Samenwonen zonder samenlevingsovereenkomst is voor eigen risico

Het Hof Den Bosch werd onlangs weer geconfronteerd met een dergelijke zaak. De man heeft gedurende de samenwoning alle premies betaald van de levensverzekering die was gekoppeld aan een gezamenlijke hypotheekschuld. Hij had ook een flink bedrag in de gezamenlijke woning geïnvesteerd. Nu, aan het einde van de rit, wilde hij geld zien van zijn inmiddels ex-partner.

Uit de stukken bleek echter dat hij in staat was gesteld om carriere te maken en inkomen op te bouwen, gedurende welke tijd zijn partner voor het huishouden en de kinderen zorgde. De man betaalde dan ook de premies op de polis waarin beiden verzekerden en begunstigden zijn. Omdat dit gedurende lange tijd zo is geweest, ging de rechter uit van een stilzwijgende overeenkomst op dat terrein, althans wat betreft de levensverzekering en de hypotheekrente. Rekening man dus.

 

Bij de investering en de aan de hypotheeklening gekoppelde polis ligt dat genuanceerder. De waarde van de polis wordt bij de waarde van het huis opgeteld. Minus de hypotheekaflossing blijft er een bedrag over dat kleiner is dan de investering die de man ooit gedaan heeft. Dat weliswaar kleinere bedrag kan vanuit de gemeenschap aan de man ten goede komen. Hij lijdt dan nog steeds een verlies. Zonder samenlevingsovereenkomst is er echter geen grond – behalve redelijkheid en billijkheid – waarop de man iets van zijn ex-partner kan vorderen.

Het Hof ziet in dit geval ook redelijkheid en billijkheid niet als grond. Partijen hebben ooit afgezien van het aangaan van een samenlevingsovereenkomst. Daarin wordt meestal opgenomen dat bij een gezamenlijke woning, de partner die meer heeft bijgedragen dan de ander een vordering op die ander heeft voor de helft van het verschil. Hadden partijen dat wel gedaan, dan zou elk van hen voor de helft delen in de waardeschommeling (zowel winst als verlies). De keuze om zonder samenlevingsovereenkomst samen te wonen is een keuze van partijen en daarmee voor hun eigen risico

 

Wilt u meer weten van het voorkomen van dit soort geschillen en risico’s in een goed samenlevingscontract? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Veilig ouder worden heeft alles te maken met geld en zeggenschap

Wat er moet gebeuren na overlijden, is meestal wel geregeld in een testament. De wensen die u daarin vastlegt, moeten door de nabestaanden worden gerespecteerd en uitgevoerd. Als u echter bij leven onverhoopt niet meer in staat bent om zelfstandig uw wil te bepalen of te uiten, dan heeft u de mogelijkheid om iemand anders dat voor u te laten verzorgen. Iemand die uw volledige vertrouwen heeft. Zowel in het eerste geval als in het tweede geval is het raadzaam iemand een volmacht te geven om uw nalatenschap af te wikkelen dan wel uw zaken en belangen te behartigen.

 

Voor de nalatenschap regelt u een dergelijke volmacht in uw testament, bijvoorbeeld met de benoeming van een executeur. Voor het geval u bij leven wilsonbekwaam wordt, kunt u dat geregeld hebben in een algehele volmacht. Dat geeft echter minder mogelijkheden dan een levenstestament. Met een levenstestament kunt u de regie houden over wat er met u en uw bezit gebeurt. U kunt er concreet en specifieker dan in een algehele volmacht in vastleggen wat in welke situaties moet gebeuren. U kunt er ook iemand in benoemen die daarop moet gaan toezien of dat moet gaan regelen.

 

In een levenstestament kunt u praktische zaken regelen, van verzorging van een huisdier tot beheren van social media accounts. U kunt er ook belangrijke zaken in regelen over doorbehandelen ingeval van ernstige ziekte, of andere zware beslissingen.

Kortom, met een levenstestament en met een testament houdt u zelf de regie in handen. In het levenstestament over uw bezit en uw wil, in een testament over uw nalatenschap.

 

Wilt u meer weten over het vastleggen van uw wensen in een levenstestament of testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Vergoedingsrecht bij beëindiging samenwonen meestal niet geoorloofd

Met de afspraak wordt aan een van beide partners een in tijd oplopende boete opgelegd voor het geval de samenwoning wordt verbroken. Is er dan sprake van een onzedelijk beding of valt de afspraak onder de contractvrijheid van samenwonende meerderjarigen. Beiden wisten immers wat zij ondertekenden.

 

In een zaak voor de rechtbank Rotterdam kwam de aap uit de mouw. De man kreeg door de samenwoning een verblijfsvergunning voor een jaar, reden voor de vrouw om het gewraakte samenlevingscontract te sluiten. Daarmee wilde zij voorkomen dat hij na vijf jaar, als zijn verblijfsvergunning was omgezet naar onbepaalde tijd, zou vertrekken.

Het beding is volgens de rechter in strijd met de vrijheid van de man zelfstandig te beslissen over het samenwonen met de vrouw. Een beslissing daarover hoort in volle vrijheid te kunnen worden genomen. Bovendien was in dit geval te verwachten dat de man het vergoedingsbedrag nooit zou kunnen betalen. Daarmee was het beding nietig.

 

Een vergoedingsbeding is op zichzelf niet ongeoorloofd is. Het gaat om het motief dat bij de afspraak van toepassing was. Als een motief zou ontbreken, zou een dergelijk beding mogelijk wel geoorloofd kunnen zijn.

 

Wilt u meer weten over de houdbaarheid van afspraken in een samenlevingscontract? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Ontslagvergoeding in stamrecht-BV kan probleem opleveren

Dit probleem wordt regelmatig gesignaleerd door accountants en administratiekantoren. Een ontslaguitkering wordt onbelast in een stamrecht-BV gestort en later, als de (aanvullende) pensioenuitkering zal worden uitgekeerd zou u dan in het lage belastingtarief vallen. Maar als het geld al is opgemaakt, krijgt u met een IB-aanslag te maken over het tarief dat in de jaren van opname voor u gold. U krijgt alleen geen aanslag als de BV het geld heeft gebruikt voor beleggingen terwijl die beleggingen uiteindelijk niets hebben opgeleverd.

 

Voor de Belastingdienst gaat het erom of u in de BV zakelijk of onzakelijk met het beschikbare geld bent omgegaan. Zo is het bijvoorbeeld geen probleem als u geld uit de stamrecht-BV aan uzelf uitleent en u die lening aflost en er een normale rente over betaalt. Als u zonder het vast te leggen geld uit de BV haalt en daar privé dingen mee gaat doen, zal er bij het bereiken van de pensioenleeftijd geen of te weinig geld zijn om de belastingclaim te doen innen door de fiscus.

 

Loopt u tegen dergelijke problemen aan of verwacht u ze in uw situatie? Ga tijdig in gesprek met de Belastingdienst voor een hanteerbare oplossing.

Verder gebruik verkochte landbouwgrond door verkoper is nog geen pacht


Bij de beoordeling of er sprake kan zijn van een pachtovereenkomst speelt de vraag of – in dit geval – de verkoper de grond al dan niet bedrijfsmatig exploiteert. In deze zaak, die onlangs voor de rechtbank Limburg speelde, had de verkoper een volledige baan in dienstbetrekking. Hij was niet afhankelijk van de opbrengsten van agrarische activiteiten. Het gebruik van het stuk grond bestond uit verouderde aanplant en voor het overige uit weiland. Er kon niet worden vastgesteld dat hij de grond daadwerkelijk gebruikte. Tot slot bleek ook de verkoopprijs er op te wijzen dat er sprake zou zijn van pachtvrije verwerving.

Dit waren voor de rechter stuk voor stuk argumenten om geen pachtverhouding vast te stellen.

 

Wilt u meer weten over pacht en het gebruik van verkochte grond? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Gemakkelijke weg naar gemeenschap van goederen is risico voor wie trouwen

Het kabinet wil de keuze voor de algehele gemeenschap zo eenvoudig mogelijk te maken, maar ook het beslag op de ambtenaar van de burgerlijke stand beperkt te houden. Dat zou betekenen dat u – als u gaat trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaat – tot één werkdag daarvoor een door u beiden ondertekende modelverklaring bij de ambtenaar van de burgerlijke stand moet indienen. Uit die verklaring moet dan blijken blijkt dat u kiest voor de algehele gemeenschap. Dan gelden voor u de regels zoals ze vóór de wetswijziging per 2018 golden.

 

Nadeel van deze benadering is dat de ambtenaar van de burgerlijke stand geen informatieplicht over de algehele gemeenschap van goederen tegenover u heeft, en de expertise over de gevolgen van uw keuze bij de notaris ligt. Die heeft ook een bijzondere zorgplicht en is onderworpen aan tuchtrecht. Daar profiteert u alleen van als u de notaris ook daadwerkelijk inschakelt. Het is dan ook uw eigen verantwoordelijkheid en vrijheid om u te laten informeren over de gevolgen van uw keuze.

 

Wilt u het risico van een verkeerde keuze niet lopen of meer weten over deze regeling? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Uitkering legaat is verantwoordelijkheid erfgenamen

Volgens de wet zijn erfgenamen met hun gehele vermogen aansprakelijk zijn om de schulden te voldoen. Zelfs de legitieme portie – het wettelijk erfdeel – is daarvoor niet veilig.

Wilt u dat risico niet lopen, dan moet u de nalatenschap verwerpen en daarbij verklaren dat u uw legitieme portie wel wilt ontvangen. Een andere mogelijkheid is het beneficiair – onder de voorwaarde dat er positief saldo overblijft na verrekening met schulden – aanvaarden van de nalatenschap.

 

Wilt u meer weten over de risico’s van een nalatenschap met een legaat? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Verplichting in samenlevingscontract geldt ook na overlijden

In een recente zaak voor het Hof Den Bosch betroffen die voorwaarden dat de uitkering zou vervallen als de begunstigde partner trouwt of (opnieuw) gaat samenwonen, en dat eventuele eigen inkomsten uit sociale voorzieningen van de uitkering zouden worden afgetrokken. Na beëindiging van de samenleving was netjes uitvoering gegeven aan de afspraak. Na het overlijden van de betalende partner ontstond verschil van mening tussen diens erfgenamen en de ontvangende partner over de vraag of de uitkeringsverplichting daarmee ook was beëindigd. De Rechtbank vond van wel, het Hof denkt er anders over.

 

Er moet gekeken worden naar de bedoeling van beide partners bij het sluiten van de samenlevingsovereenkomst. Het Hof leidt uit de eerste afspraak dat zij een aan alimentatie-gelijke verplichting wilden creëren. Echter, het Hof leidt uit de omschrijving van de betalingen af dat er sprake is van een lijfrente. Bovendien heeft de notaris die de akte heeft getekend in een brief vastgelegd dat partijen bedoelden dat de uitkering niet zou stoppen bij overlijden van de betalende partner. Voor het Hof is dat voldoende om vast te stellen dat de verplichting ook na het overlijden van de betalende partner blijft doorlopen.

 

Wilt u meer weten over vergelijkbare afspraken in een samenlevingscontract? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Stichting oprichten bij testament eenvoudiger dan menigeen denkt

Een dergelijk testament moet de oprichtingsakte van de betreffende stichting bevatten. Daarin moeten dan de naam en het doel van de stichting worden opgenomen, en de manier waarop bestuurders kunnen worden benoemd en ontslagen. Ook moet er in staan in welke plaats de stichting zetelt, en de bestemming van het overschot na vereffening van de stichting in geval van ontbinding. In plaats van dat laatste kan ook worden vermeld op welke manier de bestemming van het overschot na ontbinding zal worden vastgesteld.

 

Een stichting die bij testament wordt opgericht kan bijvoorbeeld tot doel hebben om het vermogen dat u nalaat op een bepaalde manier te besteden, bijvoorbeeld aan een door u vastgesteld doel. De mogelijkheid wordt echter ook gebruikt voor het benoemen van een stichting als executeur, als bewindvoerder, of als beheerder van het aandelenkapitaal in de hoedanigheid van een Stichting Administratiekantoor.

 

Soms wordt op deze manier ook een afwikkelingsstichting opgericht, bijvoorbeeld als u voorziet dat de afwikkeling van uw nalatenschap problemen zal opleveren. Dan wordt de stichting tot enig erfgenaam benoemd. Degene die u dan wilt laten delen in uw erfenis, benoemt u dan tot legataris of lastbevoordeelde. De afwikkelingsstichting is als erfgenaam aansprakelijk voor de betaling van de schulden van de nalatenschap.

 

Wilt u meer weten over het oprichten van een stichting in uw testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Aandeelhouders kunnen geen agendapunten afdwingen

Het bestuur en de raad van commissarissen zijn niet verplicht een stemming te agenderen over een onderwerp dat niet tot de bevoegdheid van de aandeelhoudersvergadering behoort. In de zaak waarop het advies van de advocaat-generaal van toepassing is, ging het om een onderwerp dat niet tot de bevoegdheid van de aandeelhoudersvergadering behoorde. Dat neemt overigens niet weg dat je er dan wel over van gedachten kan wisselen.

 

Aanleiding tot deze vraagstelling is het verzoek van een aandeelhouder om de bespreking van het onderwerp af te ronden met een stemming. Het ging weliswaar om een niet-bindende stemming – het ging niet over een bevoegdheid van de aandeelhoudersvergadering – die kon worden gezien als een aanbeveling.

Het bestuur en de raad van commissarissen willen uiteraard niet voor de voeten gelopen worden met een uitkomst van een hen onwelgevallige stemming, ook al gaat het maar om een aanbeveling. Dat was voor het bestuur en de raad van commissarissen reden om het onderwerp niet te agenderen.

 

De advocaat generaal meent dat het afdwingen van deze stemming niet uit de wet kan worden afgeleid en ook niet uit de EU richtlijn die op dat punt van toepassing is. Het is overigens nog niet bekend wanneer de Hoge Raad uitspraak gaat doen in deze zaak en of zij de advocaat generaal zal volgen.

 

Wilt u meer weten over uw rechten als aandeelhouder of over uw mogelijkheden als bestuur of raad van commissarissen? Bel ons voor het maken van een afspraak.