1.
Dat
geldt onder meer als het huwelijk meer dan vijftien jaar heeft geduurd en als
de ontvangende partner hoogstens tien jaar jonger is dan de AOW-leeftijd. De
alimentatieduur is dan maximaal tien jaar.
2.
Voor
een huwelijk dat meer dan vijftien jaar heeft geduurd, waarbij de ontvanger van
alimentatie op of voor 1 januari 1970 is geboren en minimaal tien jaar jonger
is dan de AOW-leeftijd, geldt een alimentatieplicht van 10 jaar.
3.
Voor
de derde uitzondering blijft de termijn van twaalf jaar gelden, deze geldt als
er sprake is van zorg voor uit het huwelijk geboren kinderen.
Zoals
bij veel wetten is ook hier een overgangsregeling van toepassing. De oude wetgeving
blijft gelden voor bestaande alimentatieafspraken. Er komt ook een hardheidsclausule
voor schrijnende gevallen, waarmee de rechter een verlenging van de
alimentatieduur kan toekennen. Van schrijnende gevallen kan bijvoorbeeld sprake
zijn als er een gehandicapt of ernstig ziek kind is, of als de ontvanger van de
alimentatie langdurig en intensief mantelzorg voor andere familieleden moet
bieden.
De
hardheidsclausule is ook van toepassing in gevallen de alimentatieplichtige aantoonbaar
heeft geweigerd om zorgtaken voor de kinderen over te nemen, of als de
ontvanger van alimentatie voor of tijdens het huwelijk arbeidsongeschikt of
ziek is geworden waardoor hij of zij binnen de geldende alimentatietermijn niet
economisch zelfstandigheid heeft kunnen worden.
Verlenging
van de alimentatieduur op grond van de hardheidsclausule kan bij de rechter
worden aangevraagd.
Wilt
u meer weten over de gevolgen van ontbinding van een huwelijk? Bel ons voor het
maken van een afspraak.