Kans op redding met adempauze bij dreigend faillissement

Volgens de ministers gaan jaarlijks 200.000 bedrijven in Europa failliet, met een verlies van 1,7 miljoen banen. In Amerika wordt bij dreigend faillissement eerst in overleg met betrokken partijen – waaronder investeerders en banken – bekeken of er mogelijkheden zijn voor herstructurering of doorstart. In Europa wordt er in veel gevallen direct geliquideerd.

 

Bedrijven in nood krijgen – als de richtlijn wordt ingevoerd – vier maanden tijd om te gaan onderhandelen over herstructurering of herstart van hun in potentie rendabele bedrijf. Deze termijn kan zelfs worden verlengd naar twaalf maanden. Vooral mkb-bedrijven profiteren dan van toegang tot instrumenten waarmee dat gerealiseerd kan worden. Daarmee worden ingewikkelde, lange en dure juridische procedures voorkomen. Bovendien kunnen met de nieuwe regels schuldeisers en aandeelhouders met een afwijkend standpunt (mits zij een minderheid vormen) de herstructureringsplannen niet blokkeren.

 

Als het met deze ruimte nog niet lukt om een faillissement te voorkomen, dan zal de procedure daartoe minder lang gaan duren en goedkoper worden dan nu het geval is. Daar komt bij dat de ondernemers in die situatie meer kans hebben om binnen drie jaar hun schulden kwijtgescholden te krijgen.

 

Wilt u meer weten over hoe te handelen bij faillissement? Bel ons voor het maken van een afspraak,

Belastingmaatregel bedreigend voor goede doelen en kerken

De Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF) zetten net als belastingexperts vraagtekens bij de maatregel. Het kabinet zegt de giftenaftrek te willen behouden en robuuster te maken. Volgens SBF en belastingexperts is het juist een versobering. In de praktijk – en ook uit onderzoeken – blijkt dat veel schenkers minder doneren als het belastingvoordeel minder wordt. Verliezers zijn goede doelen en kerken.
 
Wilt u meer weten over schenken aan goede doelen of overweegt u schenkingen aan uw kinderen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Verzorging ex-partner samenwonen na uw overlijden vergt helderheid in samenlevingscontract

Wat is de status van deze verplichting als degene op wie de plicht rust enkele jaren na verbreking van de relatie overlijdt? Moeten de al dan niet beneficiaire erfgenamen de maandelijkse betaling voortzetten?

Het antwoord op die vraag hangt af van de inhoud van het samenlevingscontract. Staat daarin vermeldt dat de verlichting geldt tot aan het overlijden van de betalende partner? Dan eindigt de betaling per die datum.

 

Dan blijft over de vraag wat er moet gebeuren als daarover niets in het contract staat. In een recente zaak met dat karakter werd aan de notaris een verklaring gevraagd over wat partijen voor ogen stond ten tijde van het passeren van de akte. Dat gebeurde nadat de rechtbank had bepaald dat de verplichting niet op de erfgenamen overgaat. In hoger beroep werd daarom de notaris ingeschakeld. Die stelde vast dat beide partners ten tijden van het passeren van de akte niet voor ogen hadden dat de betalingsverplichting zou stoppen na het overlijden van de betalende partner. Dat was voor het hof voldoende om de achterbijvende (ex)partner in het gelijk te stellen. De erfgenamen moesten de betaling voortzetten.

In geval van zuivere aanvaarding zou dat de erfgenamen ook uiteindelijk privé geld kunnen kosten. Bij beneficiaire aanvaarding geldt de verplichting zolang er voldoende saldo in de nalatenschap aanwezig is.

 

Wilt u meer weten over verzorging van uw (ex-)partner na uw overlijden? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Aanbouw nieuw pand op grotendeels gesloopt pand: btw of overdrachtsbelasting?

Bij de beoordeling van de vraag of er btw of overdrachtsbelasting moet worden betaald moet naast de gemaakte afspraken ook de omstandigheden en intenties voorafgaand aan de levering moeten worden meegewogen. Regel is dat wanneer sloop- en verbouwingswerkzaamheden vóór de levering zijn overeengekomen en geen bebouwing is overgebleven die de functie van gebouw kan hebben maar wel basis kan zijn voor een nieuw pand, er dan sprake is van een btw-belaste levering.

 

In de betreffende zaak was op het moment van levering de oudbouw vrijwel helemaal gesloopt. Alleen een deel van de oude voorgevel stond er nog, en was ook al fundering voor de nieuwbouw gestort. Volgens koper en verkoper moet de levering met btw belast worden, volgens de fiscus met overdrachtsbelasting.

 

Na procedures voor rechtbank en het hof werd de zaak aan de Hoge Raad voorgelegd. Die stelde dat ook de intentie van partijen moet worden meegewogen, voor zover die konden worden ondersteund met objectieve informatie. Het is niet van doorslaggevend belang of op een moment na de levering de al aangevangen werkzaamheden (storten van de fundering) een nieuw pand verrijst. In deze zaak bleek van belang de vraag voor wiens rekening sloop en vernieuwbouw is. Daar moet het hof zich opnieuw over buigen. De behandeling van deze terugverwijzing moet nog plaatsvinden.

 

Als het hof uiteindelijk vaststelt dat de sloopwerkzaamheden tot op het tijdstip van levering voor rekening van de verkoper waren, is aan de koper een bouwwerk geleverd dat alleen maar basis kan zijn voor een (nieuw) te bouwen pand. Daarover moet dan omzetbelasting worden berekend en betaald.

Het is niet ondenkbaar dat het hof uitkomt op overdrachtsbelasting omdat partijen in de aanvullende overeenkomst overeengekomen zijn dat koper de sloop betaalt. De uitspraak zal daarover helderheid geven.

 

Wilt u meer weten over herbouw of vernieuwbouw van een pand? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Zonder energielabel groot risico op boete

Verkopers die ten tijde van de verkoop geen label hadden, werden gewaarschuwd door de ILT, vijf procent reageerde niet, de overtreders ontvingen een boete van € 405. Zonde van het geld, want een energielabel aanvragen gaat vrij snel en eenvoudig.

 

Sinds 2008 zijn eigenaren van woningen verplicht om bij verkoop of verhuur van hun woning een energielabel te registreren op Energielabelvoorwoningen.nl. Het energielabel geeft de nieuwe koper of huurder inzicht in de energiezuinigheid van de woning. Het label is bedoeld om het uitvoeren van energiebesparende maatregelen te stimuleren.

De inspectie is door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties sinds 2015 belast met het toezicht op de regelgeving over energielabels voor woningen.

 

Wilt u meer weten over uw verplichtingen bij verkoop van uw huis of de verplichtingen van de verkoper van het huis dat u op het oog heeft? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Schenkingsvrijstelling eigen woning verandert per 2019

Ouders
mogen elk jaar belastingvrij een bedrag aan hun kinderen schenken. Voor 2018 is
dat maximaal € 5.363. De vrijstelling kan eenmalig een keer worden verhoogd als
de schenking bestemd is voor kinderen van 18 tot 40 jaar: Dan mag (in 2018) maximaal
€ 25.731 belastingvrij worden geschonken. Die vrijstelling kan nog verder
worden verhoogd tot maximaal € 53.602 als het kind er een studie van betaalt.
Het kan nog verder stijgen, tot maximaal € 100.800, als de schenking voor de
eigen woning wordt gebruikt.

Als
de ontvanger geen eigen kind is, mag de schenker aan elke willekeurige persoon
(in 2018) € 2.147 belastingvrij schenken. Als het gaat om een ontvanger tussen
18 en 40 jaar, mag ook in deze gevallen eenmalig maximaal € 100.800 worden
geschonken als het geld wordt besteed aan de eigen woning.

Als
schenkers al voor 2010 gebruik hebben gemaakt van de verhoogde
schenkingsvrijstelling, dan kan in 2018 alsnog een bedrag tot € 47.198 belastingvrij
worden geschonken. Daar gelden wel voorwaarden bij:

·
U
heeft in 2015 een schenking met een beroep op de verhoogde vrijstelling van
maximaal € 25.322 gedaan; of

·
U
heeft in 2015 een schenking van maximaal € 27.432 voor de eigen woning gedaan;
of

·
U
heeft in 2016 een schenking met een beroep op de verhoogde vrijstelling van
maximaal € 25.449 gedaan; of

·
U
heeft in 2016 een schenking van maximaal € 27.570 voor de eigen woning gedaan.

Als
er tussen 2010 en 2014 al gebruik is gemaakt van de verhoogde vrijstelling voor
de eigen woning, dan kunt u de vrijstelling niet opnieuw krijgen.

Alles wordt
anders

Vanaf
1 januari 2019 kunt u nog steeds schenkingen van voor 2010 aanvullen, maar dan
nog tot een bedrag van € 27.871 belastingvrij. Dit bedrag is gebaseerd op de
indexering 2018 en zal nog worden aangepast. Wilt u daarvoor in aanmerking
komen, kan dat alleen als u van 2010 tot en met 2016 geen schenkingen met een
beroep op verhoogde vrijstelling heeft gedaan. Heeft u dat wel, komt u niet
opnieuw in aanmerking.

De
wijzigingen die op 1 januari 2019 ingaan, zijn voor u alleen van belang als u vóór
2010 al gebruik heeft gemaakt van de verhoogde schenkingsvrijstelling en nog aanvullend
wilt schenken.

Wilt
u meer weten over schenkingen en schenkingsvrijstellingen? Bel ons voor het maken
van een afspraak.

Verborgen gebreken bij aankoop woning

Wie een bestaande woning koopt, koopt deze in de staat waarin het huis zich op het moment van de koop bevindt. Dat wil zeggen: inclusief alle zichtbare en onzichtbare gebreken. Het is daarom van belang om de bouwkundige staat van de woning voor het sluiten van de koop goed te onderzoeken. In dit kader heeft de verkoper een wettelijke mededelingsplicht Dat houdt in dat de verkoper alle gebreken die hij kent aan de koper moet melden. De wet gaat zelfs nog een stukje verder, ook voor gebreken die een verkoper redelijkerwijs had kunnen kennen is hij aansprakelijk tegenover de koper.

 

In de praktijk blijkt het vaak lastig om te bewijzen dat de verkoper een gebrek had kunnen kennen. Tegenover de mededelingsplicht van de verkoper staat echter een onderzoeksplicht van de koper. Dat betekent dat de koper de verkoper nooit kan aanspreken voor zichtbare gebreken en voor gebreken die de koper redelijkerwijs had kunnen zien. Vanaf de eigendomsoverdracht komen eventuele gebreken aan de woning voor rekening van de koper.

 

Afhankelijk van de omstandigheden zijn er twee uitzonderingen waarbij de verkoper toch aansprakelijk kan zijn. Dat is bij een ernstig gebrek en bij een gebrek dat de verkoper ten onrechte niet heeft gemeld. Een gebrek is ernstig wanneer dat het normaal gebruik van het huis in de weg staat, bijvoorbeeld een rotte dakconstructie of een verstopte riolering. De koper mag op grond van de koopovereenkomst verwachten dat de woning de eigenschappen heeft die nodig zijn voor normaal gebruik ervan, het zogenaamde conformiteitsbeginsel.

 

De verkoper is bij een ernstig gebrek aansprakelijk, als het gebrek al voor de overdracht aanwezig was. Dit geldt ook als de verkoper niet van het gebrek op de hoogte was. Om het risico voor een verkoper te beperken wordt tegenwoordig vaak een ouderdomsclausule in de voorlopige koopovereenkomst opgenomen. Met deze clausule wijst de verkoper de koper erop dat er sprake is van een oudere woning en dat de koper niet dezelfde verwachtingen van het huis mag hebben als van een nieuwere woning. Daarnaast zien we vaak een niet-zelfbewoningsclausule opgenomen in de koopovereenkomst, bijvoorbeeld als er sprake is van een voormalige huurwoning. Hierin geeft de verkoper aan dat hij het huis niet zelf heeft bewoond en daarom niet op de hoogte is van de staat van de woning. In hoeverre de clausules de rechten van koper beperken, hangt af van de exacte formulering van deze clausules.

 

Als u het gevoel heeft de voorlopige koopakte te snel getekend te hebben dan kent de wet nog een uitweg in de vorm van de 3 dagen wettelijke bedenktijd. Het is een goed idee om binnen deze periode de koopakte aan ons voor te leggen. Wij zijn gewend om met vastgoedcontracten te werken. In het geval er voor de koper te ongunstige clausules zijn opgenomen in de overeenkomst, kan de koop nog teruggedraaid worden. U zal niet de eerste koper zijn die hierdoor aan een dure vergissing ontsnapt is.

 

Wilt u meer weten over clausules in het koopcontract? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Alsnog beneficiair aanvaarden erfenis na ontvangst claim

De eerste broer overleed met achterlating van kinderen. Het beheer van het vermogen van deze overleden broer lieten de kinderen/erfgenamen over aan hun oom, die het bedrijf feitelijk voortzette. Vervolgens overleed deze oom. Die liet zijn erfenis niet na aan de kinderen van zijn eerder overleden broer, maar aan twee andere familieleden, die de nalatenschap (zuiver) aanvaardden. De kinderen van eerstoverleden vof-partner dienden daarop een vordering op de nalatenschap in over de periode tussen het overlijden van hun vader en het overlijden van hun oom. Zij stelden dat hun oom immers al die jaren – meer dan dertig in dit geval – het volle genot van het bedrijf heeft gehad. Zij wilden daar wel compensatie voor ontvangen. Daarop verzochten de erfgenamen de kantonrechter om alsnog beneficiair te mogen aanvaarden omdat er een onverwachte vordering was ontvangen.

 

De kantonrechter vroeg zich vervolgens af of er wel sprake was van een schuld. De erfgenamen betwisten immers de vordering van de kinderen van de eerstoverleden broer. Het staat dus nog niet vast of er sprake is van een schuld. Dat zal pas het geval zijn als onomstotelijk vaststaat dat de claim gebaseerd is op een wettelijke grondslag.

 

Gelukkig hoeft voor het beroep op de mogelijkheid alsnog beneficiair te aanvaarden niet vast te staan dat de claim ook echt een schuld zal blijken te worden. Als dan ook het saldo van de nalatenschap onvoldoende zal zijn om die claim te betalen, is er ook voor de kantonrechter reden genoeg om een beroep te doen op de mogelijkheid tot omzetten van de zuivere aanvaarding naar een beneficiaire aanvaarding. Dat geldt te meer omdat ten tijde van de zuivere aanvaarding de claim nog niet bekend was en de erfgenamen die niet konden weten en ook niet behoorden te weten. De erfgenamen kregen hun zin met het eindoordeel dat zij de erfenis beneficiair aanvaard hebben.

 

Wilt u meer weten over hoe u duidelijke wensen en afspraken over uw bedrijf of uw privé zaken kunt vastleggen in een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Partnervrijstelling erfbelasting bij meerrelaties

In de Successiewet wordt het partnerschap geregeld. De persoon die door u wordt aangewezen als uw partner krijgt het recht op de hoge partnervrijstelling bij uw overlijden. De partner betaalt dan niet minimaal 30% tot maximaal 40% erfbelasting over uw erfenis, maar minimaal 10% tot maximaal 20%. Het sowieso vrijgestelde bedrag voor uw partner bedraagt dan € 643.194 in plaats van € 2.147.

 

Binnen de Successiewet geldt de hoofdregel dat slechts twee personen elkaars partner kunnen zijn. Dit geldt in ieder geval als zij gehuwd zijn of een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan. Twee ongehuwde personen kunnen voor de erfbelasting ook als partners van elkaar worden aangemerkt mits zij een notarieel samenlevingscontract hebben gesloten.

Ook kunnen twee ongehuwde personen partner van elkaar zijn als zij onafgebroken ten minste vijf jaren op hetzelfde woonadres ingeschreven hebben gestaan in de BasisRegistratie Personen (bij de gemeente). Echter zegt de wet ook dat als één van de twee personen op basis van het voorgaande eveneens met een andere persoon als partner kan worden aangemerkt, geen van de personen meer als partner wordt aangemerkt!

 

In de parlementaire behandeling staat hierover het volgende: “In het nieuwe uniforme basispartnerbegrip kan iedereen maar één partner hebben en is geen plaats meer voor de zogenoemde meerrelaties. (…) Voorts zie ik geen aanleiding een uitzondering te creëren voor broers en zusters die in de ouderlijke woning zijn blijven wonen.”

 

De staatssecretaris van Financiën heeft wel een oplossing voor (een deel van) dit probleem bedacht. Namelijk dat als u met meerdere personen samenwoont u met één van die personen een notarieel samenlevingscontract kunt sluiten. Strikt genomen komt deze persoon dan toch niet in aanmerking voor de vrijstelling, maar op grond van een toezegging van de staatssecretaris mag u deze wetsbepaling iets ruimer toepassen: het feit dat twee personen een notarieel samenlevingscontract hebben afgesloten geeft dan de doorslag. In het beleidsbesluit is goedgekeurd dat in een dergelijk geval de personen met een notarieel samenlevingscontract elkaars partners zijn. De ander die bij hen woont, blijft dan buiten aanmerking bij de beoordeling van het partnerschap van de notarieel samenwoners.

 

Recentelijk is over een dergelijke situatie ook geprocedeerd bij de rechtbank Gelderland. In dit geval was een zus erfgenaam van haar zus waarmee zij – samen met een andere zus – tot het overlijden meer dan vijf jaar onafgebroken heeft samengewoond. In deze periode stonden alle drie zussen op het adres van de woning in de basisregistratie personen ingeschreven. Tussen de zus/erfgenaam en de overleden zus was geen notarieel samenlevingsovereenkomst gesloten.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de zus/erfgenaam voor de erfbelasting geen recht heeft op de partnervrijstelling. De betreffende zus heeft nog gewezen op de hiervoor besproken mededeling van de staatssecretaris. Zij stelde dat als wel een keuze zou zijn gemaakt voor een samenlevingscontract, deze keuze identiek zou zijn geweest aan de inkomstenbelasting waar al jarenlang sprake is van fiscaal partnerschap tussen haar en haar overleden zus. De rechtbank oordeelde echter dat een beroep op het gelijkheidsbeginsel faalt omdat er geen notarieel samenlevingscontract is en er geen sprake is van gelijke gevallen.

 

Conclusie is dat het noodzakelijk is om bij de notaris een samenlevingscontract af te sluiten indien u met meerdere personen met elkaar samenwoont en gebruik wilt maken van de verhoogde partnervrijstelling in de Successiewet. Wilt u hier meer over weten? Bel ons voor een afspraak.

 

Wilt u meer informatie hierover? Neem dan contact op met ons kantoor, wij helpen u graag verder!

Naar digitale oprichting en inschrijving kapitaalvennootschappen.

Het streven van de Europese Commissie om te komen tot een verdere digitalisering wordt door de beroepsorganisaties van notarissen en advocaten ondersteund. Wel wordt daarbij opgemerkt dat het geven van goede voorlichting, alsmede het voorkomen van terrorismefinanciering, fraude en misbruik voorop moeten staan.

 

Een kapitaalvennootschap kan nu al eenvoudig en goedkoop worden opgericht en ingeschreven. Toch lijkt het de notariële beroepsorganisatie goed om te kijken of dat proces – met behoud van rechtszekerheid – efficiënter kan worden ingericht en verder kan worden gedigitaliseerd.

Op dit moment controleert en/of bespreekt de notaris voor de oprichting van een kapitaalvennootschap de identiteit van betrokkenen, het beoogde adres van de vennootschap, bedoeling van partijen, of er kans is op fraude of witwassen, of partijen in staat zijn te ondertekenen en begrijpen wat zij ondertekenen, de achterliggende fiscaliteit, of de beoogde samenwerking voldoende is beschreven en uitgewerkt, de inhoud van de akte en wat op kapitaalvennootschappelijk gebied mogelijk is (en dat is heel veel).

Met andere woorden: digitalisering is essentieel en verdient veel aandacht, maar de invulling mag niet ten koste gaan van reeds verworven kansen en (on)mogelijkheden.

 

Op voorhand zijn al wat kanttekeningen te plaatsen, het richtlijnvoorstel maakt het bijvoorbeeld eenvoudiger om persoonsgegevens te krijgen van vertegenwoordigers van kapitaalvennootschappen. Hoe zich dat verhoud tot de Algemene Verordening Gegevensbescherming is niet duidelijk, evenals niet duidelijk is hoe de aanpassing van het handelsregister gestalte moet krijgen.

 

Wilt u meer weten over al dan niet digitale oprichting en inschrijving van kapitaalvennootschappen? Bel ons voor het maken van een afspraak.