Benadeling door geplunderde spaarrekening vergoeden

Liefhebbers van een goed verhaal kunnen hun hart ophalen bij een onlangs gehouden zitting van de rechtbank Noord-Holland over een dergelijke zaak. Op de dag dat een vrouw de relatie met haar man verbreekt en intrekt bij haar nieuwe partner, haalt zij de gezamenlijke spaarrekening leeg. Drie manden later wordt het verzoekschrift tot echtscheiding ingediend en pas weer een jaar later is de echtscheiding uitgesproken.

De wettelijke regel is dat een partner die binnen zes maanden voor het starten van een echtscheidingsprocedure het (spaar)geld verspilt, de gemeenschap van goederen benadeeld. Vanuit dat oogpunt is het logisch dat de man de aangerichte schade vergoed wil hebben.

De vrouw vond in deze zaak dat zij tot de datum van indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding wel degelijk over het gezamenlijke vermogen mocht beschikken. Van verspilling was volgens haar ook geen sprake omdat zij met het opgenomen geld een gezamenlijke schuld aan haar moeder afbetaald, meubels heeft gekocht en tijdelijk in het levensonderhoud van haar en haar kind heeft voorzien.

De vraag is of de rechtbank met de verklaring van de vrouw een rechtsgrond kon vaststellen die de geldopname en de besteding daarvan zou kunnen rechtvaardigen. Nee dus. De vrouw kon het bestaan en de opeisbaarheid van de lening bij haar moeder niet aantonen. Dat kon zij evenmin met de betaling daarvan aan haar moeder. Ook het verhaal over inrichting en levensonderhoud kon zij niet aantonen.

De rechtbank overwoog daarnaast nog dat de vrouw partneralimentatie en een uitkering voor het betalen van haar levensonderhoud ontving. De vrouw moest de helft van het opgenomen bedrag aan de man vergoeden.

Wilt u meer weten over wanneer geld en bezittingen wel of niet in de gemeenschap van goederen vallen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Eerder beginnen om falende bedrijfsoverdracht te voorkomen

Bijna zeventig procent van alle Nederlandse ondernemingen is een familiebedrijf en is goed voor vrijwel de helft van de werkgelegenheid. Meer dan de helft van het zogenaamde bruto binnenlands product is afkomstig uit familiebedrijven. Het belang voor de economie is daarmee wel duidelijk. Hoe kunt u zich wapenen tegen mislukking?

Bedrijfsopvolging in familiebedrijven is niet alleen een zakelijke kwestie, ook emoties en familiebelangen spelen een belangrijke rol. Op tijd beginnen is het devies van de onderzoekers. Notarissen hameren daar al decennia lang op. Vijf tot tien jaar zijn er nodig als u een voor alle partijen soepele overgang wilt realiseren met voldoende kansen voor de opvolger om met het bedrijf verder te kunnen en te kunnen blijven bestaan. Die tijd is bijvoorbeeld alleen al nodig voor de fiscale aspecten. Door tijdig te beginnen kunt u die lasten uitsmeren en zelfs enigszins beperken.

De onderzoekers concluderen dat een groeiend bedrijf in de eerste generatie met zicht op bedrijfsopvolging noodzakelijke investeringen in bijvoorbeeld IT vaak achterwege laat. De opvolger wordt dan geconfronteerd met veel “achterstallig onderhoud”. Dat kan voorkomen worden met goede en tijdige samenwerking tussen de verschillende generaties, met inschakeling van de op onderdelen noodzakelijke deskundigheid.

Vroeg plannen maken, blijven investeren, fiscaal en juridisch voorsorteren. Wie dat nalaat, loopt het risico om in de groep van zeven (op de tien) falende bedrijfsoverdrachten terecht te komen. Wilt u dat voorkomen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Uitsluitingsclausule bij gift moet vooraf worden bedongen

Tot 1 januari 2003 moesten schenkingen en de eventueel bijbehorende uitsluitingsclausules in een notariële akte worden vastgelegd. Dat gold alleen niet voor contante schenkingen en – daaronder vallend – schenkingen via girale overboekingen.

Het Hof Arnhem-Leeuwarden kreeg eerder dit jaar wel een heel curieus geval onder ogen. Een schenking uit 1995 was niet vastgelegd in een notariële akte – dus ook geen uitsluitingsclausule – maar in de daarop volgende aangifte schenkbelasting werd de schenking opgevoerd met als toevoeging dat die onder een uitsluitingsclausule was gedaan. De wet is er helder over, na het doen van een gift kan geen uitsluitingsclausule meer worden bedongen. Een bij de schenkingsaangifte opgestelde uitsluitingsclausule is daarom ongeldig. De schenking valt daarmee in de gemeenschap van goederen en gaat voor de helft naar de ex-echtgenoot.

Wilt u meer weten over de uitsluitingsclausule bij schenkingen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Dga’s ook geen werknemer na toetreding nieuwe aandeelhouder

Het Hof in Den Bosch moest zich onlangs uitspreken over een dergelijke zaak. De aandelen in een BV werden gehouden door twee aandeelhouders. Op een gegeven moment treedt een derde aandeelhouder toe en verwerft 20% van de aandelen. Beide andere aandeelhouders houden elk 40%.

De fiscus concludeerde – na boekenonderzoek – dat beide 40%-aandeelhouders vanaf het moment van toetreding van de derde aandeelhouder werknemer van hun BV zijn geworden en legt een flinke naheffingsaanslag op.

De rechtbank ging niet met de fiscus mee. Volgens de rechtbank – die zich baseerde op de Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder en op jurisprudentie van de Hoge Raad – worden bestuurders die in de algemene vergadering van de vennootschap een gelijk of vrijwel gelijk aantal stemmen kunnen uitbrengen, aangemerkt als directeur-grootaandeelhouders.

Ook bij het Hof ving de fiscus bot. De fiscus slaagde er in dit geval niet in om te bewijzen dat er sprake zou zijn van een dienstbetrekking van beide groot-aandeelhouders.

Wilt u weten wat uw positie is in dergelijke situaties of regelen dat u niet in een dergelijke situatie verzeild raakt? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Vervaltermijn in testament soms slechts aansporingstermijn

Het Hof boog zich over een zaak waarin het betreffende deel twee weken na het verstrijken van de zes maanden werd opgeëist. De achtergebleven echtgenote vond dat zij daarom ook niet tot uitkering hoefde over te gaan. Het Hof boog zich over de vraag of hier sprake is van een vervaltermijn of van een aansporingstermijn.

Bij de uitleg van een testament is niet alleen de grammaticale uitleg doorslaggevend. Ook de verhoudingen die iemand blijkbaar wilde regelen, wegen mee. Datzelfde geldt voor de omstandigheden waaronder het testament is gemaakt. Het Hof vindt dat een dergelijke clausule niet kan worden opgevat als een vervaltermijn. Althans als er niet met zoveel woorden is opgenomen dat de mogelijkheid tot opeisen vervalt als niet aan de gestelde termijn is voldaan. Het Hof ziet er veel meer een aansporing in om na het overlijden niet te lang te wachten met het opeisen van de vorderingen.

Van belang is dat in deze zaak nergens staat dat de mogelijkheid van opeising vervalt als de termijn wordt overschreden. Te meer omdat op andere plaatsen in het testament wel fatale termijnen als zodanig zijn vermeld.

Wilt u meer weten over het opnemen van aansporings- en vervaltermijnen in uw testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Bevoordeling via BV van kind is toch een gift aan dat kind

Uiteindelijk – bij overlijden van een van de ouders – wordt de vraag relevant of er vanwege de lage huur sprake is van een gift aan het ondernemende kind. Als dat zo is, moet dat bedrag worden meegenomen in de berekening van de erfdelen. De vraag is of de stelling houdbaar is dat de gift niet aan het kind persoonlijk maar aan diens BV ten goede is gekomen. De BV heeft immers de huurovereenkomst gesloten.

Het Hof Amsterdam was er begin dit jaar snel uit in een dergelijke situatie. Wie een ander verrijkt ten koste van zijn of haar vermogen, doet in juridische zin een gift. Bepalend is of de ontvanger wordt bevoordeeld en of dat ook de bedoeling was van – in dit geval – de ouders. Dat laatste bleek, de ouders wilden hoge huurkosten voor het kind vermijden en de huurprijs was lager dan in de markt gebruikelijk was. De lage huur had ook een positief effect op de winst van de BV. Die winst kwam het kind ten goede vanuit zijn hoedanigheid van directeur-grootaandeelhouder. Er was dus sprake van een gift die moet worden meegenomen in de berekening van de erfdelen.

Wilt u meer weten over de erfrechtelijke gevolgen van bevoordeling van een kind ten opzichte van uw andere kinderen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Onterfde kinderen soms toch recht op uitkering levensverzekering

Rechtbank Noord-Holland boog zich onlangs over een dergelijke zaak. In de polis werden als begunstigden vermeld de verzekeringnemer, zijn weduwe, zijn kinderen (ieder voor een gelijk deel) en zijn erfgenamen. De verzekeringsmaatschappij kende de uitkering toe aan de kinderen omdat de overledene en zijn partner niet getrouwd of als partner geregistreerd waren en de levensverzekeringsuitkering buiten de nalatenschap om werd ontvangen. De partner vond dat zij recht had op de uitkering omdat de bedoeling van haar overleden partner anders zou zijn dan uit de polissen bleek.

De rechtbank moet ervan uitgaan dat bij een levensverzekering begunstigden worden aangewezen met een schriftelijke mededeling van de verzekeringnemer aan de verzekeringsmaatschappij. Bij de uitleg daarvan moet de rechter uitgaan van de bedoeling van de verzekeringnemer bij de aanwijzing. Ook moet de rechter letten op eventuele andere verklaringen en gedragingen van de verzekeringnemer. Bij het vaststellen daarvan moet de rechter zich baseren op verklaringen en gedragingen ten tijde van de aanwijzing van de begunstigde(n).

De begunstiging in de polissen is in dit geval na het sluiten van de samenlevingsovereenkomst en een herzien testament niet meer aangepast De rechter kan dan niet anders dan concluderen dat – omdat er geen sprake is van een huwelijk – de begunstiging van de weduwe vervalt en de uitkering ondanks de onterving toekomt aan de kinderen.

Wilt u meer weten over het in overeenstemming brengen van levensverzekeringen met uw wensen voor de situatie na uw overlijden? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Samenwoners kunnen rechter inschakelen voor alimentatieregeling

Een vrouw vroeg dit jaar de rechtbank in Rotterdam te bepalen dat haar ex-partner na verbreking van de samenwoonrelatie alimentatie aan haar zou moeten betalen. De man verweerde zich door te stellen dat de rechter alleen alimentatie kan vaststellen als de alimentatieplicht uit de wet voortvloeit en niet uit een overeenkomst. De rechter ging in die stelling niet mee.

Omdat de ex-partners er samen niet uitkomen, moet de rechter de uitkering vaststellen. De rechter moet daarbij rekening houden met de eisen van redelijkheid en billijkheid. De rechtbank vond dat er wel degelijk de burgerlijke rechter – die geen alimentatierechter is – zich mag uitspreken over de vaststelling van alimentatie op grond van afspraken tussen samenwoners.

In dit concrete geval werd de eis van de vrouw overigens afgewezen omdat zij onvoldoende inzicht had gegeven in haar vermogen en haar mogelijkheden om zelf geld te verdienen.

Wilt u meer weten over het regelen van de gevolgen voor het geval uw samenwoonrelatie wordt verbroken? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Afwaarderen schuld aan overleden ouder scheelt erfbelasting

Dat bleek weer eens bij het Hof Arnhem-Leeuwarden die begin dit jaar uitspraak moest doen in een dergelijke zaak. Een van de kinderen had een schuld van enkele tonnen aan zijn ouders. De fiscus waardeerde die schuld voor de berekening van de hoogte van de nalatenschap en daarmee voor de heffing van erfbelasting op de hoogte van de vordering. Een van de erfgenamen – een broer van de schuldenaar – kwam daartegen in verweer en vond dat de schuld zou moeten worden afgewaardeerd op nul. De rechter ging daarin mee.

Er blijkt namelijk dat de schuldenaar niet wil aflossen en dat daarvan al sprake was voordat de ouder was overleden. Verder wordt de conclusie getrokken dat er geen zekerheden zijn gesteld voor het geval de nalatige broer niet aan zijn aflossingsverplichtingen voldoet. Ook zijn er voor en na het overlijden diverse invorderingsacties geweest, maar ook die hebben niet geleid tot aflossing. Bovendien is de BV van de schuldenaar failliet gegaan.

De fiscus stelde daar tegenover dat er best een koper gevonden zou kunnen worden voor de vordering. Die stelling werd verder echter niet onderbouwd. Reden voor het Hof om het bezwaar van de broer te honoreren en de schuld naar nul af te waarderen en daarmee ook de aanslag erfbelasting te verlagen.

Wilt u meer weten over de afwikkeling van een erfenis? Bel ons voor het maken van een afspraak.

“We hebben het er al eens vaker over gehad…”

Gek genoeg is er vaak onvoldoende aandacht voor de gevolgen bij overlijden. Juist omdat – hoe vervelend ook – ook, uw overlijden een zekerheid is, is het verstandig om voor uw nabestaanden een goede regeling te maken. Deze regeling moet in een persoonlijk testament worden vastgelegd.

Voor veel risico’s heeft u zich – al dan niet verplicht – verzekerd. Daarmee dekt u de financiële gevolgen voor het geval het verzekerde risico zich voordoet. Dat risico doet zich gelukkig vaak niet voor. Daarvoor betaalt u jaarlijks een premie omdat u zich bewust bent van het belang.
Waarom zouden u en uw nabestaanden belang kunnen hebben bij een goed testament? De kosten van een testament zijn – anders dan bij een verzekering – eenmalig bij het opstellen verschuldigd en vallen echt wel mee. Met een testament kunt u zelfs veel geld besparen!
Zonder testament bepaalt de wet wie uw erfgenamen zijn. Wie van u erven wordt dan mede bepaald door het al dan niet gehuwd of als partner geregistreerd zijn en het feit dat er al of geen afstammelingen zijn.

Wij adviseren u om u in een persoonlijk gesprek door ons te laten adviseren over wie uw erfgenamen zijn en of het voor u ook verstandig is om zelf een testament te maken.
Er zijn veel redenen om een testament te maken:

  • uw kinderen zijn minderjarig en u wilt zelf bepalen wie tot hun 18 jarige leeftijd de voogdij verkrijgt indien er geen ouder meer in leven is;
  • u wilt de erfdelen van uw meerderjarige kinderen beschermen met een bewind en daarvoor een bewindvoerder benoemen, bijvoorbeeld bij jonge meerderjarige kinderen of kinderen met een beperking;
  • u wilt dat er over uw nalatenschap zo min mogelijk erfbelasting moet worden betaald;
  • u wilt dat uw kinderen bij een zorgindicatie hun erfdelen mogen opeisen;
  • u wilt bepaalde personen onterven die zonder testament als erfgenaam in uw nalatenschap opkomen;
  • u wilt dat uw nalatenschap bij overlijden zonder afstammelingen als weduwe of weduwnaar ook voor een deel naar uw schoonfamilie moet gaan;
  • u wilt andere erfgenamen benoemen dan die volgens de wet als erfgenamen zouden opkomen;
  • u wilt zelf bepalen wie uw uitvaart moet regelen en/of wie uw nalatenschap moet beheren en/of afwikkelen.
  • u ligt in scheiding en wilt uw echtgenoot of geregistreerd partner onterven;
  • u wilt dat uw nalatenschap bij uw eigen kinderen blijft bij een eventuele echtscheiding en dus niet aan een ex-echtgenoot toekomt;
  • u bent gescheiden en wilt niet dat uw ex-partner indirect de vruchten (bijvoorbeeld rente) geniet van wat uw kinderen van u erven;
  • u gaat als weduwe of weduwnaar samenwonen, hertrouwen of een geregistreerd partnerschap aan;

Natuurlijk zijn er veel meer redenen. Heeft u vragen of over uw eigen situatie kom dan tijdig in aktie. Voor het bespreken van uw persoonlijk testament nodigen wij u hierbij graag uit voor het maken van een afspraak.