk. In het kader van dit onderzoek is vorig jaar een vragenlijst onder
(kandidaat-)notarissen verspreid. Deze vragenlijst werd door 220 van hen
ingevuld.
Boven de 60
De
resultaten van de vragenlijst zijn nu verwerkt in een rapport. Daaruit blijkt onder meer dat bij de meeste notarissen de cliënten
die een levenstestament willen, boven de 60 jaar zijn. Met name de groep tussen
60 en 70 jaar weet de notaris te vinden voor een levenstestament. Ruim 90
procent van de respondenten gaf aan dat cliënten vooral een levenstestament
afsluiten omdat ze vrezen voor ziektes als dementie, waardoor ze wilsonbekwaam
kunnen worden.
Toezicht
Van
de (kandidaat-)notarissen die aan het onderzoek meewerkten vindt een op de drie
dat standaard een vorm van toezicht in het levenstestament moet worden
opgenomen. Want wie controleert of dat wat in het document is vastgelegd ook
daadwerkelijk wordt uitgevoerd? Daarnaast vindt 40 procent dat een vorm van
toezicht in het levenstestament moet worden opgenomen als de cliënt daar om
vraagt en 26 procent vindt dat dit noodzakelijk is als er ‘bepaalde
gevoeligheden’ zijn.