Belastingrente overlijdens gaat weer ‘aan’ op 1 januari 2021

(Bron: KNB) De Belastingdienst rekent voor overlijdens vanaf 1 januari 2021 weer belastingrente als de aangifte erfbelasting te laat wordt ingediend. Vanwege automatiseringsproblemen bij de Belastingdienst werd voor overlijdens vanaf 1 januari 2017 geen belastingrente gerekend bij belastingaanslagen erfbelasting.

Aangiften erfbelasting voor overlijdens in de periode dat de belastingrente ‘uit’ stond, krijgen niet alsnog met belastingrente te maken. Voor overlijdens in de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2020 geldt een zogenoemde eerbiedigende werking. Dat wil zeggen dat de belastingrente ‘uit’ blijft. De belastingrente wordt alleen aangezet voor overlijdens vanaf 1 januari 2021. Er wordt alleen belastingrente in rekening gebracht als de aangifte erfbelasting te laat wordt ingediend of als bij de definitieve aanslagregeling wordt afgeweken van de aangifte. Voor het indienen van de aangifte erfbelasting geldt een termijn van 8 maanden na het overlijden. Pas daarna wordt er belastingrente geheven. De Belastingdienst kan dit dus pas vanaf 1 september 2021 weer in rekening brengen.

Achterstanden

De vrijstelling van belastingrente was een gevolg van de vertraagde oplevering van het nieuwe systeem voor schenk- en erfbelastingprocessen van de Belastingdienst. Dat zorgde voor grote achterstanden in de verwerking van aangiften van erfbelasting. Inmiddels heeft de dienst het normale verwerkingsritme weer bereikt. Dat betekent dan gemiddeld 70 procent van de aangiften binnen 3 maanden na ontvangst door de Belastingdienst en 90 procent binnen 6 maanden na ontvangst zijn behandeld.

Let op bij transacties binnen de familie!

Transacties in de familiesfeer vragen van de betrokken partijen dat zij juist en zakelijk moeten handelen om vernietiging van de transactie te voorkomen. Een voorbeeld daarvan speelde onlangs voor de rechter. Een ex-echtgenoot verkocht zijn huis binnen de familie voor een lager bedrag dan de getaxeerde waarde van anderhalf jaar daarvoor, maar ook nog onder de executiewaarde. De ex-echtgenote die nog een vordering op haar-ex-man had werd hierdoor benadeeld.

In de betreffende zaak was de verkoop beklonken waarbij een deel van de koopsom door de koper werd voldaan door overname van de hypotheekschuld en een geldlening. De verkoper had op dat moment nog een schuld bij zijn ex-partner. Die voelde zich daardoor flink benadeeld en stapte naar de rechter om de verkoop te late terugdraaien.

Het Gerechtshof stelde onder meer dat het een schuldenaar in beginsel vrijstaat met zijn vermogen te doen wat hij wil. Van deze vrijheid mag echter geen misbruik gemaakt worden ten nadele van zijn schuldeisers. Een schuldeiser – hier de ex – kan in dat geval een beroep doen op de wet waarin voor dit soort transacties vijf voorwaarden zijn opgenomen. Er moet sprake zijn van een rechtshandeling (1) die onverplicht (2) door de schuldenaar is uitgevoerd en benadeling (3) van een schuldeiser in zijn verhaalsmogelijkheden tot gevolg heeft. Daarnaast moet er sprake zijn van het kunnen verwachten van benadeling van de schuldenaar (4) en bij diens eventuele wederpartij (5).

Aan voorwaarde 1 en 2 werd voldaan aangezien de man niet verplicht was de woning te verkopen. Aan voorwaarde 3 werd voldaan doordat uit een taxatierapport van 1,5 jaar vóór de transactie bleek dat de woning toen een veel hogere vrije verkoopwaarde had dan waarvoor het huis was verkocht en ook de executiewaarde en de WOZ-waarde nog boven de verkoopprijs uitkwamen. Het hof oordeelde dan ook dat woning voor een te laag bedrag aan de familie is verkocht. Daarnaast kon de vrouw zich nu niet meer direct op haar ex-man verhalen voor wat betreft de “overwaarde “van het huis.

Het Hof is van mening dat bij de vrouw zeker sprake is van benadeling in haar verhaalsmogelijkheden en dat zowel de verkoper (ex-man) als zijn familie dit vooraf hadden kunnen verwachten. Hieruit volgt dat de verkoper met een redelijke mate van waarschijnlijkheid had kunnen voorzien dat hij door deze verkoop zijn ex zou benadelen.
Zolang de familie niet kan bewijzen dat zij niet hadden kunnen weten dat hun ex-schoonzus benadeeld werd, worden zij door het Hof zelf medeplichtig geacht. De uitspraak in deze zaak was dat de transactie inderdaad vernietigd (teruggedraaid) moest worden waardoor de vrouw zich weer bij haar ex-partner kan verhalen op de volle overwaarde van de woning.

Dit was mogelijk anders geweest wanneer de woning tegen de normale prijs en zonder leenconstructie was overgedragen. De moraal van dit verhaal is dat er bij transacties binnen de familiesfeer juist en zakelijk gehandeld moet worden om vernietiging van een transactie te voorkomen. Ook al had er in de hiervoor besproken zaak geen benadeling van een ex gespeeld dan had de fiscus nog kunnen stellen dat er sprake is van een schenking (te lage koopprijs) die dan belast is met ten minste 30% schenkbelasting. Kortom, laat u bij een voorgenomen transactie binnen de familiesfeer altijd vooraf informeren over de voorwaarden waaraan moet worden voldaan. Hiervoor kunt u altijd contact met ons kantoor opnemen.

Oude erfdienstbaarheden na vermenging opnieuw gevestigd

Aan de eigendom van een perceel grond kan een recht verbonden zijn waarmee een ander perceel grond (het dienende erf) kan zijn bezwaard. Een dergelijk recht noemen we een erfdienstbaarheid. Dit recht is een last van het dienende erf ten behoeve van een andere perceel grond: het heersende erf.

Een erfdienstbaarheid kan ontstaan door vestiging in een door een notaris opgestelde akte. Ook door verjaring kan een erfdienstbaarheid ontstaan. Als een erfdienstbaarheid niet in de akte van levering staat of bij het Kadaster bekend is, kan de erfdienstbaarheid dus ook nog door verjaring zijn ontstaan. U moet dit dan wel kunnen bewijzen.
Een erfdienstbaarheid kan eindigen of wijzigen door opheffing of wijziging door de rechter, door afstand, door verjaring, door de werking van bijzondere wetten maar ook door vermenging.

Opheffing en wijziging door een rechter

Bij het opheffen of wijzigen van een erfdienstbaarheid door de rechter moet er sprake zijn van onvoorziene omstandigheden. Die omstandigheden moeten zo erg zijn dat het noodzakelijk is om de erfdienstbaarheid te wijzigen. Waren de omstandigheden te voorzien bij het vestigen van de erfdienstbaarheid? Dan mag de rechter de erfdienstbaarheid niet wijzigen. Ook niet als de eigenaar van het dienende erf schade lijdt als gevolg van de wijzigingen.

Bestaat een erfdienstbaarheid twintig jaar? Dan kan deze worden opgeheven of gewijzigd als er strijd is met het algemeen belang. Opheffing van een erfdienstbaarheid kan ook verzocht worden als de uitoefening niet meer mogelijk is of als er geen redelijk belang meer is en het niet aannemelijk is dat de uitoefening of het redelijk belang zal terugkeren.

Afstand, verjaring, de werking van bijzondere wetten

Wil de eigenaar van het heersende erf afstand doen van de erfdienstbaarheid? Dan is de eigenaar van het dienende erf hieraan gebonden. Verjaring van een erfdienstbaarheid doet zich voor als de uitoefening van de erfdienstbaarheid gedurende twintig jaar onmogelijk wordt gemaakt. De vordering tot beëindiging van deze onrechtmatige toestand is dan verjaard. De bijzondere wetten die een erfdienstbaarheid kunnen aantasten zijn onder andere de Onteigeningswet en de Wet inrichting landelijk gebied.

Vermenging

Vermenging doet zich voor als de eigenaar van het heersende erf ook eigenaar wordt van het dienende erf.
Onlangs heeft het Hof Den Haag in een geschil tussen de eigenaren van twee naburige percelen grond een uitspraak gedaan. Deze uitspraak had betrekking op 125 jaar geleden gevestigde erfdienstbaarheden ten laste van het dienend erf waardoor het achtererf van het andere perceel, het heersend erf, kon worden bereikt.
Deze erfdienstbaarheden waren door vermenging teniet gegaan omdat beide percelen in 1970 in handen van dezelfde eigenaar waren gekomen.

Een van de betreffende buren stelde dat in 1991 die erfdienstbaarheden opnieuw waren gevestigd toen de erfgenamen van de betreffende eigenaar de twee percelen toebedeelden aan twee verschillende personen. In die betreffende verdelingsakte was ook volgens het Hof Den Haag de bedoeling vermeld dat de verkrijger van het verkregen onroerend goed verplicht was tot naleving van alle verplichtingen “als bij de oorspronkelijke verkrijging van voormeld onroerend goed of later op de oorspronkelijke verkrijgers overgingen” waarbij ook uitdrukkelijk gesproken werd van de 125 jaar geleden gevestigde erfdienstbaarheden.
Het Hof Den Haag oordeelde dat de akten zo moesten worden uitgelegd dat partijen in 1991 naar objectieve maatstaven hebben bedoeld opnieuw (identieke) erfdienstbaarheden te vestigen.

Wilt u meer weten over erfdienstbaarheden? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Statutenwijziging mogelijk zonder toestemming rechter

De reden van het opnemen van die bepaling in de statuten kan te maken hebben met het verleden van de rechtspersoon, bijvoorbeeld als die in het verleden een stichting is geweest en is omgezet in een besloten vennootschap. De wet bepaalt dan dat het ten tijde van de omzetting aanwezige vermogen alleen met toestemming van de rechter anders mag worden aangewend. Onlangs boog de rechter zich over een dergelijk toestemmingsverzoek, waarin de statuten van de besloten vennootschap deze ‘klem’ ook bevatten, maar ook dat het gedeelte van de statuten van de besloten vennootschap die op deze klem betrekking heeft niet mag worden gewijzigd.

De rechtbank stelde dat rechterlijke toestemming voor het wijzigen van statuten in de wet alleen is geregeld voor stichtingen en dat voor het wijzigen van statuten van een besloten vennootschap in principe geen toestemming nodig is. Ook als de statuten voorschrijven dat een wijziging van de statuten is verboden dan mag de algemene vergadering met algemene stemmen toch tot statutenwijziging besluiten. De rechtbank besloot in deze zaak vervolgens dat zij geen toestemming tot wijziging van de statuten behoeft te geven, maar dat de kapitaalklem wel van kracht blijft.

De algemene vergadering kan dus de statuten wijzigen, met inachtneming van de in die statuten opgenomen beperking.
Het wijzigen van statuten van een besloten vennootschap waarin staat vermeld dat de statuten niet mogen worden gewijzigd zonder toestemming van de rechter kunnen dus toch zonder die toestemming worden gewijzigd!

Wilt u meer weten over het maken of wijzigen van statuten? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Legalisatie handtekening stelt ook wilsbekwaamheid vast

Er is een belangrijk verschil tussen het legaliseren door een gemeenteambtenaar en een notaris. Een notaris moet namelijk ook vaststellen dat degene die zijn of haar handtekening laat legaliseren ook wilsbekwaam is. Dat doet de gemeenteambtenaar niet. Het vaststellen van wilsbekwaamheid is een voorwaarde om een akte te kunnen passeren.

Het legaliseren van een handtekening kost geld, zowel bij de notaris als bij de gemeente. Sommige gemeenten legaliseren handtekeningen zonder daar geld voor in rekening te brengen. Bij een legalisatie door een notaris stelt de notaris vast dat iemand zelf de volmacht heeft ondertekend en dat het zijn of haar handtekening is die op de volmacht staat, én dat de ondertekenaar wilsbekwaam is. Achteraf kan dan geen onenigheid ontstaan over de echtheid van die handtekening of de geldigheid van de daarmee aangegane rechtshandeling.

Bent u al eerder op het notariskantoor geweest? Dan kunt u doorgaans volstaan met een legalisatie door een gemeenteambtenaar. Uw wilsbekwaamheid is dan immers al getoetst. Bent u niet bekend bij het notariskantoor? Dan kunt u het beste vooraf informeren of zij wel genoegen nemen met een legalisatie via de gemeenteambtenaar, of dat zij een legalisatie via een notaris vereisen.

Wilt u meer weten over het legaliseren van een handtekening? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Wensen notariaat rond overdrachtsbelasting grotendeels overgenomen

Het beroep op de startersvrijstelling of het verlaagde tarief moet uit de notariële akte blijken. Notarissen hechten een schriftelijke verklaring aan de akte en sturen vervolgens een elektronische kopie hiervan naar de Belastingdienst. De KNB en de Belastingdienst zijn in overleg over voor beide partijen werkbare teksten in de akte.

In overleg met de KNB heeft de staatssecretaris bovendien de termijn voor het verzenden van een elektronische kopie van de schriftelijke verklaring verruimd. Deze was eerder gesteld op 1 werkdag na het ter registratie aanbieden van de akte aan de Belastingdienst. Nu geldt een termijn van een maand.
Door een aangenomen amendement geldt vanaf 1 april 2021 een woningwaardegrens voor de startersvrijstelling. Deze grens is nu gesteld op € 400.000. Wanneer de waarde van de woning onder deze grens ligt, geldt de startersvrijstelling en hoeft geen overdrachtsbelasting te worden betaald. Bij een hogere woningwaarde geldt de startersvrijstelling niet en moet over de gehele waarde 2 procent overdrachtsbelasting worden betaald.

Op grond van een ander overgenomen amendement worden wooncoöperaties uitgezonderd van de tariefsverhoging naar 8 procent wanneer zij een woning verkrijgen van een woningcorporatie. Deze verkrijgingen worden belast tegen 2 procent overdrachtsbelasting. Ook is een amendement aangenomen waardoor de zogenoemde horizonbepaling in het wetsvoorstel vervalt. Dat betekent dat de wijzigingen in de overdrachtsbelasting, die oorspronkelijk voor vijf jaar zouden gelden, een permanent karakter krijgen.

Wilt u meer weten over het kopen van een huis en de juridische en fiscale aspecten daarbij? Bel ons voor het maken van een afspraak.


Aandacht voor rol executeur bij erfenis

In veel testamenten wordt er voor gekozen om een van de kinderen als executeur te benoemen. Dat loopt niet altijd even goed af, met ruzies en gerechtelijke procedures als resultaat. Dat waren nu juist de dingen die degene die het testament heeft opgemaakt wilde voorkomen.
Een familielid als executeur heeft meestal geen kennis van, laat staan ervaring met het afwikkelingen van erfenissen. De ervaring in dergelijke gevallen varieert van slechte communicatie en niets uitvoeren via tegengestelde belangen van de erfgenamen tot irritatie en wantrouwen bij de overige erfgenamen.

Uit onderzoek blijkt dat het in situaties met een direct familielid als executeur in 60% van de gevallen mis gaat. Wordt er gekozen voor een familielid dat al wat verder van de directe familie afstaat, dan gaat het in mindere mate mis, namelijk in minder dan een kwart van de gevallen. Dat percentage zakt nog verder naar tien procent als er een professional als executeur is benoemd.

Wilt u meer weten over de rol van een executeur in uw testament? Bel ons voor het maken van afspraak.


Dwangakkoord buiten faillissement wordt snel mogelijk

Met de nieuwe wet beoogt het parlement dat ondernemingen die wel rendabel zijn surseance van betaling of faillissement kunnen ontlopen. Het wordt voor deze bedrijven mogelijk om de te hoge schulden of te hoge structurele kosten te saneren. De rechtbank moet dan een akkoord over het herstructureren en saneren van schulden goedkeuren. Die goedkeuring bindt alle schuldeisers en aandeelhouders van de onderneming aan de inhoud van het akkoord. Dat geldt ook voor degenen die tegen het akkoord hebben gestemd. Tot nu toe kan een enkele aandeelhouder of schuldeiser die tegenstemt een stokje steken voor het akkoord. De inwerkingtreding van de nieuwe wet is goed nieuws voor werknemers, ondernemers én schuldeisers.

Vanwege de coronacrisis en ondanks de vele steunmaatregelen zijn faillissementen een reële dreiging boven de markt. Veel ondernemingen komen in financiële moeilijkheden. In veel van die gevallen kan per 2021 faillissementen worden voorkomen door het aanbieden van een onderhands akkoord.

Wilt u meer weten over deze nieuwe wet “homologatie onderhands akkoord”? Bel ons voor het maken van een afspraak.


Startersvrijstelling overdrachtsbelasting geldt tot vier ton

Volgens minister Ollongren wordt hiermee 95% van alle starters jonger dan 35 jaar op de woningmarkt bereikt. Slechts vijf procent blijkt huizen boven deze norm te kopen. Daarmee creëert de minister ruimte voor het volkshuisvestingsfonds en kan de vrijstelling worden ingezet voor starters die dit duwtje het hardst nodig hebben. Starters die een huis van € 400.000 of meer kopen, blijven wel 2% overdrachtsbelasting betalen. Alleen tussen 1 januari en 1 april 2021 kunnen zij nog wel profiteren van de vrijstelling. De beperking gaat namelijk pas in per 1 april 2021 terwijl de vrijstellingsmaatregel zelf per 1 januari ingaat. Alleen starters die een huis kopen onder € 400.000 krijgen de vrijstelling, starters die een duurder huis kopen betalen net als andere huizenkopers 2% overdrachtsbelasting.

De minister beschouwt de eerste vier maanden als overgangsperiode omdat sommige starters mogelijk al hebben geanticipeerd op de vrijstellingsmaatregel. Het kabinet wil deze groep niet per 1 januari verrassen met deze tussentijdse aanpassing. De datum van 1 april geeft voldoende duidelijkheid aan starters die nu een huis zoeken.

Wilt u meer weten over het kopen van een huis in het algemeen of verschuldigde overdrachtsbelasting? Bel ons voor het maken van een afspraak.


Speciaal testament voor relaties zonder kinderen

Als u getrouwd bent en geen testament heeft gemaakt, erft op grond van de wet de langstlevende alles van de eerst stervende. Als vervolgens de langstlevende overlijdt, zal alleen de familie van de langstlevende erven.

Samenwonende erven op grond van de wet niet van elkaar, dus samenwoners moeten altijd iets regelen als zij elkaar verzorgd willen achterlaten. Als zij alleen elkaar tot erfgenaam benoemen, zal ook in geval van overlijden van de langstlevende alleen de familie van de langstlevende erven.
Om dat te voorkomen kunt u een zogenaamd tweetrapstestament maken.

In een tweetaptestament beschikt u eigenlijk twee keer over uw nalatenschap. In eerste instantie gaat alles naar de langstlevende. Als vervolgens de langstlevende ook overlijdt, bepaalt u in een tweetrapstestament dat alles wat de langstlevende van u heeft geërfd en nog aanwezig is, zal gaan naar degen(n) die u vervolgens tot uw erfgenamen benoemd heeft.
Het nadeel van deze testamentsvorm is wel dat de langstlevende goed moet bijhouden wat van hem/haarzelf is en wat hij/zij van de langstlevende heeft geërfd.

U kunt ook samen besluiten dat u in uw testamenten opneemt dat de langstlevende in zijn testament de uw beide families tot erfgenamen benoemt.
Het nadeel van deze vorm is dat de wensen van de eerst overleden partner moeten worden opgenomen en uitgevoerd in het testament van de langstlevende partner. Dat is dan gebaseerd op goed vertrouwen in uw partner. Immers iedereen kan altijd zijn/haar testament aanpassen.

Als u zekerheid wilt hebben is het beter een tweetrapstestament te maken. Uw partner erft eerst, maar alles wat nog over is van uw nalatenschap na het overlijden van uw partner vererft via die tweetrap alsnog naar degenen die u tot erfgenaam benoemd hebt.

Wilt u meer weten over het maken van een testament met tweetrapsmaking? Bel ons voor het maken van een afspraak.