Buiten statuten om handelen leidt tot aansprakelijkheid bestuurder

Het Hof Amsterdam behandelde vorig jaar een zaak waarin een bestuurder – tevens mede-aandeelhouder – van een BV 20% aandelenbelang verkocht aan een BV waarvan hij ook bestuurder en aandeelhouder was. Hij deed dat zonder toestemming van zijn medebestuurder/-aandeelhouder. Volgens de statuten had hij in dergelijke gevallen toestemming nodig van zijn mede-aandeelhouder.

De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van bestuurdersaansprakelijkheid, omdat het aandelenbelang tegen de nominale waarde was overgedragen. Het Hof dacht er anders over en zag een tegenstrijdig belang omdat de bestuurder zowel bestuurder van verkoper als koper was. Hij had op grond van de statuten goedkeuring moeten vragen aan de andere aandeelhouder.. Om de aansprakelijkheid te kunnen vaststellen, was het nodig te kijken of er een verband bestond tussen het nalatigheid van de verkopende bestuurder (niet volgens de statuten handelen) en het verlies van de mogelijkheid voor de andere aandeelhouder om de aandelenoverdracht te voorkomen of een hogere prijs uit te onderhandelen. Het Hof vond dat een dergelijk verband aanwezig was. De bestuurder werd aansprakelijk gesteld tegenover de andere aandeelhouder.

Conclusie: handelen in strijd met de statuten brengt grote risico’s op bestuurdersaansprakelijkheid mee. Wilt u dat voorkomen, bel ons dan voor advies.

Schenking aan partner vrij van schenkbelasting

Een omstandigheid die tot dergelijk handelen kan leiden kwam aan de orde in een zaak die diende voor de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Een echtgenote met een herseninfarct, opgenomen in een verzorgingshuis, is niet meer in staat contact te hebben met haar echtgenoot. Na een tijdje gaatde man samenwonen met een nieuwe partner, die haar baan opzegt en de gemeenschappelijke huishouding bestiert. Het UWV beëindigt de uitkering van de partner, waarop de man haar tot twee maal toe een forse schenking doet. Hij voelt een morele verplichting om haar na zijn dood verzorgd achter te laten. Hij doet dat door middel van schenkingen omdat hij vreest dat het regelen van deze zaken in een testament veel problemen met zijn kinderen zal gaan opleveren.

De Belastingdienst kijkt er anders tegenaan. Die vindt dat een schenking tijdens leven niet kan worden aangemerkt als het voldoen aan een natuurlijke verbintenis. De inspecteur onderbouwt dat met de stelling dat een verplichting tot het verzorgd achterlaten alleen bestaat na het beëindigen van de relatie of na het overlijden. De Rechtbank ziet dat anders. Het moment van het verrichten van de prestatie is bepalend, het is niet van belang hoe de partner er later financieel zal voorstaan. De wet mag niet zo worden uitgelegd dat een natuurlijke verbintenis tot voorziening in het levensonderhoud beperkt is tot die gevallen waarbij de relatie is beëindigd.

Wilt u meer weten over het doen van een schenking aan uw partner? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Taalkundige uitleg huurovereenkomst is leidend

U raadt het al, de bron voor een geschil is geboren voor situaties waarin de ene partij een groter voordeel kan halen dan de ander heeft voorzien, dan wel een groter nadeel ondervindt dan voorzien bij het aangaan van de overeenkomst. Dan gaan de letters van de overeenkomst ontleed worden. Zo ook in hiervoor vermelde situatie.

De huurder vindt dat uit de tekst moet worden afgeleid dat er na vijf jaar een koopoptie voor hem ontstaat. De verhuurder vindt dat de huurder alleen maar een voorkeursrecht heeft als de verhuurder de woning wil verkopen. Het Hof en de rechtbank vinden dat de tekst een onvoorwaardelijke koopoptie na vijf jaar inhoudt. Dat wordt nog eens ondersteund omdat het om twee alinea’s gaat. De eerste gaat over de optie voor de huurder om de woning na vijf jaar te kopen, de tweede over de omstandigheid dat de verhuurder de woning wil verkopen.

Als het standpunt van de verhuurder gevolgd zou worden, zou de eerste alinea overbodig zijn. Vandaar de taalkundige uitleg door het Hof en de rechtbank, met als conclusie dat aan de huurder een onvoorwaardelijke koopoptie is verleend om de woning na vijf jaar te mogen kopen.

Wilt u meer weten over het kopen van een huurwoning? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Privé schulden door BV laten betalen kan tot problemen leiden

Deze zomer speelde een zaak met deze kenmerken voor de rechtbank Zeeland–West-Brabant. De jaarstukken van de BV bevatten een vordering van de curator op de BV. De curator was namelijk ook in een faillissement van een vroegere BV van de betreffende bestuurder betrokken. In die zaak had hij een vordering tegen de bestuurder in privé ingesteld. Die vordering leidde tot een vaststellingsovereenkomst waarin de bestuurder zich verplichtte tot betaling van die vordering.

Wat schetst de verbazing van de curator die uit de jaarstukken afleidde dat de nu gefailleerde BV het bedrag van die schuld aan de hem heeft betaald, onder vermelding van het zaaknummer van de procedure die eerder leidde tot de vaststellingsovereenkomst. Met andere woorden, de bestuurder liet het bedrag dat hij in privé aan de curator verschuldigd was, door de BV betalen. In de boekhouding had de bestuurder laten opnemen dat het een vordering van de curator op de BV betrof.

De bestuurder heeft zonder grondslag en ten koste van andere schuldeisers betaald. Hij heeft hiermee ook onrechtmatig tegenover de schuldeisers van de gefailleerde BV gehandeld. De bestuurder heeft zich hierdoor in privé verrijkt. Zijn privéschuld was daarmee immers voldaan. Echter, de BV is door die handeling verarmd. De bestuurder werd veroordeeld de vordering van de curator te betalen.

Wilt u meer weten over wat u als bestuurder van een BV wel en niet mag? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Airbnb-toeristen moeilijk onder te brengen in woonappartementen

De rechtbank Rotterdam mocht zich hierover afgelopen zomer buigen. In die zaak stond in de splitsingsakte dat het betreffende appartement als woning is bestemd. Bij de uitleg daarvan spelen termen als partijbedoeling, redelijkheid en billijkheid en objectieve maatstaven een rol. Ook moet de samenhang met splitsingsreglement hierin worden betrokken. In dit geval bleek dat de eigenaar/gebruiker verplicht was om het privégedeelte te gebruiken zoals dat in de akte en het reglement was omschreven. Afwijking van de verplichting tot zelfbewoning zou alleen mogelijk zijn met toestemming van de VvE.

Wel zou de eigenaar zijn appartement aan een derde in gebruik mogen geven als die derde een verklaring aan de VvE zou geven dat hij het reglement zou naleven. Die voorwaarde is praktisch onuitvoerbaar bij verhuur voor korte periodes aan toeristen. Voor de rechter is dit aanleiding voor de conclusie dat een dergelijke verklaring alleen betrekking heeft op langduriger verhuur.

Bovendien, zo stelt de rechter, als een woning voor steeds korte periodes wordt verhuurd aan derden, is dat bedrijfsmatige exploitatie en niet gebruik als woning. Dat is in strijd met menig splitsingsakte en bijbehorend reglement.

Wilt u weten welke mogelijkheden u als appartementseigenaar hebt om uw woning voor korte of langere periodes te verhuren? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Fout in splitsingsaktes opgeheven door VVE-besluit

Na de hoofdsplitsing was er voor elk van de gebouwen een akte van ondersplitsing gemaakt en getekend. In de splitsingstekeningen en in de akte van hoofdsplitsing was vastgelegd dat de buitengevels behoren tot de gemeenschappelijke delen van de verschillende ondersplitsingen. In de aktes van ondersplitsing stond echter onbedoeld dat de kosten voor rekening komen van de hoofdsplitsing.

De verenigingen van eigenaren (VvE) van de hoofdsplitsing en de ondersplitsingen hebben – toen zij achter de fout kwamen – unaniem besloten dat de buitengevels tot de gemeenschappelijke gedeelten van de verschillende ondersplitsingen behoren en niet van de hoofdsplitsing. Als gevolg daarvan werd ook besloten dat de kosten voor rekening van de VvE’s van de ondersplitsingen zouden zijn.

Eén van de partijen in de ondersplitsing kreeg jaren later echter spijt van dat besluit. Aanleiding was het besef dat de onderhoudskosten erg houden zouden worden. De betreffende VvE probeerde het eerdere besluit van de VvE’s nietig te laten verklaren bij de rechter. Een argument daarvoor zou kunnen zijn, dat bij tegenstrijdigheid tussen splitsingstekeningen en splitsingsaktes de rechter moet bepalen of de splitsingstekeningen doorslaggevend moeten zijn of de splitsingsaktes.

Uit de uitspraak van de rechter blijkt dat deze uitgaat van het feit dat een hoofd- en ondersplitsing een veelgebruikte opzet is voor gebouwen met beperkte gemeenschappelijke voorzieningen. Er kunnen immers in de loop der jaren verschillen ontstaan in onderhoudskosten en inrichtingseisen. Daar hoeven de eigenaren van de andere gebouwen niet voor op te draaien, is de algemene opvatting. Dat geldt nog meer als het ene gebouw nieuwbouw is en het andere vernieuwbouw.

In dit geval constateerde de rechter ook een innerlijke tegenstrijdigheid tussen de splitsingsaktes en de splitsingstekeningen. Die fout en onduidelijkheid is met het eerste unanieme besluit van de VvE’s over de buitengevels opgeheven. Er is daarom ook geen sprake van strijd met de statuten.. De rechtbank vond dan ook dat één van de partijen zich niet later eenzijdig aan dit besluit kan onttrekken. Er is daarom ook geen sprake van een nietig besluit.

Wilt u meer weten over de gevolgen van besluitvorming in VvE’s of over splitsingen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Vordering op erfenis na 20 jaar verjaard

Onlangs was er een rechtszaak waarbij de langstlevende een jaar na het overlijden van zijn echtgenote ging samenwonen met zijn nieuwe partner. In het testament van zijn overleden echtgenote, was een dergelijke bepaling over samenwoning opgenomen. Zijn dochter, met wie hij nauwelijks contact had, was niet ingelicht over het samenwonen. Twintig jaar later overlijdt de langstlevende. Zijn dochter eist haar vordering op die zij bij het overlijden van haar moeder heeft verkregen.

De rechter oordeelde in dit geval dat de vordering opeisbaar werd op het moment dat de langstlevende ging samenwonen met zijn nieuwe partner. Nu de verjaringstermijn van twintig jaar is verstreken, is de vordering dus verjaard.

De rechter vond dat het niet-inlichten van de dochter over de samenwoning, wegens het slechte contact, niet was aan te merken als opzettelijke verzwijging en dat dus de verjaringstermijn niet was verlengd. Ook het feit dat de nieuwe partner van de langstlevende de vordering heeft erkend, betekent niet dat er daardoor een verbintenis ontstaat en de vordering alsnog door de nieuwe partner van de langstlevende uitgekeerd zou moeten worden.

Kortom: bij een langstlevende testament (met OBV) is het voor de kinderen die een vordering verkrijgen op de langstlevende van belang dat zij op de hoogte zijn van de gevallen waarin hun vordering opeisbaar is en dat zij zich van deze opeisbaarheid bewust blijven voordat het te laat is.

Sinds 2003 bestaat de OBV niet meer; de Wettelijke Verdeling is hiervoor in de plaats gekomen. Die zorgt ervoor dat de langstlevende de goederen automatisch – op grond van de wet – verkrijgt, zonder medewerking van de kinderen.

Heeft u vragen over uw testament? Bel ons voor een afspraak.

Nieuwe beherend vennoot CV ook aansprakelijk voor oude schuld

Er was in deze zaak een constructie bedacht waarin een commanditaire vennoot voor één dag beherend vennoot werd van een CV die diezelfde dag werd ontbonden. Het vermogen van de CV ging over naar een BV die zich verplichtte om de schulden voor zijn rekening te nemen. Nadat de BV kort daarop failliet ging, werd de beherend vennoot in privé aansprakelijk gesteld voor de nog in de CV aangegane schuld.

Een beherend vennoot is op grond van de wet hoofdelijk aansprakelijk voor de verplichtingen die de CV aangaat, ook al is hij of zij maar beherend vennoot voor één dag. Het helpt de vennoot ook niet om een beroep te doen op een artikel waarin staat dat voor een vennoot die hoofdelijke aansprakelijkheid alleen geldt als de vennoot een verwijt kan worden gemaakt over zijn of haar handelingen. Die regel geldt alleen voor commanditaire vennoten en niet voor beherend vennoten. Wie beherend vennoot wordt, is direct geheel persoonlijk aansprakelijk, ook voor schulden die al voor de datum van toetreding bestonden.

Wilt u meer weten over de verschillen tussen beherend en commanditaire vennoot? Bel ons voor het maken van een afspraak.

De beste redenen om een testament op te stellen op een rijtje

Geen partner en/of kinderen

De meeste mensen hebben een partner en/of kinderen aan wie zij hun bezittingen nalaten. Voor mensen in een andere privésituatie is een testament een uitkomst. Zij kunnen dan zelf bepalen wat er met hun vermogen en hun spullen moet gebeuren na hun overlijden.

Bescherming vermogensdeel kinderen

In Nederland zijn verreweg de meeste mensen getrouwd in gemeenschap van goederen. In die gevallen zijn alle bezittingen gezamenlijk eigendom.. U kunt daar in een testament invloed op uitoefenen met een uitsluitingsclausule. Daarin kunt u bepalen dat wat van u is terechtkomt bij uw eigen kinderen en niet bij de zogenaamde ‘koude kant’. Deze clausule is met name van belang ingeval van echtscheiding bij een van uw kinderen.

Een uitsluitingsclausule in een testament zorgt ervoor dat uw kinderen het verkregen kapitaal niet in de huwelijksgemeenschap zien verdwijnen. De erfgenaam krijgt als het ware een eigen vermogensdeel buiten de huwelijksgemeenschap om. Bij echtscheiding kunt u met deze clausule voorkomen dat de koude kant aanspraak maakt op dit vermogen.

Erfgenamen

In de wet is de vererving van uw nalatenschap geregeld. U kunt van die regels afwijken met een testament. U kunt de ene erfgenaam bijvoorbeeld meer nalaten dan de ander of u kunt juist een wettelijke erfgenaam onterven. Ook kunt u geld of iets anders toekennen aan bijvoorbeeld een niet-erfgenaam of een goed doel.

Voogdij voor minderjarige kinderen

Wat moet er met uw kinderen gebeuren als zij nog minderjarig zijn en beide ouders overlijden? In een testament kunt u verzorgers benoemen voor die situatie. Doet u dat niet, dan beslist de rechter wie de voogdij over uw kinderen krijgt.

Minder erfbelasting

Erfgenamen betalen erfbelasting over wat zijn uit de nalatenschap krijgen. Partners hebben altijd een grote vrijstelling, andere erfgenamen hebben een kleine vrijstelling. Wij kunnen u adviseren over de mogelijkheden waarbij u met bepalingen in uw testament zorgt voor een zo laag mogelijke erfbelasting.

Meer weten over de mogelijkheden van een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Waardering eenmanszaak bij echtscheiding uitsluitend over goederen

De ondernemende partner zal in dergelijke gevallen de saldi van zijn bankrekeningen en de jaarrekening van zijn onderneming aan de rechtbank moeten overleggen. Algemeen uitgangspunt is dat de goederen die per datum echtscheidingsverzoek tot de onderneming behoorden, aan de ondernemende partner worden toebedeeld. Die moet wel de waarde van die goederen per datum verdeling delen met zijn of haar partner.

Bij een eenmanszaak is geen ruimte voor waardering van de onderneming ‘als geheel’. Een eenmanszaak is immers geen goed in de juridische zin van het woord. Aandelen in een BV zijn daarentegen wel in waarde te berekenen. Bij een eenmanszaak is het gebruikelijk voor de waardering van de aanwezige goederen en schulden aan te sluiten bij wat in de jaarrekening staat.

Wilt u meer weten over de gevolgen van een echtscheiding voor uw onderneming? Bel ons voor het maken van een afspraak.