Onderlinge gegevensdeling bij hoger risico op witwassen of terrorismefinanciering

Notarissen en andere Wwft-instellingen worden verplicht onderling gegevens te delen als sprake is van een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme.

Dit staat in het wetsvoorstel ‘plan van aanpak witwassen’ dat de minister van Financiën mede namens de minister van Justitie en Veiligheid heeft ingediend bij de Tweede Kamer.

Het wetsvoorstel wijzigt de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). De ministers verwachten met dit wetsvoorstel de aanpak van witwassen en terrorismefinanciering op diverse punten te verbeteren. Onder meer door shopgedrag van kwaadwillende cliënten tegen te gaan. Door diverse partijen, waaronder het notariaat, is gewezen op het probleem dat cliënten die bij een Wwft-instelling geweigerd zijn of waaraan de dienstverlening is gestaakt vanwege risico’s op witwassen of financieren van terrorisme, vervolgens opnieuw dienstverlening kunnen aanvragen bij een andere Wwft-instelling.

Verplichting

De ministers vinden het noodzakelijk dat Wwft-instellingen informatie uitwisselen bij een cliënt met indicaties van een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme. Dit om de kans te verkleinen dat een kwaadwillende cliënt door middel van shopgedrag uiteindelijk toch toegang krijgt tot het financiële stelsel. Gekozen is voor een verplichting en niet voor een bevoegdheid tot gegevensdeling. Een verplichting is een geëigend middel voor het tegengaan van shopgedrag en bovendien noodzakelijk voor de grondslag voor het delen van gegevens.

Onderzoeken, navragen en informeren

Een Wwft-instelling moet in 3 gevallen onderzoeken of de cliënt een andere Wwft-instelling uit dezelfde categorie om dienstverlening heeft verzocht, bij deze Wwft-instelling dienstverlening heeft afgenomen of op dit moment afneemt.

Deze verplichting geldt:

  • als een zakelijke relatie of transactie naar haar aard een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme met zich meebrengt;
  • als er sprake is van factoren die duiden op een hoger risico genoemd in bijlage III van de vierde anti-witwasrichtlijn;
  • in het kader van verscherpt cliëntenonderzoek.

Als sprake is van een hoger risico, moet de Wwft-instelling navraag doen bij de andere Wwft-instelling naar gebleken risico’s op witwassen of financieren van terrorisme. Als de andere Wwft-instelling dergelijke risico’s heeft geconstateerd, moet deze de vragende Wwft-instelling hierover meteen informeren. Het gaat hier alleen om 1-op-1 uitwisseling tussen Wwft-instellingen behorend tot dezelfde categorie, zoals tussen notarissen. Voor de naleving van deze verplichtingen hoeven notarissen zich niet te houden aan hun geheimhoudingsplicht.

Overige maatregelen

Het wetsvoorstel bevat verder een verbod voor beroeps- of bedrijfsmatige handelaren in goederen om betaling van goederen in contanten voor een bedrag van € 3.000 of meer te verrichten of te accepteren. De derde maatregel in het wetsvoorstel is de mogelijkheid voor banken om de transacties van hun cliënten gezamenlijk te monitoren. Criminelen stallen sommen geld vaak bij verschillende banken om zo onder de radar te blijven. Met gezamenlijke transactiemonitoring kunnen banken beter ongebruikelijke transactiepatronen in beeld krijgen. Tot slot bevat het wetsvoorstel een verduidelijking van het gebruik van bijzondere categorieën persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard in het kader van verplichtingen op grond van de Wwft.

Statutenwijziging in het Engels toegestaan bij digitaal opgerichte bv

Het wetsvoorstel voor de digitale oprichting van een bv maakt het mogelijk om de statuten van een digitaal opgerichte bv te wijzigen met een Engelstalige akte.

In het oorspronkelijke voorstel was hierin niet voorzien. Het gaat om bv’s die zijn opgericht met een elektronische notariële akte in het Engels en waarbij ook de statuten in die taal zijn opgesteld. Ook mag de taal van de statuten na de oprichting niet zijn gewijzigd. Is dat wel het geval, dan mag de notaris volgens het wetsvoorstel de statutenwijziging niet in het Engels door laten gaan.

Digitale hypotheek- en leveringsakte

Het digitaal oprichten van een bv is volgens Franc Weerwind, de minister voor Rechtsbescherming, de eerste stap richting een verdere uitrol van de digitale akte binnen het notariaat. Dat schrijft hij in zijn antwoord op de Kamervragen. De KNB is in samenspraak met zijn ministerie in augustus 2021 begonnen met het Programma Digitaal Passeren. Het volgende gezamenlijke speerpunt is de implementatie van de digitale hypotheek- en leveringsakte in 2023. Andere rechtsgebieden en typen notariële akten worden in overleg bepaald voor de jaren 2024 en 2025.

Digitaal passeren op kantoor

Naast het digitaal passeren op afstand maakt het wetsvoorstel het ook mogelijk om straks digitaal te passeren op kantoor bij de notaris. Hierbij is fysieke verschijning nog steeds de norm, maar wordt met de voordelen van digitale mogelijkheden de akte gepasseerd. Hiermee is het bijvoorbeeld in de toekomst mogelijk om afschriften van akten digitaal direct en met de juiste waarborgen beschikbaar te stellen aan de klant. Ook hoeft een akte dan niet meer fysiek in een kluis opgeslagen te worden maar gebeurt dat digitaal.

Direct vanuit notariële bron

Het notariaat is intussen ook in gesprek met diverse ketenpartners over hoe met deze digitaliseringsstap betrouwbare gegevens direct vanuit de notariële bron beschikbaar en verifieerbaar gesteld kunnen worden. Uiteraard volgt de beroepsgroep de ontwikkelingen op het gebied van informatiebeveiliging, (online) fraude, duurzaam bewaren en verstrekken van gegevens, en Europese ontwikkelingen rondom de regie op gegevens.

Maximumaftrek voor nieuwe periodieke giften aan ANBI’s

Het kabinet wil de aftrek van periodieke giften aan ANBI’s per 2023 gaan maximeren op € 250.000 per kalenderjaar. Een voorstel daartoe is aan de Tweede Kamer aangeboden.

Verplichtingen die tot 4 oktober 2022 16.00 uur – het tijdstip van publicatie van het persbericht – zijn gedaan worden van de nieuwe regel uitgezonderd. Daarmee voorkomt het kabinet dat er tussentijds nog een stormvloed aan periodieke giften loskomt. Voor giften die vóór deze datum zijn gedaan geldt een overgangsperiode van vier jaar. Daarmee wordt voorkomen dat er voor al aangegane verplichtingen fiscale gevolgen optreden die men bij het aangaan van die verplichtingen niet heeft kunnen voorzien. Deze giften blijven gedurende die periode volledig aftrekbaar.

De aanleiding voor de aanpassing is dat het aantal extreem hoge periodieke giften flink is toegenomen. Dat betreft giften van meer – soms aanzienlijk meer – dan € 1.000.000. In de praktijk zijn giften soms zelfs aanzienlijk hoger dan € 1 miljoen. Dergelijke giften worden gedaan door mensen met hoge inkomens, zodat via de aftrek hun belastbare inkomen per saldo sterk wordt verminderd of zelfs tot nu wordt teruggebracht. Het kabinet vindt dat maatschappelijk ongewenst.

Wilt u meer weten over aftrekbare periodieke schenkingen aan ANBI’s? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Kwijtschelden lening vanuit BV kan belaste winstuitdeling zijn

Soms lenen (groot)aandeelhouders van een BV geld uit aan zijn of haar kinderen. Daar is niets mis mee zolang er maar een leningsovereenkomst aan ten grondslag ligt.

Kwijtschelding van een dergelijke lening heeft echter meer voeten in de aarde. Als de motieven voor kwijtschelding niet zakelijk zijn, staat kwijtschelding gelijk aan een verkapte winstuitdeling.

Van belang is of de betreffende kinderen voldoende verdiencapaciteit hebben om de schuld af te lossen. Is dat zo, dan wordt de kwijtschelding geacht niet om zakelijke redenen te hebben plaatsgevonden. De BV en de aandeelhouder moet zich daarvan bewust zijn. Daarmee is de aftrek van de afwaardering van de vordering van de BV op het kind niet terecht en zal worden geweigerd door de Belastingdienst. Aan de betreffende aandeelhouder(s) wordt vervolgens de verkapte winstuitdeling als inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking genomen.

Wilt u meer weten over de regels van leningen vanuit de BV? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Consultatie modernisering personenvennootschappen

(KNB) Meedenken over de modernisering van het personenvennootschapsrecht? Dat kan, want de consultatie over de beoogde Wet modernisering personenvennootschappen is gestart. Deze wet moet ondernemers en beroepsbeoefenaars faciliteren bij het starten, voortzetten en beëindigen van hun activiteiten door te voorzien in een nieuw wettelijk kader voor personenvennootschappen.

Naast deze wet wordt een invoeringswet voorgesteld, waarin belangrijke regels van overgangsrecht zijn opgenomen. Ook bevat deze invoeringswet de benodigde wijzigingen in andere wetten. Tot slot wordt begeleidende fiscale wetgeving voorgesteld. De einddatum van de consultatie is 10 februari 2023.

19e eeuw

De huidige regeling voor de maatschap, de vennootschap onder firma (vof) en de commanditaire vennootschap (cv) is verspreid over Boek 7A BW en het Wetboek van Koophandel, dateert uit de 19e eeuw en beantwoordt onvoldoende aan de behoefte van hedendaagse gebruikers. Op basis van een ontwerp van een werkgroep uit de praktijk is daarom een nieuwe regeling tot stand gekomen. In 2019 is een consultatie gehouden over een eerdere ontwerpregeling. Reacties op die consultatie zijn in de nieuwe ontwerpregeling verwerkt.

Duidelijk en eenvoudig

Het ministerie van Justitie en Veiligheid wil met het ontwerpwetsvoorstel een duidelijke en eenvoudige regeling bieden die bijdraagt aan de zekerheid voor het handelsverkeer en passende waarborgen bevat voor vennoten en schuldeisers. Onderwerpen als de toe- en uittreding van vennoten, vertegenwoordiging van de personenvennootschap en de rechtsverhouding tussen de vennoten zijn in het ontwerp opgenomen. Het ontwerpwetsvoorstel bevordert het starten en het drijven van ondernemingsactiviteiten doordat het onder meer eenvoudiger wordt om goederen op naam van de personenvennootschap te zetten en om vennoten te laten toe- en uittreden. De belangen van schuldeisers zijn geborgd door het uitgangspunt van hoofdelijke verbondenheid van de vennoten voor schulden van de personenvennootschap.

Rol notaris

Het ontwerpwetsvoorstel maakt onderscheid tussen een openbare en een stille personenvennootschap. Elke openbare personenvennootschap heeft rechtspersoonlijkheid, een stille niet. Daarnaast blijft de cv bestaan. Voor het aangaan van een personenvennootschap en de verkrijging van rechtspersoonlijkheid door een openbare personenvennootschap is geen tussenkomst van de notaris vereist. Wel is een notariële akte vereist bij omzetting van een openbare personenvennootschap in een Boek 2 BW-rechtspersoon en andersom. De vof en maatschap in oude vorm verdwijnen. Reeds bestaande vof’s en maatschappen kunnen op grond van het overgangsrecht wel zichzelf zo blijven noemen. Dit en meer overgangsrecht is in de ontwerpinvoeringswet opgenomen.

Voorstel ‘Opstalrecht duurzaam’ naar ministerie

(KNB) Wie is de eigenaar van de zonnepanelen of de warmtepomp? Dat is niet altijd de eigenaar van het gebouw. Om dit type eigendom te onderscheiden van andere opstalrechten, wordt voorgesteld een ‘Opstalrecht duurzaam’ te introduceren in de Basisregistratie Kadaster (BRK). Dit voorstel gaat binnenkort naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Een mogelijke introductie van het label ‘Opstalrecht duurzaam’ in de BRK vergroot de herkenbaarheid van een duurzame installatie in de BRK. Momenteel worden zaken als zonnepanelen of een warmtepomp daarin als ‘normaal’ opstalrecht of als ‘opstalrecht nutsvoorziening’ geregistreerd.

Goedkoper

Het Kadaster verwacht dat het meer en goedkoper duidelijkheid kan bieden in de rechten en plichten van een perceel. Het opvragen en duiden van akten, omdat nu niet altijd duidelijk is wat onder bijvoorbeeld een ‘opstalrecht nutsvoorziening’ wordt verstaan, kost veel geld.

Onderzoek naar aandeelhouders bij overdracht aandelen

Net als voor het overdragen van een huis, bedrijfspand of stuk grond heeft u voor het overdragen van aandelen in een B.V een akte van de notaris nodig. De reden dat het verplicht is om dit bij de notaris te regelen, is om ervoor te zorgen dat bij de overdracht van aandelen de afspraken die koper en verkoper maken schriftelijk worden vastgelegd en dat er rechtszekerheid bestaat over de opvolgend eigena(a)ren van de aandelen. De notaris moet hierbij zorgvuldig te werk gaan. Het onderzoek naar de aandeelhouders kan echter soms meer tijd kosten. Daarom de waarschuwing: meld u op tijd bij uw notaris/adviseur als u van plan bent uw aandelen over te dragen!

Ontbreken algehele registratieplicht leidt tot ‘onzichtbare’ aandeelhouders

Voor de notaris bestaat een groot verschil tussen het controleren van gegevens rond de overdracht van een woning en de controles rond een aandelenoverdracht. De overdracht van een woning is pas compleet na de inschrijving bij het kadaster. Het kadaster is dus een goede bron van gegevens als een woning moet worden overgedragen.

Voor aandeelhouders bestaat geen openbare registratie zoals dat er wel is voor eigenaren van woningen (in het kadaster). Het bestuur van de BV moet zelf zorgen dat er een aandeelhoudersregister is en dit bijwerken na iedere wijziging. Tot voor kort gold alleen een registratieplicht bij het Handelsregister voor de enige aandeelhouder van een BV.

Onlangs is deze registratieplicht uitgebreid: sinds 1 juli 2022 moeten alle uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s) van een BV in het Handelsregister staan. Maar een BV kan ook aandeelhouders hebben die géén UBO zijn. Voor de privacy van aandeelhouders is het prettig dat er geen ‘kadaster van aandelen’ bestaat. Maar als het aandeelhoudersregister van de BV jarenlang niet is bijgehouden of zelfs is kwijtgeraakt, is het onderzoek naar de aandeelhouders voor de notaris wel érg lastig!

Let op: bij aandelenoverdracht vaak goedkeuring nodig van álle aandeelhouders

Wat maakt een aandelenoverdracht van een BV anders dan de overdracht van een woning? Voor de meeste BV’s zijn aan de overdracht van aandelen beperkingen verbonden. Die beperkingen staan in de statuten in een zogenaamde ‘blokkeringsregeling’. Deze blokkeringsregeling houdt meestal in, dat als één van de aandeelhouders diens aandelen wil verkopen, de andere aandeelhouders hun goedkeuring moeten verlenen of dat de aandelen éérst moeten worden aangeboden aan die andere aandeelhouders. Een handtekening van de kopende en verkopende partij is dan niet voldoende. De ‘straf’ is aanzienlijk als aandelen worden overgedragen zonder die goedkeuring of aanbieding. De overdracht is dan namelijk ongeldig!

Het dossier moet compleet zijn

Wilt u aandelen in een BV overdragen, dan zal de notaris u altijd vragen om het aandeelhoudersregister. Mocht dit register niet aanwezig zijn of kloppen de gegevens van het register niet met de informatie op het uittreksel uit het Handelsregister, dan zal de notaris u vragen om andere administratie van de BV waaruit blijkt wie de aandeelhouders zijn.

Ook bij een BV die al bestond vóór 1993 (toen aandelenoverdracht nog niet verplicht via de notaris moest), moet de notaris grondig onderzoek doen naar de aandeelhouders. Dit heeft de rechter onlangs bevestigd. Twijfelt de notaris of de aangeboden gegevens juist en compleet zijn, dan moet deze zijn dienst weigeren.

Overweegt u een aandelenoverdracht? Kom in actie!

Voorziet u in de nabije toekomst een overdracht van aandelen in uw BV, maar is het aandeelhoudersregister zoek, heeft u geen register of zijn de gegevens niet compleet? Neem dan nu alvast contact op met uw notaris. Denk niet dat snel een ‘vervangend aandeelhoudersregister’ voor u kan worden gemaakt! Uw notaris kan een overdracht samen met u voorbereiden, zodat een lange doorlooptijd en onverwachte kosten u bespaard blijven.

Erkenning kind bij zwangerschap ongehuwden voor gezag

Tussen gehuwde (of als partners geregistreerde) en ongehuwde ouders bestaat nog steeds een juridisch verschil: gehuwde ouders krijgen na de geboorte van hun kind gezamenlijk het ‘gezag’ (vroeger: de ouderlijke macht) over hun kind. Ongehuwde ouders moeten het gezamenlijke gezag over hun kind zelf regelen na de geboorte, door dit aan te vragen bij de gemeente. Doen zij dat niet, dan heeft alleen de moeder het gezag!

Denk daar dus aan als u in blijde verwachting bent. Het zou goed zijn daarnaast ook te kijken of u de overige juridische zaken voor uw gezin goed geregeld heeft. Lees daarover hierna meer.

Erkennen leidt automatisch ook tot ouderlijk gezag

Door een wetswijziging wordt het binnenkort wel iets makkelijker om als vader/partner het gezag te krijgen. De nieuwe regeling houdt in dat je als vader/partner nog maar één keer in actie hoeft te komen, namelijk door je (toekomstige) kind te erkennen. Dit kan al vóór de geboorte. Voor die erkenning is toestemming van de moeder nodig, of eventueel vervangende toestemming van de rechter.

Bij erkenning van het kind krijgt de partner van rechtswege direct ook het ouderlijk gezag.

In verwachting? Erken uw kind!

En denk na over wat u nog meer moet regelen…. Met de nieuwe regeling wordt aangesloten bij de maatschappelijke werkelijkheid. Jaarlijks worden zo’n 75.000 kinderen geboren uit ouders die niet met elkaar zijn gehuwd of een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan. Een kwart van die ouders regelt vervolgens niet, dat de partner van de moeder ook het gezag krijgt over het kind. Dit kan tot schrijnende situaties leiden als de ouders uit elkaar gaan of de moeder komt te overlijden. Gezamenlijk gezag van beide ouders is dus vooral in het belang van het kind.

Zijn er nog meer belangrijke zaken om te regelen?

Zeker. Het is ook belangrijk om goede afspraken te maken voor het gezin. Dit kan in een samenlevingscontract. Bijvoorbeeld als één van u minder gaat werken; hoe verdeelt u de kosten van de huishouding? Ook een overlijdensrisicoverzekering kan (zeker als u een eigen woning heeft) erg waardevol zijn. En wie wilt u dat er voor u kind zorgt als u beiden als ouders gelijktijdig zou wegvallen? In een testament kunt u helemaal zelf bepalen wie uw erfgenamen bij uw overlijden en wie u wilt dat de voogdij krijgt over uw kind.

Wilt u toetsen of u, met het oog op uw nieuwe gezinssituatie, de zaken allemaal goed geregeld heeft? Maak een afspraak met uw notaris of adviseur.

Leg erfenis eerste ouder vast

Veel mensen maken zich zorgen over de erfbelasting. Zij zijn bang, dat van hun spaargeld niets overblijft voor de kinderen omdat alles naar de belastingdienst gaat. Hoe zit dat eigenlijk?

Heeft u als echtgenoten geen testament gemaakt, dan gaat de erfenis van de echtgenoot die als eerst overlijdt, in eerste instantie volledig over op de langstlevende van u beiden. Dit heet de ‘wettelijke verdeling’. Uw kinderen zijn wel erfgenaam, maar hebben geen recht op spullen. Zij krijgen uitsluitend een vordering in geld op de langstlevende ouder voor het bedrag van hun erfdeel. Volgens de hoofdregel kunnen de kinderen deze vordering pas na het overlijden van de langstlevende ouder opeisen. Het gevaar dat hierdoor dreigt, is dat de vorderingen vergeten worden. Dat kan later érg vervelende gevolgen hebben!

Voorkom een ‘onzichtbare erfenis’

Voor de heffing van inkomstenbelasting is het erfdeel van de kinderen als het ware ‘onzichtbaar’.

De kinderen hoeven de vordering die zij hebben op de langstlevende ouder niet als vermogen op te geven in Box 3. Voor de heffing van inkomstenbelasting wordt gedaan alsof het vermogen nog bij de langstlevende ouder zit.

Toch is het belangrijk, dat het bedrag van de vordering van de kinderen op hun ouder wordt uitgerekend en in de administratie wordt bewaard! Gebeurt dit niet, dan kan dit bij het overlijden van de tweede ouder grote gevolgen hebben. Bijvoorbeeld als de langstlevende ouder een nieuwe partner of kinderen krijgt, maar ook voor de heffing van belasting over de erfenis van de ouder die als laatste overlijdt.

Laat het bedrag dat de kinderen erven vastleggen!

Het is dus verstandig na overlijden van een echtgenoot of partner vast te leggen, op welk bedrag de kinderen recht hebben. Doe dit tijdig!

Als de vorderingen van de kinderen pas later worden uitgerekend, zijn vaak niet alle gegevens meer beschikbaar. Dit maakt de afwikkeling van de nalatenschap van de tweede ouder ingewikkelder en duurder. En als de erfgenamen van de eerst overledene niet dezelfde personen zijn als de erfgenamen van de laatst overledene, voorkomt een duidelijke vastlegging van de vorderingen van de kinderen veel problemen!

Zwart op wit bij de notaris

Neem dus contact op met uw notaris, als u vragen heeft over de waarde van de erfdelen van uw kinderen. Ook als kind kunt u vragen om het vastleggen van de waarde van uw erfdeel.

Minister bekijkt aanbevelingen over bescherming vermogen minderjarigen

De minister voor Rechtsbescherming, Franc Weerwind, gaat nog eens goed kijken naar de aanbevelingen in het rapport ‘Toezicht op het bewind van ouders en voogden over het vermogen van minderjarigen’. Hij reageert daarmee op Kamervragen over de aanbevelingen.

Aanleiding voor de vragen is een casus waarbij een minderjarige op meerderjarige leeftijd ontdekte dat zijn erfdeel in een nalatenschap door zijn ouder of voogd is verteerd. Als gevolg van slecht bewind kon hij niet meer volledig aanspraak maken op het erfdeel dat hij als minderjarige had gekregen.

Incidenten

Weerwind vraagt zich echter af of dit een veel voorkomend en urgent maatschappelijk probleem is. Het lijkt volgens hem in de praktijk om incidenten te gaan. Eerder schoof hij al het wetsvoorstel om de positie van minderjarigen in het erfrecht te versterken door.

Rapport

Wel erkent de minister dat de positie van minderjarigen in het erfrecht een aandachtspunt is. Daarom gaat hij nog eens goed kijken naar de aanbevelingen die onderzoekers hebben gedaan in het rapport ‘Toezicht op het bewind van ouders en voogden over het vermogen van minderjarigen’. Dit najaar laat Weerwind weten wat zijn bevindingen zijn over het rapport.