Niet aan later huwelijk aangepast testament blijft geldig

Testamenten die niet zijn aangepast naar een veranderde situatie hebben soms onbedoelde effecten. Bijvoorbeeld als degene die het testament heeft laten opstellen, na ontbinding van dat huwelijk hertrouwt en toch kinderen krijgt. Dat bleek onlangs in een dergelijke zaak voor de rechter.

Het ging om een oud testament waarbij de kinderloze erflater zijn echtgenote tot enig erfgename heeft benoemd onder de voorwaarde dat wanneer het huwelijk voor die tijd zou zijn ontbonden, zijn broer enig erfgenaam zou zijn. De erflater is na de echtscheiding hertrouwd en heeft enkele kinderen gekregen, maar zijn testament niet herroepen of aangepast. Daarom bleef de broer enig erfgenaam en erfden de kinderen niet

Om te bepalen wie erfgenaam geldt dat feiten en omstandigheden die zich na het maken van het testament voordoen, alleen meetellen als de erflater bij het maken van het testament rekening heeft gehouden met dergelijke feiten en omstandigheden. In deze zaak biedt de tekst van het testament geen ruimte voor uitleg waarbij de tweede echtgenote en – als die niet meer zou leven – hun kinderen erfgenaam zouden zijn. Er is in het testament namelijk niet geregeld dat de broer geen erfgenaam zal zijn als de erflater na echtscheiding of vooroverlijden van diens eerste vrouw hertrouwt en nog kinderen krijgt.

Wilt u meer weten over herroeping of aanpassing van uw testament? Bel ons voor een afspraak.

Startersvrijstelling vaker gebruikt dan verwacht

(Bron KNB) Starters op de woningmarkt hebben vorig jaar vaker dan verwacht gebruik gemaakt van de startersvrijstelling. Dat blijkt uit een brief van staatssecretaris van Financiën Marnix van Rij aan de Tweede Kamer. In het Belastingplan 2021 was rekening gehouden met 80.000 vrijstellingen, maar dat zijn er in totaal 104.700 geworden.

Kopers onder de 35 jaar betalen sinds 1 januari 2021 eenmalig geen overdrachtsbelasting meer. Sinds 1 april vorig jaar geldt deze vrijstelling alleen voor woningen die niet duurder zijn dan 400.000 euro. Wie ouder is dan 35 jaar of een woning koopt die duurder is dan het genoemde bedrag betaalt 2 procent overdrachtsbelasting.

Akten

In 2021 blijkt in 104.700 akten een beroep te zijn gedaan op de startersvrijstelling. Bij 13.435 akten daarvan is sprake van een combinatie met het tarief van 2 procent. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als slechts 1 partner onder de 35 jaar is.

Vaker dan verwacht

Dat er vaker van de startersvrijstelling gebruik is gemaakt dan verwacht, heeft volgens Van Rij 2 oorzaken. Ten eerste hebben veel starters gewacht met de aankoop tot januari 2021, zodat zij in aanmerking kwamen voor de vrijstelling. Ten tweede is het aantal woningtransacties in 2021 hoger dan voorzien.

Evaluatie

De Wet differentiatie overdrachtsbelasting wordt in 2024 geëvalueerd. Dan zijn er volgens de staatssecretaris voldoende relevante data beschikbaar om de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze wet te onderzoeken. De resultaten van dit onderzoek komen waarschijnlijk in 2025 beschikbaar.

Digitale NHG-certificaat vervangt papieren versie

Woningkopers die een hypotheek met NHG afsluiten ontvangen voortaan de het NHG-certificaat niet langer op papier. De digitale versie gaat het papieren document vervangen. Het digitale NHG-certificaat is de bevestiging van de hypotheekgarantie.

Het digitale NHG-certificaat kunt u eenvoudig te downloaden op www.nhg.nl/welkom en kan van pas komen bij contact met NHG, de geldverstrekker of adviseur over de hypotheek met NHG.

Ook als u bestande klant bent en geen certificaat (meer) heeft, kunt u een digitaal exemplaar opvragen. Neem contact info@nhg.nl en u ontvangt een digitaal exemplaar.

Wilt u weten hoe u een digitaal certificaat opvraagt? Bekijk hiervoor de digitale animatie waarin u kunt zien hoe dit in z’n werk gaat

Initiatiefwet tegen fiscaal gunstige belastingconstructies voor directeur-grootaandeelhouders

Directeur-grootaandeelhouders, advocaten en accountants moeten meer belasting gaan betalen. Althans, als het initiatiefvoorstel dat de oppositie heeft ingediend, door de het parlement wordt aangenomen.

De pijlen van de oppositie zijn gericht op de regeling waarin directeur-grootaandeelhouders (dga’s) zich een minimumbedrag aan salaris moeten uitkeren, in 2022 is die norm € 48.000. De winst die eventueel boven dat bedrag uitkomt, kunnen de ondernemers in de onderneming laten zitten, er investeringen mee doen en een restant later als dividend aan zichzelf uitkeren. Over dividend is minder belasting verschuldigd (Box 2) in vergelijking met inkomstenbelasting (Box 1).

De oppositie is met dit plan gekomen omdat inkomen uit vermogen minder wordt belast dan inkomen uit werk. Omdat de vermogensrendementsheffing op last van de Hoge Raad moet worden aangepast wordt het kabinet met een grote financiële tegenvaller geconfronteerd. De oppositie ziet mogelijkheden om deze tegenvaller op te vangen door de gunstige belastingconstructie voor dga’s aan te pakken met geld uit Box 2. Het kabinet heeft al laten weten de tegenvaller te willen opvangen binnen de vermogensbelasting en ook uit de Kamer klinken geluiden om het gat niet af te wentelen op werkenden.

De dga moet – op basis van wettelijke regels – een gebruikelijk loon vanuit zijn of haar BV betaald krijgen. Als het financieel niet goed gaat met de BV en – onder voorwaarden – de facturen niet meer kunnen worden betaald, mag de dga een lager dan gebruikelijk loon uitkeren. Het gebruikelijk loon bedraagt in 2022 het hoogste bedrag van de volgende mogelijkheden:

  • 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, of
  • het loon van de meest verdienende werknemer van de BV, of
  • € 48.000.

Wilt u meer weten over de positie van de dga in uw vennootschap? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Minder recherches onder Omgevingswet risicovol

De nieuwe Omgevingswet zorgt ervoor dat (kandidaat-)notarissen minder recherches hoeven te doen. Dat zegt minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Dat betekent dat de door de notaris geboden kopersbescherming zou gaan wegvallen. Dat kan niet de bedoeling zijn.

‘Slechts in bijzondere omstandigheden zal er noodzaak bestaan voor de notaris tot het gericht raadplegen van het omgevingsplan’, aldus De Jonge. Van structurele raadpleging is volgens de minister geen sprake en daarom zullen er ook geen meerkosten voor de consument zijn. De KNB laat daarop weten dat als de nieuwe Omgevingswet ervoor zorgt dat de notaris minder controles uitvoert op een object, de consument minder beschermd is. Deze controles werden tot nu toe wel als relevant en belangrijk beschouwd. De consument gaat er hierdoor dus aantoonbaar op achteruit.

Kosten nemen toe

Doel van de nieuwe Omgevingswet is versnippering tegengaan van verschillende wetten voor ruimtelijke ordening. Deze wetten zijn van belang bij onder meer de overdracht van vastgoed. In de praktijk blijkt dat de nieuwe Omgevingswet het veel moeilijker maakt om te zien welke (voormalige) publiekrechtelijke beperkingen er op vastgoed rusten. De notaris is daardoor meer tijd kwijt aan onderzoek. De kosten voor kopers van vastgoed nemen zodoende onnodig toe. Volgens de KNB is de oplossing het wettelijk vastleggen dat regels apart worden geannoteerd. Op deze manier is het voor het Kadaster mogelijk om gegevens op eenvoudige wijze aanvullend op te nemen in de Basisregistratie Kadaster (BRK), waardoor ze in 1 zoekopdracht via de BRK kunnen worden gevonden.

Niet rechercheren

De Jonge vindt dat de rechercheplicht van de notaris kleiner wordt. ‘Met de Omgevingswet zullen enkele van die beperkingen niet langer bij individueel besluit aan een eigenaar worden bekendgemaakt, maar in samenhang met andere onderwerpen in het voor eenieder algemeen toegankelijke en raadpleegbare omgevingsplan worden geregeld. Daarmee vervalt de status van ”bijzondere last of beperking” in de zin van het Burgerlijk Wetboek, vervalt de registratie in de BRK en vervalt ook de noodzaak tot vermelding in een notariële akte. Dat betekent dat de notaris de regels die betrekking hebben op de onderwerpen van de voormalige beperkingenbesluiten dus niet uit een omgevingsplan hoeft te rechercheren.’

Kamercommissie

Op afgelopen maand heeft de Tweede Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken opnieuw over de Omgevingswet gesproken. De waarschuwing van de KNB heeft ertoe geleid dat de minister nog in gesprek gaat met de KNB.

Wilt u meer weten over de gevolgen van de nieuwe Omgevingswet op het kopen of verkopen van een huis? Bel ons voor het maken van een afspraak.

30-dagenclausule essentieel bij overlijden ouders kort na elkaar

De meeste testamenten een zogenaamde 30-dagenclausule. Met die clausule wordt voorkomen dat, wanneer ouders binnen 30 dagen na elkaar overlijden, er meerdere keren erfbelasting moet worden betaald. Met de clausule hoeft er maar één meer erfbelasting te worden afgedragen.

Met een 30-dagenclausule regelt u dat wanneer uw partner binnen 30 dagen na u komt te overlijden, de erfenis direct doorgaat naar de erfgenaam van uw partner (zonder dat er nog belasting verschuldigd is over hetgeen uw partner van u heeft geërfd). Deze clausule hoeft niet uitdrukkelijk te worden opgenomen in het testament, omdat de wet al bepaalt dat dit automatisch zo geldt. Dat wordt ander ingeval van samengestelde gezinnen. U loopt dan het risico dat het erfdeel van de eerstoverleden partner niet naar zijn of haar eigen kinderen gaat, maar naar de stiefkinderen.

In dat geval geldt ook de wettelijke regel dat een erfgenaam geen erfbelasting hoeft te betalen bij overlijden binnen 30 dagen na de erflater.

Wilt u meer weten over de 30-dagenclausule en de in dat geval te betalen erfbelasting? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Zonder notaris in algehele gemeenschap van goederen trouwen niet mogelijk

De regering heeft een concept- wetsvoorstel ingetrokken waarin werd geregeld dat stellen bij de burgerlijke stand van de gemeente zouden kunnen aangeven dat zij een algehele gemeenschap van goederen willen bij hun huwelijk of een geregistreerd partnerschap. Dit zou betekenen dat hiervoor geen akte bij de notaris nodig is. Doel van het voorstel was om notariskosten te besparen, aan rechtszekerheid werd daarmee volledig voorbijgegaan.

In het voorstel werd geregeld dat aanstaande echtgenoten een ondertekende modelverklaring zouden kunnen afleveren aan de ambtenaar van de burgerlijke stand waarin staat dat zij hebben gekozen voor het wettelijke huwelijksvermogensregime van vóór 2018. Dat betekent dat stellen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand op een eenvoudige manier konden aangeven in algemene gemeenschap van goederen te willen trouwen. Dit kon al na het al dan niet lezen van een brochure waarin de verschillende huwelijksvormen worden uitgelegd.

Het voorstel leidde tot een storm van kritiek uit allerlei geledingen in de maatschappij. Dat leidde er weer toe dat er allerlei alternatieven zijn onderzocht, maar geen daarvan kon de oorspronkelijke kritiek wegnemen. Reden waarom het voorstel nu is ingetrokken en afgevoerd van het wetgevingsprogramma.

Wilt u meer weten over trouwen in beperkte of algehele gemeenschap van goederen of op huwelijkse voorwaarden? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Deadline UBO-registratie bereikt

Zondag 27 maart 2022 was de deadline voor het registreren van UBO’s (Ultimate Beneficial Owners), de uiteindelijke belanghebbende personen bij entiteiten als BV’s, stichtingen, verenigingen en maatschappen. Vanaf die datum is de overheid begonnen met handhaving.

Bijna driekwart van de daartoe verplichte ondernemingen en organisaties hebben nog niet voldaan aan de registratieplicht. Die verplichting vloeit voort uit een Europese richtlijn over dit onderwerp. De verplichting geldt voor UBO-plichtige instellingen die al vóór 27 september 2020 bestonden. Volgens de Kamer van Koophandel hebben tot nu toe BV’s de meeste opgaven gedaan. Opvallend is ook dat juist stichtingen achter blijven bij het doen van opgaven. De laatste weken was er een aanzienlijke stijging in het aantal opgaven merkbaar. UBO-plichtige instellingen die zich nu nog niet hebben aangemeld, zijn in overtreding. Vanaf nu begint de overheid met handhaving.

De handhaving zal zich in eerste instantie vooral richten op bedrijven en organisaties met een hoger risico op witwassen. Als uw onderneming of organisatie nog geen UBO-opgave heeft gedaan, adviseren wij u om dit alsnog zo snel mogelijk te doen.

UBO-plichtige organisaties zijn:

Niet-beursgenoteerde besloten vennootschappen;

Niet-beursgenoteerde naamloze vennootschappen;

Stichtingen;

Verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid;

Verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid maar met onderneming;

Onderlinge waarborgmaatschappijen;

Coöperaties;

Maatschappen;

Vennootschappen onder firma;

Commanditaire vennootschappen;

Europese naamloze vennootschappen;

Europese coöperatieve vennootschappen;

Europese economische samenwerkingsverbanden.

Heeft u vragen over de UBO-registratie of wilt u hulp bij het vervullen van deze wettelijke plicht? Bel ons voor een afspraak.

Fiscaal partnerschap gevolg van geregistreerd partnerschap

Het registreren van partnerschap heeft altijd tot gevolg dat er ook een fiscaal partnerschap tussen betrokkenen ontstaat. Het doet er dan niet toe of beide partners wel of niet samen op één adres wonen.

Als partners niet op hetzelfde adres wonen, kunnen zij na de registratie maar één woning als eigen woning aanmerken. Dat bleek onlangs uit een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. Het ging in die zaak om een – inmiddels ex – partner die in zijn aangiften inkomstenbelasting over de betreffende jaren zijn partner niet als fiscaal partner had aangemerkt. Hij werd door de belastingdienst in box 3 aangeslagen in plaats van een aftrekpost in box 1 te krijgen.

De rechtbank stelde echter dat er gedurende het geregistreerde partnerschap sprake is van fiscaal partnerschap, los van het feit of partijen al dan niet op hetzelfde adres staan ingeschreven of al dan niet een gezamenlijke huishouding voeren. Alleen al het registreren van het partnerschap leidt tot fiscaal partnerschap. Het gevolg daarvan is dat de partners slechts één woning als eigen woning kunnen aanmerken. De partner die als eerste de aangifte IB heeft gedaan en het huis als eigen woning heeft opgegeven, profiteert van de aftrek in box 1. De andere partner moet zijn huis in dat geval tot zijn box 3-vermogen rekenen.

Wilt u meer weten over de gevolgen van geregistreerd partnerschap? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Inzicht in herkomst koopprijs belangrijk bij huis kopen

Wie een huis koopt met geld waarvan hij of zij de herkomst niet duidelijk kan maken, komt van een koude kermis thuis. De notaris mag dan de akte van levering niet ondertekenen, de verkoper heeft recht op de contractuele boete van 10% voor het niet doorgaan van de koop.

Dat de levering van een huis in die omstandigheden niet kan doorgaan, is het gevolg van de onderzoeksplicht die elke notaris heeft op grond van de Wwft (wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme). De notaris moet zijn of haar dienst weigeren als de koper onvoldoende inzicht kan geven in de herkomst van de koopsom.

De notaris zal de koper altijd tijdig laten weten als niet duidelijk is hoe de aankoop van de woning wordt gefinancierd. Daarbij zal gevraagd worden naar concrete stukken waaruit de herkomst van het geld blijkt.

Wilt u meer weten over het inzichtelijk maken van de herkomst van de koopsom bij het kopen van een huis? Bel ons voor het maken van een afspraak.