Pensioenopbouw in eigen BV mogelijk verleden tijd

De voordelen van opbouw van pensioen in eigen beheer zijn evident. Het op te bouwen pensioen wordt ten laste van het resultaat gebracht. Dat heeft tot gevolg dat u minder vennootschapsbelasting betaalt. Ook betaalt u geen provisie of winstopslag aan een verzekeringsmaatschappij. Bovendien blijft het geld binnen de onderneming.

Nadelen

Vergeet echter de nadelen niet! Bij opbouw in eigen beheer loopt u met uw eigen pensioengeld bedrijfsrisico. Een ander nadeel is dat vaak de rendementen niet worden gehaald, terwijl de fiscus wel wil afrekenen over de behaalde (fictieve) rendementen.

Verder bestaat het risico dat het vermogen van de besloten vennootschap niet toereikend is om op het moment dat uitkeringen moeten worden gedaan, aan de pensioenverplichting te voldoen. Dat kan voortvloeien uit tegenvallende beleggingsresultaten, gestegen levensverwachting en lage rekenrentes.

Uitkeren van dividend kan dan ook een probleem zijn. De belastingdienst vindt namelijk dat bij uitkering van dividend uit de besloten vennootschap rekening gehouden moet worden met de vraag of er wel voldoende dekking is voor de door de besloten vennootschap met de directeur aangegane pensioenverplichtingen. Wordt toch dividend uitgekeerd, dan ziet de belastingdienst dat als afkoop van pensioen, zodat er inkomsten belasting (52%) en revisierente (20%) moet worden betaald (samen maximaal 72%), berekend over de balanswaarde van de pensioenvoorziening.

Ook terugbetaling van kapitaal kan leiden tot dit zelfde probleem.

De staatssecretaris probeert nu met een oplossing te komen voor die situaties waarbij het geld ontbreekt om het pensioen uit te keren, of nog erger, er onvoldoende geld is om de ontstane belastingschuld te vereffenen. Nadat de staatssecretaris eerder met, volgens velen onwerkbare alternatieven kwam, lijkt het er nu op dat hij het pensioen in eigen beheer wil afschaffen. De aftrekpost voor pensioen leidt niet tot een beter pensioen en is alleen maar een mogelijkheid tot belastinguitstel, aldus de staatssecretaris.

Ons advies: kijk nog eens naar uw in eigen beheer opgebouwde pensioen. In een aantal gevallen kan het verstandig zijn om de pensioenregeling aan te passen.

Belasting besparen door opheffing of wijziging va huwelijkse voorwaarden

Als u in het verleden huwelijkse voorwaarden heeft laten opstellen kan het nuttig zijn om bij ons te informeren of deze voorwaarden nog wel in overeenstemming zijn met uw huidige situatie. Eens in de vijf of tien jaar laten nagaan of er wel of geen wijziging nodig is, is meestal wel genoeg.

Onderneming

Misschien zijn in het verleden huwelijkse voorwaarden opgesteld omdat een van de beide echtgenoten een bedrijf had. Uitgesloten werd toen dat alles binnen het huwelijk gemeenschappelijk eigendom werd, zodat het vermogen van de niet-ondernemende partner beschermd werd tegen een eventueel faillissement van de ondernemer.
Vroeger werd de zogenaamde “koude uitsluiting” vaak gebruikt als vorm van huwelijkse voorwaarden. Het effect was meestal dat de ondernemende partner aan het eind van het huwelijk welgesteld was en de andere echtgenoot, vaak de vrouw, weinig had (want die had toen zelden inkomen).

Zoals gezegd kan het nuttig zijn om de huwelijkse voorwaarden te laten checken. Bijvoorbeeld omdat er mogelijkheden zijn om deze zogenaamde koude uitsluiting te verzachten: afgesproken wordt dan in nieuwe huwelijkse voorwaarden dat de echtgenoten bij het eindigen van het huwelijk door echtscheiding of door overlijden gaan afrekenen alsof zij in gemeenschap van goederen gehuwd waren (verrekenbeding). Ook kunnen de echtgenoten een algehele gemeenschap van goederen laten ontstaan.
Het checken van de huwelijkse voorwaarden is ook nuttig als de ondernemende partner is gestopt met zijn bedrijf en geen onderneming meer uitoefent. Al het daaruit vrijkomende vermogen blijft immers eigendom van alleen deze echtgenoot. Als die rijkere echtgenoot overlijdt, valt dat hele vermogen in zijn nalatenschap en is in principe dat hele vermogen belast voor de erfbelasting. Bij deze situatie kan dan gedacht worden aan het wijzigen van de huwelijkse voorwaarden en het laten ontstaan van een algehele gemeenschap van goederen of het gaan afrekenen met elkaar alsof zij in gemeenschap van goederen gehuwd waren. In een gemeenschap van goederen of bij een dergelijk verrekenbeding zou slechts de helft van het vermogen in de nalatenschap vallen en vererven.

Het gevolg van het wijzigen van de huwelijkse voorwaarden met het beding om af te rekenen alsof je in gemeenschap van goederen gehuwd bent of door het laten ontstaan van een gemeenschap van goederen is dus dat bij overlijden erfbelasting bespaard kan worden.

Echtscheiding

Heeft u huwelijkse voorwaarden waarbij de vermogens gescheiden zijn en de eigen woning eigendom is van één van de echtgenoten? Ook dan kan het met een echtscheiding in het vooruitzicht goed zijn om de voorwaarden nog tijdens het huwelijk te wijzigen. Als de andere echtgenoot in de woning wil blijven wonen moet de woning immers aan deze echtgenoot worden toegedeeld zodat deze de nieuwe eigenaar wordt. De tijdige wijziging van de huwelijkse voorwaarden kan daardoor namelijk een besparing op de overdrachtsbelasting en/of schenkingsbelasting opleveren.

Wijzigen altijd verstandig?

Hiermee is niet gezegd dat het altijd verstandig is om de huwelijkse voorwaarden te wijzigen, dat verschilt per situatie. Het opheffen van huwelijkse voorwaarden heeft ook risico’s: een faillissement kan zich nog voordoen of schulden kunnen nog ontstaan in de toekomst. Ook een echtscheiding kan op de loer liggen.

Laat u dus goed informeren door een notaris. Wij zullen u hierover graag adviseren.

Schuldproblemen voorkomen met huwelijkse voorwaarden

U heeft er vast weleens over gehoord: sinds 1 januari 2018 trouwt u niet meer automatisch in algehele gemeenschap van goederen, maar in beperkte gemeenschap van goederen. Dit wordt soms ook wel ten onrechte aangeduid als trouwen ‘onder huwelijkse voorwaarden’. Dat is niet het geval. Ook nu de beperkte gemeenschap van goederen geldt, kan het opmaken van huwelijkse voorwaarden nuttig zijn. Onder huwelijk, echtgenoten en huwelijkse voorwaarden kan in dit artikel ook geregistreerd partnerschap, partners en partnerschapsvoorwaarden worden verstaan.

Beperkte gemeenschap van goederen

De beperkte gemeenschap van goederen houdt kort gezegd in dat de gemeenschap tussen echtgenoten bestaat uit het voorhuwelijkse gezamenlijke vermogen en het vermogen dat tijdens het huwelijk wordt opgebouwd, met uitzondering van (onder meer) verkregen erfenissen en schenkingen. In tegenstelling tot de algehele gemeenschap van goederen, die tot 1 januari 2018 gold, valt voorhuwelijks privévermogen niet in de gemeenschap. Dit kan voor mensen een reden zijn om geen huwelijkse voorwaarden meer op te maken. Toch kan het opmaken van huwelijkse voorwaarden zinvol zijn voor de bescherming tegen schuldeisers.

Gemeenschapsschulden en privéschulden

Naast gezamenlijke, voorhuwelijkse schulden vallen de schulden die tijdens het huwelijk worden aangegaan in beginsel in de gemeenschap, ongeacht of een dergelijke schuld door één van de echtgenoten of door beide echtgenoten gezamenlijk wordt aangegaan. Deze schulden noemen we gemeenschapsschulden. De wet regelt hierop een aantal uitzonderingen. Eén van deze uitzonderingen betreft schulden die betrekking hebben op goederen die buiten de gemeenschap vallen, zoals voorhuwelijks privévermogen van een van de echtgenoten. Privé blijven tevens de schulden die voor het aangaan van het huwelijk slechts door één van de echtgenoten zijn aangegaan.

Aansprakelijkheid en verhaal

Voor iedere schuld geldt dat degene die een schuld aangaat, de schuldenaar, aansprakelijk is en tot nakoming kan worden aangesproken. Voor privéschulden klinkt dit vanzelfsprekend. Voor gemeenschapsschulden kan dit misschien verwarrend klinken: een schuld kan in de gemeenschap vallen als deze door één van de echtgenoten is aangegaan, maar toch is slechts deze echtgenoot aansprakelijk. Een uitzondering geldt voor schulden die zijn aangegaan ten behoeve van de gewone gang van de huishouding. Daarvoor zijn beide echtgenoten aansprakelijk, ongeacht wie de schuld is aangegaan.

Los van de aansprakelijkheid staat echter de mogelijkheid van de schuldeiser om zich te verhalen. Een schuldeiser kan zich allereerst verhalen op het vermogen van de aansprakelijke schuldenaar. Voor echtgenoten met een beperkte gemeenschap van goederen geldt daarnaast een belangrijke regel, namelijk dat een schuldeiser zich ook kan verhalen op de goederen van de gemeenschap, ongeacht of het een gemeenschapsschuld of een privéschuld betreft. Deze regel heeft een belangrijk gevolg, namelijk dat het gezamenlijke vermogen van de echtgenoten niet zonder meer beschermd is tegen privéschuldeisers van één van de echtgenoten.

De wet kent echter een aantal voorzieningen om de positie van echtgenoten ten opzichte van schuldeisers enigszins te versterken.

Verhaal privéschulden

Als een schuldeiser van een privéschuld van één van de echtgenoten verhaal zoekt op gemeenschapsgoederen, dan heeft de andere echtgenoot allereerst het recht om privégoederen van de aansprakelijke echtgenoot, de schuldenaar, aan te wijzen indien die goederen voldoende verhaal kunnen bieden voor het voldoen van de schuld.

Daarnaast is de verhaalsmogelijkheid van de privéschuldeiser op gemeenschapsgoederen beperkt tot de helft van de waarde. De andere helft komt aan de andere echtgenoot toe en valt voortaan buiten de gemeenschap. De echtgenoot heeft twee mogelijkheden om dit te bewerkstelligen.
De eerste mogelijkheid is dat het gemeenschapsgoed waarop de privéschuldeiser verhaal zoekt, wordt verkocht, waarna de opbrengst voor de helft naar de privéschuldeiser gaat en voor de andere helft naar het privévermogen van de andere echtgenoot. De tweede mogelijkheid is dat de andere echtgenoot het goed met privégeld overneemt en de helft van de waarde betaalt aan de privéschuldeiser.

Wordt een privéschuld toch voldaan met vermogen uit de gemeenschap, dan heeft de echtgenoot, wiens privéschuld is voldaan, een plicht tot vergoeding tegenover de gemeenschap.

Huwelijkse voorwaarden

Het gemeenschappelijke vermogen van echtgenoten is niet zonder meer beschermd tegen privéschuldeisers. Hetzelfde geldt voor gemeenschapsschulden. Het privévermogen is niet volledig beschermd tegen schuldeisers van gemeenschapsschulden.

Door huwelijkse voorwaarden op te stellen waarin enige gemeenschap van goederen tussen echtgenoten wordt uitgesloten, is bescherming tegen de in dit artikel beschreven situaties mogelijk. Met een verrekenbeding kan een (beperkte) gemeenschap van goederen nagebootst worden. Daardoor kan hetzelfde resultaat worden bereikt met vorderingsrechten tussen de echtgenoten, en hebben schuldeisers niet de verhaalsmogelijkheden die zij hebben als de beperkte gemeenschap van goederen geldt.

Wilt u meer weten over de beperkte gemeenschap van goederen of over het al dan niet opstellen van huwelijkse voorwaarden? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.


Registratie in UBO-register binnen anderhalf jaar

De ondernemingen krijgen vanaf invoering van het register 18 maanden de tijd om hun UBO in te schrijven. De kamer van koophandel beheert het UBO register. Doel van het register is het tegengaan van financieel economische criminaliteit zoals witwassen, corruptie, belastingontduiking en fraude.

Een uiteindelijk belanghebbende is iemand die meer dan een kwart van alle aandelen in een vennootschap heeft, of meer dan een kwart van het stemrecht, of als je de feitelijke zeggenschap in een onderneming hebt.
De registratieplicht geldt onder meer voor besloten vennootschappen, naamloze vennootschappen, stichtingen, verenigingen, coöperaties, maatschappen vennootschappen onder firma, commanditaire vennootschappen, Europese vennootschappen, Europese economisch samenwerkingsverbanden en kerkgenootschappen.
De gegevens die worden opgeslagen in het UBO register zijn openbaar. Dat betekent dat van iedere UBO de voor en achternaam zijn op te vragen, geboortemaand en jaar, nationaliteit, woonstaat en de aard en omvang van het economische belang van de UBO.

Niet openbaar zijn gegevens die uitsluitend zijn op te vragen door daartoe bevoegde instanties, te weten het burger service nummer en het fiscaal identificatienummer, de geboortedag, geboorteland en plaats, het woonadres een kopie van een legitimatiebewijs en bewijsstukken waar het economische belang uit blijkt.

Zoeken in het UBO register kan uitsluitend op naam van de onderneming of rechtspersoon, op naam van de UBO zoeken kan niet. Voor het opvragen van informatie worden kosten in rekening gebracht.
Als iemand minderjarig is, onder curatele of bewind staat of politiebeveiliging heeft kan de UBO verzoeken om de openbare gegevens af te laten schermen.
Buitenlandse ondernemingen worden niet in het UBO register opgenomen, zij zullen zich moeten houden aan de wet en regelgeving in hun thuisland.
Naast dit UBO register gaat er ook nog een tweede UBO register komen voor in Nederland actieve trusts en voor fondsen voor gemene rekening.

De impact van het UBO register is voor het bedrijfsleven, vooral het MKB en familiebedrijven, best groot. Ineens ligt er heel veel informatie op straat. Wit u er meer over weten? Bel ons voor het maken van een afspraak.

KNB: Notarieel product moet meer zijn dan vraag-en-antwoordspelletje van Kruidvat

Voor 199 euro kan je sinds 24 augustus via de winkelketen een testament laten opmaken. Een samenlevingscontract gaat voor hetzelfde bedrag over de toonbank en een levenstestament kost 50 euro meer. Van Buitenen: ‘Deze akten zijn lang niet voor iedereen geschikt. Bovendien is het proces van een akte méér dan het aangaan van een digitaal vraag-en-antwoordspelletje.’

Klanten van de Kruidvat kunnen op de website een voucher bestellen. Met die voucher kunnen zij voor standaard testamenten, levenstestamenten en samenlevingscontracten terecht bij juridische dienstverlener Ligo. Die partij biedt al notariële diensten aan sinds 2015. Ligo wil met de Kruidvatactie de weg naar de notaris gemakkelijker maken. Volgens Nick van Buitenen is de kortste weg de beste weg. De drempel bij de notaris is laag. ‘Dit soort advertenties suggereren dat de dienst van de notaris altijd hetzelfde is. Dat klopt niet. De akte is de vastlegging van ieders persoonlijke wens. Ook voor het traject daar naar toe betaal je als klant. Vraag je meer (tijd, advies, dienst) dan krijg je meer en betaal je meer. Iedereen moet dat voor zichzelf bepalen, maar er is een minimum, want de notaris moet altijd voorlichten enbelehren.’

Niet voor iedereen

De software van Ligo genereert een conceptakte op basis van de antwoorden die de klant heeft gegeven. Deze akte wordt gecontroleerd en gepasseerd door een van de 12 notarissen waar Ligo mee samenwerkt. Kruidvat en Ligo maken op hun websites duidelijke dat hun diensten niet voor iedereen geschikt zijn. Als je geen Nederlands spreekt, kinderen wilt onterven, een onderneming hebt of een samengesteld gezin, kun je niet bij hen terecht en moet je direct naar de notaris.

Tijdelijk

In de actievoorwaarden van Kruidvat staat dat vouchers kunnen worden gekocht tot 30 november 2020 en worden verzilverd tot 31 december 2020. Het gaat dus voorlopig om een tijdelijke actie van Kruidvat. Aan het eind van het jaar evalueren Kruidvat en Ligo de samenwerking. Net als destijds bij de HEMA-notaris zal de KNB ook de werkwijze van de Kruidvat-notarissen kritisch volgen.

Effect testament of verblijvingsbeding verschilt bij overlijden samenwoonpartner

Er zit verschil in de uitkomst tussen de een en de ander. Met een verblijvingsbeding kan je regelen dat na het overlijden van een partner de gezamenlijke bezittingen automatisch op de achterblijvende partner overgaan. Dat is bij wet bepaald. In dat geval gaat ook de eigenwoningschuld van de overleden partner over op de langstlevende partner. Ook het aflossingsschema gaat mee in die overgang, als er sprake is van een fiscale aflossingseis.
Met een testament krijgt de achterblijvende partner het huis op grond van het erfrecht volledig in eigendom.

Een verblijvingsbeding heeft een voordeel en een nadeel ten opzicht van een regeling bij testament. Om met het nadeel te beginnen, het overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden gaat niet over op de achterblijvende partner. Het voordeel echter is dat het aflossingsschema niet mee overgaat. De achterblijvende partner kan zelf kiezen om een nieuw aflossingsschema van maximaal dertig jaar te gaan volgen. De aflossing gaat dan minder snel zodat de maandelijkse lasten dalen.

De keuze voor de verblijvingsbeding of testament hangt af van het type eigenwoningschuld. Hebben jullie bestaande eigenwoningschulden, dan is een testament voordeliger. Geldt de fiscale aflossingseis, dan kan je beter uit de voeten met een verblijvingsbeding de voorkeur. Dat zijn overigens niet de enige criteria, er spelen meer factoren een rol.

Wil je meer weten over de passende keuze voor jullie? Bel ons voor het maken van een afspraak.


Melding pensioenrecht samenwoners bij pensioenfonds

Als een van de partners zich niet aan deze afspraak houdt en vergeet de ander aan te melden bij zijn of haar pensioenfonds(en) of -verzekeraar(s), dan beoordeelt de rechter dat als een toerekenbare tekortkoming in het nakomen van de samenlevingsovereenkomst. Dat levert een schadeplicht op voor de partner die aanmelding heeft verzuimd.

Betekent dat dan ook dat diegene afstand moet doen van alle opgebouwde rechten van partnerpensioen zodat dat wordt aan het pensioen van zijn of haar partner? Nee, dat is zeker geen automatisme. Het hangt er van af of de benadeelde partner ook gedeeltelijke ontbinding van de samenlevingsovereenkomst vordert. Is dat niet gebeurd en heeft de ander de rest van de overeenkomst netjes nageleefd, dan hoeft deze niet te vrezen dat alle rechten overgaan op de ander. In dat geval moet alleen de door de benadeelde geleden schade worden vergoed.

Wilt u meer weten over het aangaan van een samenlevingsovereenkomst en de verplichtingen die daar uit voortvloeien? Bel ons voor het maken van een afspraak.


Schenkingen bij onderbewindstelling streng gereguleerd

Bij terminale ziekte van een onder bewind gestelde langstlevende ouder is het duidelijk dat deze bij leven niet zoveel gebruik zal maken van zijn of haar financiële middelen. Als schenkingen in die situatie de verzorging niet in de weg staan, lijkt de weg voor schenkingen vrij.

Echter, in principe kunnen schenkingen niet plaatsvinden als de schenker zijn of haar wil niet zelf kan bepalen. Dat zou alleen kunnen als klip en klaar vaststaat dat deze vóór onderbewindstelling al schenkingen deed. Afwijken van deze basisregels is alleen mogelijk als de rechter daar toestemming voor geeft. Dat kan de rechter doen op basis van een bijzondere omstandigheid, bijvoorbeeld omdat er met de verkoop van het huis van de ouder flink extra geld is vrijgekomen. Met een dergelijke afwijking wordt ook geen schenkingstraditie gecreëerd.

Als er wel een schenkingstraditie kan worden aangetoond, is de kans op toestemming groter. Als iemand vóór onderbewindstelling al vrijwel jaarlijks bedragen aan zijn of haar kinderen heeft geschonken, kan de bewindvoerder direct na aantreden aan de rechter machtiging vragen om nieuwe schenkingen te doen. Voorwaarde voor toekenning van een machtiging is dat het beschikbare vermogen voldoende is om in de toekomstige verzorging van de onderbewindgestelde te voorzien.

Dan is er ook nog de papieren schenking Daarmee kan de bewindvoerder de CAK-bijdrage (voor de AWBZ) van de onderbewindgestelde verlagen, terwijl de kinderen dan jaarlijks (op papier) een schenking ontvangen uit het vermogen van hun ouder, dus een vorderingsrecht. Ook hier heeft een dergelijk verzoek geen kans al er geen sprake is van een schenkingstraditie.

Wilt u meer weten over het doen van schenkingen bij bewindvoering? Bel ons voor het maken van een afspraak.


Alert voor gemachtigden in levenstestament

In een levenstestament regelt u wat er moet gebeuren als u zelf geen beslissingen meer kunt nemen. In een levenstestament wordt een gevolmachtigde benoemd, die dan namens de volmachtgever beslissingen kan nemen. Vaak is dat een van de kinderen, maar het kan ook iemand van buiten gezin of familie zijn.

Meestal wordt een algemene volmacht gegeven, maar u kunt de volmacht ook beperken tot bepaalde handelingen, bijvoorbeeld alleen bankzaken. Een algemene volmacht geeft u als gevolmachtigde echter de meeste mogelijkheden. Zonder een levenstestament / algemene volmacht wordt de weg omslachtiger. Dan moet de rechter er aan te pas komen om een meerderjarigenbewind of curatele in te stellen. U kunt in een levenstestament ook de rechter vragen om een door u voorgestelde persoon of instelling te benoemen tot bewindvoerder.

Voor een gemachtigde is het van groot belang te weten hoever zijn of haar bevoegdheid reikt en wat daarvan de consequenties zijn. In het levenstestament moet zijn opgenomen wanneer de volmacht ingaat. Grofweg zijn er twee lijnen. De eerste is dat de volmacht ingaat als de volmachtgever wilsonbekwaam is, hetgeen door een arts moet worden vastgesteld. De tweede lijn is dat de volmacht al direct na het opstellen van de volmacht ingaat. De gevolmachtigde kan dan ook vanaf die datum op basis van de volmacht handelen.

Volmachten zijn niet onbeperkt. Zo mag een volmachtgever geen schenkingen namens de volmachtgever doen en zal hij of zij altijd moeten handelen in het belang van de volmachtgever. Het gaat dus niet alleen om de vraag of de gevolmachtigde kan handelen, maar ook om de vraag of hij of zij dat mag. Er is daarom alle reden voor volmachtgevers om duidelijke instructies in het levenstestament te verwerken zodat discussie daarover niet kan ontstaan.

Een andere vraag is of de gevolmachtigde altijd moet handelen, of daar een eigen beslissing in kan nemen. Het antwoorde op die vraag is nog niet uitgefilterd. Het juridische onderscheid tussen moeten en mogen in dit kader is nog in ontwikkeling. Dat wordt nog aangevuld met het onderscheid tussen de belangen van de volmachtgever gedurende de periode dat de volmacht wordt uitgeoefend en de belangen van derden – bijvoorbeeld (andere) erfgenamen – in een later stadium. Ook daarover kan de volmachtgever in het levenstestament richtlijnen geven.

Wilt u meer weten over de mogelijkheden van een levenstestament? Bel ons voor het maken van een afspraak.


Hogere hypotheek niet altijd voordelig

Vanaf 2021 kan waarschijnlijk een groter deel van het laagste inkomen van tweeverdieners mee gaan wegen bij de maximaal mogelijke hypothecaire lening. Een mogelijke tweede maatregel die ook gunstig uit kan pakken is dat ook de studieschuld minder zwaar gaat meewegen. Het kabinet heeft dit advies van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) ter consultatie voorgelegd aan ieder die hier een reactie over wil geven.

Het aandeel van het laagste inkomen dat meetelt in de berekening van de maximale hypotheek stijgt in de plannen van 80 naar 90%. De afweging die gemaakt zou moeten worden in of de last nog kan worden opgebracht als een van de inkomens wegvalt. In de huidige economisch onzekere tijd is dat geen overbodige vraag. Bent u niet zeker van de bestendigheid van uw inkomen, dan is het verstandig om niet het maximaal toegestane hypotheekbedrag te lenen.

Het kabinet overweegt de versoepeling om enerzijds meer vrouwen te stimuleren (meer) te gaan werken en anderzijds vanwege aanpassing aan de realiteit. Tweeverdieners zijn de afgelopen jaren meer in inkomen gestegen dan eenverdieners. Echter, het risico van wegvallend inkomen of een scheiding blijven grote risico’s, die een gedegen afweging vragen.

Wilt u meer weten over de verplichtingen die u aangaat in een hypotheekakte? Bel ons voor het maken van een afspraak.