Ontslagvergoeding in stamrecht-BV kan probleem opleveren

Dit probleem wordt regelmatig gesignaleerd door accountants en administratiekantoren. Een ontslaguitkering wordt onbelast in een stamrecht-BV gestort en later, als de (aanvullende) pensioenuitkering zal worden uitgekeerd zou u dan in het lage belastingtarief vallen. Maar als het geld al is opgemaakt, krijgt u met een IB-aanslag te maken over het tarief dat in de jaren van opname voor u gold. U krijgt alleen geen aanslag als de BV het geld heeft gebruikt voor beleggingen terwijl die beleggingen uiteindelijk niets hebben opgeleverd.

 

Voor de Belastingdienst gaat het erom of u in de BV zakelijk of onzakelijk met het beschikbare geld bent omgegaan. Zo is het bijvoorbeeld geen probleem als u geld uit de stamrecht-BV aan uzelf uitleent en u die lening aflost en er een normale rente over betaalt. Als u zonder het vast te leggen geld uit de BV haalt en daar privé dingen mee gaat doen, zal er bij het bereiken van de pensioenleeftijd geen of te weinig geld zijn om de belastingclaim te doen innen door de fiscus.

 

Loopt u tegen dergelijke problemen aan of verwacht u ze in uw situatie? Ga tijdig in gesprek met de Belastingdienst voor een hanteerbare oplossing.

Verder gebruik verkochte landbouwgrond door verkoper is nog geen pacht


Bij de beoordeling of er sprake kan zijn van een pachtovereenkomst speelt de vraag of – in dit geval – de verkoper de grond al dan niet bedrijfsmatig exploiteert. In deze zaak, die onlangs voor de rechtbank Limburg speelde, had de verkoper een volledige baan in dienstbetrekking. Hij was niet afhankelijk van de opbrengsten van agrarische activiteiten. Het gebruik van het stuk grond bestond uit verouderde aanplant en voor het overige uit weiland. Er kon niet worden vastgesteld dat hij de grond daadwerkelijk gebruikte. Tot slot bleek ook de verkoopprijs er op te wijzen dat er sprake zou zijn van pachtvrije verwerving.

Dit waren voor de rechter stuk voor stuk argumenten om geen pachtverhouding vast te stellen.

 

Wilt u meer weten over pacht en het gebruik van verkochte grond? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Gemakkelijke weg naar gemeenschap van goederen is risico voor wie trouwen

Het kabinet wil de keuze voor de algehele gemeenschap zo eenvoudig mogelijk te maken, maar ook het beslag op de ambtenaar van de burgerlijke stand beperkt te houden. Dat zou betekenen dat u – als u gaat trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaat – tot één werkdag daarvoor een door u beiden ondertekende modelverklaring bij de ambtenaar van de burgerlijke stand moet indienen. Uit die verklaring moet dan blijken blijkt dat u kiest voor de algehele gemeenschap. Dan gelden voor u de regels zoals ze vóór de wetswijziging per 2018 golden.

 

Nadeel van deze benadering is dat de ambtenaar van de burgerlijke stand geen informatieplicht over de algehele gemeenschap van goederen tegenover u heeft, en de expertise over de gevolgen van uw keuze bij de notaris ligt. Die heeft ook een bijzondere zorgplicht en is onderworpen aan tuchtrecht. Daar profiteert u alleen van als u de notaris ook daadwerkelijk inschakelt. Het is dan ook uw eigen verantwoordelijkheid en vrijheid om u te laten informeren over de gevolgen van uw keuze.

 

Wilt u het risico van een verkeerde keuze niet lopen of meer weten over deze regeling? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Uitkering legaat is verantwoordelijkheid erfgenamen

Volgens de wet zijn erfgenamen met hun gehele vermogen aansprakelijk zijn om de schulden te voldoen. Zelfs de legitieme portie – het wettelijk erfdeel – is daarvoor niet veilig.

Wilt u dat risico niet lopen, dan moet u de nalatenschap verwerpen en daarbij verklaren dat u uw legitieme portie wel wilt ontvangen. Een andere mogelijkheid is het beneficiair – onder de voorwaarde dat er positief saldo overblijft na verrekening met schulden – aanvaarden van de nalatenschap.

 

Wilt u meer weten over de risico’s van een nalatenschap met een legaat? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Verplichting in samenlevingscontract geldt ook na overlijden

In een recente zaak voor het Hof Den Bosch betroffen die voorwaarden dat de uitkering zou vervallen als de begunstigde partner trouwt of (opnieuw) gaat samenwonen, en dat eventuele eigen inkomsten uit sociale voorzieningen van de uitkering zouden worden afgetrokken. Na beëindiging van de samenleving was netjes uitvoering gegeven aan de afspraak. Na het overlijden van de betalende partner ontstond verschil van mening tussen diens erfgenamen en de ontvangende partner over de vraag of de uitkeringsverplichting daarmee ook was beëindigd. De Rechtbank vond van wel, het Hof denkt er anders over.

 

Er moet gekeken worden naar de bedoeling van beide partners bij het sluiten van de samenlevingsovereenkomst. Het Hof leidt uit de eerste afspraak dat zij een aan alimentatie-gelijke verplichting wilden creëren. Echter, het Hof leidt uit de omschrijving van de betalingen af dat er sprake is van een lijfrente. Bovendien heeft de notaris die de akte heeft getekend in een brief vastgelegd dat partijen bedoelden dat de uitkering niet zou stoppen bij overlijden van de betalende partner. Voor het Hof is dat voldoende om vast te stellen dat de verplichting ook na het overlijden van de betalende partner blijft doorlopen.

 

Wilt u meer weten over vergelijkbare afspraken in een samenlevingscontract? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Stichting oprichten bij testament eenvoudiger dan menigeen denkt

Een dergelijk testament moet de oprichtingsakte van de betreffende stichting bevatten. Daarin moeten dan de naam en het doel van de stichting worden opgenomen, en de manier waarop bestuurders kunnen worden benoemd en ontslagen. Ook moet er in staan in welke plaats de stichting zetelt, en de bestemming van het overschot na vereffening van de stichting in geval van ontbinding. In plaats van dat laatste kan ook worden vermeld op welke manier de bestemming van het overschot na ontbinding zal worden vastgesteld.

 

Een stichting die bij testament wordt opgericht kan bijvoorbeeld tot doel hebben om het vermogen dat u nalaat op een bepaalde manier te besteden, bijvoorbeeld aan een door u vastgesteld doel. De mogelijkheid wordt echter ook gebruikt voor het benoemen van een stichting als executeur, als bewindvoerder, of als beheerder van het aandelenkapitaal in de hoedanigheid van een Stichting Administratiekantoor.

 

Soms wordt op deze manier ook een afwikkelingsstichting opgericht, bijvoorbeeld als u voorziet dat de afwikkeling van uw nalatenschap problemen zal opleveren. Dan wordt de stichting tot enig erfgenaam benoemd. Degene die u dan wilt laten delen in uw erfenis, benoemt u dan tot legataris of lastbevoordeelde. De afwikkelingsstichting is als erfgenaam aansprakelijk voor de betaling van de schulden van de nalatenschap.

 

Wilt u meer weten over het oprichten van een stichting in uw testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Aandeelhouders kunnen geen agendapunten afdwingen

Het bestuur en de raad van commissarissen zijn niet verplicht een stemming te agenderen over een onderwerp dat niet tot de bevoegdheid van de aandeelhoudersvergadering behoort. In de zaak waarop het advies van de advocaat-generaal van toepassing is, ging het om een onderwerp dat niet tot de bevoegdheid van de aandeelhoudersvergadering behoorde. Dat neemt overigens niet weg dat je er dan wel over van gedachten kan wisselen.

 

Aanleiding tot deze vraagstelling is het verzoek van een aandeelhouder om de bespreking van het onderwerp af te ronden met een stemming. Het ging weliswaar om een niet-bindende stemming – het ging niet over een bevoegdheid van de aandeelhoudersvergadering – die kon worden gezien als een aanbeveling.

Het bestuur en de raad van commissarissen willen uiteraard niet voor de voeten gelopen worden met een uitkomst van een hen onwelgevallige stemming, ook al gaat het maar om een aanbeveling. Dat was voor het bestuur en de raad van commissarissen reden om het onderwerp niet te agenderen.

 

De advocaat generaal meent dat het afdwingen van deze stemming niet uit de wet kan worden afgeleid en ook niet uit de EU richtlijn die op dat punt van toepassing is. Het is overigens nog niet bekend wanneer de Hoge Raad uitspraak gaat doen in deze zaak en of zij de advocaat generaal zal volgen.

 

Wilt u meer weten over uw rechten als aandeelhouder of over uw mogelijkheden als bestuur of raad van commissarissen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Herroeping van schenking doet beroep op eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling herleven

De vraag is vooral van fiscale aard. Het specialistenteam schenk- en erfbelasting van de Belastingdienst Eindhoven heeft zich hierover gebogen. De fiscus vergelijkt het belastingbedrag van de schenking – er is immers de eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling genoten – met de te betalen belasting als dat was berekend over het voordeel dat tijdens de bezitsperiode is genoten.

 

Een herroepen schenking betekent juridisch dat er geen schenking is geweest en ook geen vrijstelling is genoten. Dat betekent dat na herroeping de eenmalig verhoogde vrijstelling nog steeds kan worden gebruikt. De Belastingdienst eist wel een echte herroeping om constructies te voorkomen met als doel heffing van schenkbelasting te ontlopen of zo toch te profiteren van een (verhoogde) vrijstelling. Als sprake is van dat laatste, is dat een schijnhandeling.

 

Wilt u meer weten over herroeping van schenkingen in relatie tot de genoten vrijstelling? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Vereniging kan niet over één nacht ijs bij ontzetting of opzegging lidmaatschap

Statuten, redelijkheid en billijkheid spelen een belangrijke rol bij de beoordeling van een voorgenomen ontzetting of opheffing van lidmaatschap. Rechten en verplichtingen van de leden blijken uit de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging. In de wet staat dat de vereniging en haar leden zich tegenover elkaar en onderling behoorlijk behoren te gedragen; dat wordt in de wet aangevuld met de voorwaarde “wat in redelijkheid en billijkheid” van elkaar mag worden verwacht.

 

Ontzetting is doorgaans – blijkend uit statuten of regelementen van verenigingen – alleen mogelijk als een lid handelt in strijd met de statuten of reglementen, of zich ontoelaatbaar gedraagt ten opzichte van het bestuur of andere leden. Het is een tuchtrechtelijke maatregel, die alleen als uiterste middel kan worden toegepast. Hetzelfde kan worden bedoeld als in de statuten of reglementen de mogelijkheid van royement is opgenomen. Royement wordt in de jurisprudentie en in het hedendaagse spraakgebruik gelijkgesteld aan ontzetting uit het lidmaatschap.

 

Opzegging is iets anders. Het is een minder vergaande maatregel dan ontzetting. Opzegging door de vereniging is mogelijk als van een vereniging niet langer kan worden gevraagd het lidmaatschap te laten voortduren. De wet biedt deze mogelijkheid uitdrukkelijk. Of opzegging redelijk is hangt af van de vraag of een vereniging in de gegeven omstandigheden in alle redelijkheid al dan niet tot opzegging zou mogen overgaan. De wet geeft het bestuur de vrijheid om – weliswaar – in alle redelijkheid – tot een dergelijk besluit te komen.

 

Een verenigingslid heeft het recht heeft om zijn mening te uiten, maar dat moet dan wel gebeuren binnen de kaders van de wet, te weten dat de leden zich tegenover het bestuur en onderling behoorlijk behoren te gedragen. Als het gedrag meerdere keren negatieve effecten heeft gehad op de bestuursleden en leden en bijvoorbeeld bijdragen aan het creëren van tegenstellingen, dan wordt de grens overschreden. Het functioneren van een vereniging kaan daardoor nogal moeizaam worden. Ook onverenigbaarheid van karakters kan daaraan bijdragen. Dat zijn allemaal aspecten op grond waarvan een bestuur in redelijkheid tot een opzeggingsbesluit kan komen.

 

Wilt u meer weten over opzegging en ontzetting uit het lidmaatschap van een vereniging of het opstellen van waterdichte statuten? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Afstand doen van een erfenis ten gunste van een ander

Het is mogelijk voor de erfgenaam/ouder om het erfdeel na ontvangst te schenken aan zijn of haar kinderen. Echter, dan moet die ouder erfbelasting betalen en de kinderen schenkbelasting. De omgang van de schenkbelasting hangt af van de vraag of een groot bedrag ineens wordt geschonken of in jaarlijkse termijnen). Het kan dan voordeliger zijn dat de ouder de nalatenschap verwerpt. Hij wordt dan geacht nooit erfgenaam te zijn geweest en zijn kinderen komen in zijn plaats als erfgenamen van hun grootouder (dit heet plaatsvervulling).

 

Dit heeft wel consequenties voor de heffing van de erfbelasting. In de Successiewet staat wat de gevolgen zijn van verwerping door een erfgenaam. Een erfgenaam kan verwerpen ten gunste van iemand anders, maar verwerping zal nooit tot gevolg kunnen hebben dat daardoor minder erfbelasting wordt geheven. Als iemand dus verwerpt en iemand anders daardoor erft en een hogere vrijstelling heeft of in een gunstigere tariefgroep valt, wordt geen erfbelasting bespaard, want de verschuldigde erfbelasting wordt dan berekend alsof er geen verwerping heeft plaatsgevonden.

Het omgekeerde is wel mogelijk! Als door verwerping meer erfbelasting geheven kan worden, dan is het hogere bedrag verschuldigd.

 

Kinderen en kleinkinderen hebben dezelfde vrijstelling, € 20.371 (2018), maar het tarief dat berekend wordt over hetgeen meer wordt geërfd dan de vrijstelling verschilt wel: over de eerste schijf (tot € 123.248) is een kind 10% erfbelasting verschuldigd en een kleinkind 18%.

 

Het is in het algemeen niet te zeggen wat de voordeligste oplossing is in dit soort situaties. Mocht u overwegen om ten gunste van uw kinderen een nalatenschap te verwerpen, laat u dan goed informeren over de fiscale gevolgen daarvan. En doe dat ook vroegtijdig, want als u de nalatenschap eenmaal aanvaard hebt, kunt u niet meer verwerpen.

 

Wilt u meer weten over de voor- en nadelen van verwerping van en erfenis in uw situatie? Bel ons voor het maken van een afspraak.