Wetsvoorstel pensioenverdeling bij scheiding is gemiste kans

Samenwoners zullen geen gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die deze wet biedt.
Dankzij het wetsvoorstel krijgen gehuwden en geregistreerd partners na scheiding een eigen pensioenaanspraak ten opzichte van de pensioenuitvoerder. Dat betekent dat ex-partners niet meer van elkaar afhankelijk zijn. De nieuwe wet zal niet gelden voor stellen die samenwonen, maar niet zijn getrouwd of geregistreerd partner zijn. De VMN en KNB pleiten er in een brief aan de Tweede Kamer voor dat mensen met een notariële samenlevingsovereenkomst, met daarin afspraken over wederzijdse verzorgingsplicht, hetzelfde worden behandeld als mensen met een huwelijk of geregistreerd partnerschap.

Samenwoners

De VMN en KNB stellen daarom voor om de wet ook te laten gelden voor samenwoners. Op die manier kunnen ook zij gebruik maken van de wet. Met deze toevoeging sluit het wetsvoorstel beter aan bij de behoefte in de samenleving.

Wilt u meer weten over pensioenverdeling bij echtscheiding? Bel ons voor het maken van een afspraak

Afkoop partneralimentatie in 2019 fiscaal aantrekkelijk

Nu nog geldt voor de aftrek het toptarief in de belastingschijf (maximaal 51,75%). In 2020 gaat een lager toptarief gelden (49,5%) en daar moet dan voor de aftrekbaarheid van de partneralimentatiebetaling nog eens 3,5% van worden afgetrokken. Uw aftrek is dan maximaal 46%. Deze vermindering wordt jaarlijks tot in 2023 voortgezet. Vanaf dat jaar is de aftrek nog maar 37,05%.


Deze trend maakt het voor velen fiscaal aantrekkelijk om de alimentatieverplichting nog in 2019 af te kopen en te profiteren van de maximale aftrek.

Wilt u meer weten over de juridische rechten en plichten na echtscheiding? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Haken en ogen eigenwoningregeling na echtscheiding

Die zogenaamde cirkelconstructie moet dan wel worden vastgelegd in het echtscheidingsconvenant. Ontbreekt de constructie, dan is bij elk van de ex-echtgenoten 50% van de hypotheekrente aftrekbaar.
Zonder cirkelconstructie leggen ex-echtgenoten in het echtscheidingsconvenant ook wel vast dat beiden geen aanspraak hebben op partneralimentatie, dat de woning vooralsnog onverdeeld blijft en dat beiden gedurende die onverdeeldheid in het huis blijven wonen en ook beiden hun aandeel in de kosten zullen dragen.

Wat nu als een van beiden gedurende de periode van onverdeeldheid ergens anders gaat wonen en degene die in het huis blijft wonen de volledige hypotheekrente in aftrek brengt op zijn of haar aangifte inkomstenbelasting? De fiscus staat dan slechts een aftrek van 50% toe.
Het argument dat in het convenant de afspraak is gemaakt dat de ex-partner geen partneralimentatie zal ontvangen en in ruil daarvoor afziet van zijn of haar aftrekpost hypoheekrente, houdt geen stand. Als er geen expliciete cirkelconstructie in het convenant is opgenomen, ontstaat voor beide partnerselk, na het tijdstip dat een van hen de woning definitief verlaat, 50% aftrekbaarheid.
De in dat geval benadeelde ex-partner kan de andere 50% van de hypotheekrente verhalen op de andere ex-partner.

Wilt u meer weten over de cirkelconstructie? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Voor ex betaalde hypotheekrente niet aftrekbaar

Partners die na echtscheiding nog samen eigenaar blijven van hun woning maar geen fiscale partners, moeten er voor zorgen dat elk van hen 50% van de rente betaalt en fiscaal aftrekt. Gebeurt dat niet, dan staat de fiscus al klaar om die aftrek te corrigeren, met naheffing als gevolg.
Een beroep op gelijkheidsbeginsel heeft geen effect. De rechter blijkt ongevoelig voor argumenten van partijen die het niet op de juiste manier hebben geregeld en bij het ondervinden van de nadelen daarvan een beroep doen op dat beginsel.
Hoe u het beter kunt doen is dat u de gemaakte afspraken over verdelingen vastlegt in het echtscheidingsconvenant

Wilt u meer weten over de gevolgen van uw hypothecaire en fiscale verplichtingen bij echtscheiding? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Positie schuldeisers bij turboliquidatie behoeft verbetering

Wat is turboliquidatie? De turboliquidatie is het versneld opheffen en ontbinden van een besloten vennootschap. De bestaande wettelijke mogelijkheid van turboliquidatie van rechtspersonen is bedoeld om misbruik van niet-actieve (slapende) rechtspersonen te voorkomen. Een niet-actieve vennootschap kan via een turboliquidatie worden opgeheven bij de Kamer van Koophandel.

De Belastingdienst heeft onderzoek gedaan naar turboliquidaties en geconcludeerd dat het merendeel (80%) van de turboliquidaties gaat om boedels zonder baten en zonder fiscale schulden. Toch is er een risico op misbruik van deze mogelijkheid, hoewel er nauwelijks sprake is malafide turboliquidaties. De Minister wil de wettelijke mogelijkheid van een turboliquidatie behouden.

Schuldeisers beschermen

Bij een turboliquidatie met achterlating van schulden moet volgens de Minister evenwel de positie van schuldeisers worden verbeterd. Schuldeisers krijgen meer mogelijkheden tot beoordeling of zij al dan niet worden benadeeld en meer mogelijkheden om daar stappen te ondernemen om dat teniet te doen.
Er wordt gedacht aan verplichte deponering van een slotbalans met een bestuursverklaring waarom baten ontbreken, het algemeen bekendmaken van de voorgenomen turboliquidatie en het deponeren van jaarrekeningen over alle eerdere boekjaren.
Volgend jaar treedt het hele wetgevingstraject in werking.

Wilt u meer weten over turboliquidaties? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Naleven van huwelijkse voorwaarden bespaart problemen

Ben u getrouwd na 1 januari 2018 zonder het opstellen van huwelijkse voorwaarden? Dan geldt voor u de nu wettelijke ‘beperkte gemeenschap van goederen’. Uw bezittingen en schulden van vóór het huwelijk blijven van u in privé. Bezittingen en schulden van na het trouwen worden gezamenlijke bezittingen en schulden. Schenkingen of erfenissen die vóór en tijdens uw huwelijk aan u toevallen zijn van u privé. Dat kan alleen anders zijn als de overledene of de schenker anders heeft bepaald.

Schuldeisers kunnen u aanspreken op betaling van schulden, zij kunnen daarvoor zelfs goederen late verkopen. Wilt u dat allemaal niet, dan zijn huwelijkse voorwaarden een uitkomst. U kunt zowel vóór als tijdens uw huwelijk huwelijkse voorwaarden opstellen. Dat laatste gebeurt nogal eens om te zorgen dat zakelijke schuldeisers van uw ondernemende echtgenoot geen verhaal op uw privévermogen kunnen uitoefenen. Veel ondernemers hebben huwelijkse voorwaarden opgesteld waarin is vastgelegd dat er geen gemeenschap van goederen is.

Naleven

Met uitsluiting van gemeenschap van goederen wordt voorkomen dat ondernemingsvermogen beschermd is bij echtscheiding en privévermogen van de echtgenoot beschermd is bij faillissement.
Deze koude uitsluiting wordt nogal eens gematigd met een zogenaamd verrekenbeding. Dat kan een periodiek verrekenbeding zijn, waarbij echtgenoten eens per jaar onderling verrekenen hetgeen van ieders inkomen overblijft. Het kan ook een finaal rekenbeding zijn, waarbij aan het eind van het huwelijk (echtscheiding of overlijden) de waarde van het vermogen geheel of deels wordt verdeeld.

Het komt maar al te vaak voor dat bij een periodiek verrekenbeding partners verzuimen om jaarlijks te verrekenen. Dan missen de huwelijke voorwaarden hun doel en moet de niet-ondernemende echtgenoot maar bewijzen welke goederen privé zijn, zodat deze niet in het faillissement worden betrokken. Dat lukt dan meestal niet met alle gevolgen van dien. Naleving is van groot belang: daadwerkelijk verrekenen en een goede administratie voeren.
Zonder dat moet aan het einde van het huwelijk alsnog worden verrekend. Die verrekening gaat veel verder dan wat hiervoor is geschetst. U kunt dan op een veel hoger nadeel uitkomen omdat het resultaat dat behaald is met het niet verrekende vermogen moet worden verrekend.

Vaststellingsovereenkomst

Heeft u tot nu toe verzuimd om de huwelijkse voorwaarden na te leven? Er is nog een ontsnappingsroute. U kunt een vaststellingsovereenkomst laten opstellen. U kunt daarin kiezen om het te verrekenen bedrag alsnog uit te betalen of om een vordering vast te leggen. Daarmee kunt u ongewenste gevolgen niet-naleving nog voorkomen.

Wilt u meer weten over huwelijkse voorwaarden in het algemeen en verrekenbedingen in het bijzonder? Bel ons voor het maken van een afspraak..

Bouwen sociale koopwoning aantrekkelijker

Zo kunnen gemeenten meer starters en middeninkomens duurzaam aan een koopwoning helpen.
Daarnaast wordt gekeken hoe die sociale koopwoningen vervolgens ook op de lange termijn betaalbaar en beschikbaar blijven voor starters en middeninkomens.De bovengrens voor een sociale koopwoning ligt nu op € 200.000, de NHG-kostengrens ligt vanaf 2020 op € 310.000. Die grens wordt gelijkgetrokken.

De maatregel wordt opgenomen in de Omgevingswet. Het voorstel sluit aan op onderzoek naar sociale koop en de handhaving daarvan en wordt aangekondigd in de reactie op het onderzoek van het Kadaster naar het prijseffect op woningen door aankopen van particuliere beleggers. Uit het onderzoek blijkt dat in buurten waar veel beleggers woningen kopen de prijzen hoger liggen. De hogere prijzen zijn mogelijk niet het gevolg van de aanwezigheid van beleggers maar van de aantrekkelijkheid van de buurt.

Versterken positie starters en middeninkomens

Sociale koop is voor gemeenten een manier om meer koopwoningen voor starters en middeninkomens te bouwen en te behouden. Dit is een van de maatregelen om de positie van deze groepen ten opzichte van particuliere investeerders te versterken. Zodat ook zij sneller een betaalbaar huis kunnen vinden.

De maatregel is in lijn met de maatregelen die tijdens Prinsjesdag aangekondigd zijn om sneller en betaalbaardere woningen te bouwen en de positie van starters en middeninkomens te versterken. Zo wordt vanaf 2020 de woningbouwimpuls van 2 miljard euro ingezet. Daarnaast wordt onder andere gekeken naar de mogelijkheid om een zelfbewoningsplicht van bestaande koopwoningen in te voeren en zijn er een aantal maatregelen voor de huurmarkt aangekondigd. Ook zijn er initiatieven gestart om bij het verstrekken van hypotheken meer rekening te houden met flexibele arbeidscontracten.

Wilt u meer weten over uw rechten en plichten bij het afsluiten van een hypotheek? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Kostengrens Nationale Hypotheekgarantie in 2020 naar € 310.000

Sinds 2017 is de kostengrens voor NHG-hypotheken gekoppeld aan de gemiddelde koopsommen van aangekochte woningen in de maanden juni, juli en augustus van het voorafgaand jaar. Dit jaar zijn deze bedragen respectievelijk € 301.736 (juni), € 309.689 (juli) en € 316.183 (augustus). Daarmee kwam het gemiddelde uit op € 309.203. De kostengrens is het dichtstbijzijnde gehele bedrag dat deelbaar is door € 5.000, namelijk € 310.000.

NHG bestuurder Arjen Gielen: “Hiermee loopt de kostengrens weer in de pas met de gemiddelde woningwaarde. Dat is een positieve ontwikkeling, met name voor starters. We doen er recht mee aan de gestegen woningprijzen, maar tegelijk willen we voorkomen dat we de huizenprijzen aanwakkeren. Samen met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onderzoeken we of we een systematiek kunnen ontwikkelen die bijdraagt aan een nog stabielere kostengrens en borgtochtprovisie. Zowel in tijden van economische voor- en tegenspoed.”

Voor de investering in energiebesparende maatregelen kan een hypotheek aangevraagd worden tot maximaal 106% van de waarde van de woning, in plaats van maximaal 100%. Denk bijvoorbeeld aan de isolatie van spouwmuren of het dak of de vervanging van de CV-ketel. Deze extra financieringsruimte wordt ook meegerekend in de kostengrens.

Het oversluiten van een lening zonder NHG naar een hypotheek met NHG is vanaf 2020 niet meer mogelijk als de woningwaarde boven de kostengrens ligt. Op dit punt zullen de voorwaarden en normen vanaf 2020 worden aangepast.

Wilt u meer weten over de juridische haken en ogen bij het kopen van een huis en het afsluiten van een hypotheek? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Geen erfbelasting over nabetalingen kindgebonden budget

Aanspraken op nabetalingen van het kindgebonden budget over de jaren 2013 tot en met 2017 zijn hierdoor vrijgesteld van erfbelasting.
Mensen die kinderbijslag ontvangen kunnen soms ook aanspraak maken op kindgebonden budget. Dit is een maandelijkse bijdrage van de overheid aan gezinnen met kinderen. Als een partner komt te overlijden die recht had op dit budget, moet daar erfbelasting over worden betaald. Wanneer de niet overleden partner de rechthebbende is, hoeft er geen erfbelasting over betaald te worden. De Kamerleden vinden dit een onbedoeld onderscheid.

Amendement

Dankzij het amendement hoeven erfgenamen geen erfbelasting te betalen over aanspraken op nabetalingen van het kindgebonden budget over de jaren 2013 tot en met 2017. Wel moeten ze dan voor 1 september 2019 aangifte voor de erfbelasting hebben gedaan.

Wilt u meer weten over erfbelasting? Bel ons voor het maken van een afspraak

Wettelijk bewijsvermoeden voldoende voor aansprakelijkheid mede-beleidsbepaler

Het is echter niet altijd even duidelijk in welke gevallen een persoon kwalificeert als een (mede-) beleidsbepaler. Daarnaast is het – zeker in concernverhoudingen – lastig om aan te tonen dat een (rechts)persoon (mede) het beleid heeft bepaald van een al dan niet in staat van faillissement verkerende rechtspersoon.

Het beleid in concernverhoudingen is gegrond op feitelijke gezagsverhoudingen terwijl richtlijnen vaak informeel van aard zijn.Misbruikwetgeving is niet geschreven voor concernverhoudingen. Daarom wordt er voor gepleit om voor concernverhoudingen een weerlegbaar bewijsvermoeden in de wet op te nemen. Het weerlegbaar bewijsvermoeden betreft namelijk slechts de kwalificatie als (mede-)beleidsbepaler. Om tot een aansprakelijkheid te kunnen komen, moet daarnaast ook nog onweerlegbaar zijn dat het bestuur zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld én aannemelijk zijn dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement.

Het bewijsvermoeden zou dan bijvoorbeeld kunnen luiden als volgt:“Behoudens tegenbewijs wordt de rechtspersoon die, voor rekening van haarzelf of van een dochter- of groepsmaatschappij, meer dan drie kwart van het geplaatste kapitaal van de (failliete) vennootschap verschaft of doet verschaffen, vermoed het beleid in die vennootschap te hebben bepaald dan wel mede te hebben bepaald.”|
Die drie kwart van het geplaatste kapitaal sluit dan aan bij de regelingen voorspecial resolutionsenshadow directorsin het Verenigd Koninkrijk. De standaardregel in het Verenigd Koninkrijk dat de aandeelhouders instructie- en initiatiefrechten hebben, is opgenomen in art. 4 van de Companies (Model Articles) Regulations 2008 (SI 2008/3229). Dat artikel bepaalt:“The shareholders/members may, by special resolution, direct the directors to take, or refrain from taking, specified action.”
Men zou zich ook kunnen afvragen waarom het weerlegbare bewijsvermoeden alleen betrekking zou moeten hebben op rechtspersonen, het zou immers ook op natuurlijke personen betrekking kunnen hebben. De verwachting is overigens dat in wet- en regelgeving steeds meer gekeken zal gaan worden naar de persoon die uiteindelijk “schuilgaat” achter de rechtspersoon.

De Hoge Raad heeft zich inzake Resort of the World/Maple Leaf gebogen over de vraag onder welke omstandigheden een onrechtmatig handelen of nalaten van personen door wie de rechtspersoon aan het rechtsverkeer deelneemt, als eigen onrechtmatig handelen aan een rechtspersoon kan worden toegerekend. Conclusie is dat beslissend is of dat handelen of nalaten in het maatschappelijk verkeer handelen of nalaten van de rechtspersoon zelf betreft.Dat geldt voor gedragingen van een bestuurder, maar de formele hoedanigheid van de handelende persoon is – aldus de Hoge Raad – niet beslissend voor de toerekeningsvraag.
We zien hier een duidelijke worsteling van de wetgever over hoe om te gaan met bepalen wie aansprakelijk is en waarom. Duidelijk is dat u er niet mee weg komt door het niet zijn van directeur, de formele hoedanigheid alleen is niet doorslaggevend.

Wilt u meer weten over aansprakelijkheid binnen concernverhoudingen? Bel ons voor het maken van een afspraak.