Uitgetreden vennoot is aansprakelijk voor huurachterstand die is ontstaan na zijn uittreding

Wie als vennoot uit een vennootschap onder firma uittreedt, is daarmee niet zonder meer ook van alle verplichtingen af. Let daarom op welke verplichtingen u als vennoot bent aangegaan in overeenkomsten die ook na uw uittreden nog doorlopen.

Dat bleek onlangs voor de rechtbank Rotterdam. Het ging daarbij om aansprakelijkheid voor een huurschuld die na uittreden was ontstaan. Echter, als de uitgetreden vennoot destijds samen met zijn of haar medevennoot de huurovereenkomst hebben ondertekend, waarin is bepaald dat beiden zich tot de einddatum van de overeenkomst hebben verbonden, dan kunnen zij ook beiden worden aangesproken op nakoming daarvan. De hoofdelijke aansprakelijkheid eindigt dus niet zonder meer door uittreden als vennoot of zelfs door ontbinding van de vennootschap.

Om dat te voorkomen kan een uittredende vennoot aan de verhuurder vragen hem of haar te ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. Zonder dat moet de uittredende vennoot mede opdraaien voor de gevolgen.

Wilt u meer weten over hoofdelijke aansprakelijkheid in vennootschappen en het beperken daarvan? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Minister Ollongren gaat koopproces transparanter maken

(Bron KNB) Een transparanter koopproces met gelijke kansen voor kopers. Dit wil minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit schrijft zij in een brief aan de Tweede Kamer. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) is – naast meerdere andere organisaties – met het ministerie in gesprek over dit onderwerp en levert daar waar mogelijk een bijdrage. De minister wil onder andere gaan werken met een biedlogboek waardoor verkopers en kandidaat-kopers het biedproces kunnen controleren.

Ollongren laat de Kamer weten dat ongeveer 80 makelaars al meedoen met een pilot van een digitaal biedlogboek. Dit moedigt zij aan en ze wil dat alle makelaars op termijn gaan werken met een digitaal biedlogboek.

Voorbehoud financiering en bouwkundige keuring

Verder wil ze dat de kans op het vinden van een passende koopwoning niet afhankelijk mag zijn van hoeveel risico je bereid bent te nemen. Ze verkent of de voorbehouden van financiering en bouwkundige keuring een verplicht onderdeel kunnen gaan vormen bij de totstandkoming van een koopovereenkomst voor een woning door een consumentkoper. In dat geval worden de voorbehouden van financiering en bouwkundige keuring standaard onderdeel van de koopovereenkomst.

Toegang aanbod

De kans op het vinden van een koopwoning mag ook niet langer afhankelijk zijn van het moment van toegang tot het woningaanbod. ‘Op dit moment is er in sommige gevallen zoveel interesse in een woning dat degene die het eerste toegang heeft tot het nieuwe woningaanbod ook de meeste kans heeft om een woning te bezichtigen en een bod uit te brengen. Dat vind ik onwenselijk’, aldus de minister in haar brief. Ollongren streeft ernaar de Tweede Kamer voorjaar 2022 nader te kunnen informeren.

Belastingvrije ton blijft in stand na verkoop huis

Het belastingvrij schenken van schenken van maximaal € 105.302 (grens 2021) aan bijvoorbeeld kinderen blijft populair. Moet er alsnog schenkbelasting over worden betaald als het kind de woning na korte tijd (door)verkoopt? Bijvoorbeeld in verband met een noodzakelijke verhuizing. De angst dat de fiscus de vrijstelling terugdraait, zit er goed in.

De voorwaarde voor deze belastingvrije schenking is dat het geld wordt gebruikt om een huis te kopen, te verbouwen of onderhouden, of een hypothecaire lening mee af te lossen. Ook een restschuld van een verkocht eigen huis mag er mee worden afgelost. Datzelfde geldt voor het afkopen van recht van erfpacht of opstal.
Het gaat er om dat het huis het hoofdverblijf en eigen woning is of was van het begunstigde kind. Er is geen sprake van een termijn voor de geldigheid van de schenking. Zolang de schenking is gebruikt voor een eigen woning, voldoet de schenking aan de eisen.

Wilt u meer weten over de eenmalige extra schenking voor de eigen woning van bijvoorbeeld uw kinderen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Stichting zonder bestuursleden, wat nu?

Een stichtingsbestuur dat vooral bezig is met het realiseren van de doelstellingen van hun organisatie, maar de statuten niet in de gaten houdt, kan zo maar zonder bestuur komen te zitten. Dat gebeurt als bijvoorbeeld de maximale bestuursperiode is overschreden of bestuurders nooit rechtsgeldig blijken te zijn benoemd.

Als er om een van die redenen of een combinatie daarvan ineens geen rechtsgeldig bestuur meer blijkt te zijn, ontstaan de problemen als in de statuten staat dat het bestuur nieuwe bestuurders benoemt. Dan kunnen er binnen de stichting geen nieuwe bestuurders worden aangewezen. De rechtbank biedt dan uitkomst en benoemt daarom op verzoek van de onterecht (nog) zittende bestuurders nieuwe bestuursleden.

De wet voorziet gelukkig in dergelijke situaties en bepaalt dat wanneer er geen statutair bedoeld bestuur meer is, de rechtbank op verzoek van belanghebbenden of het openbaar ministerie nieuwe bestuursleden mag benoemen. De rechtbank zal in dergelijke situaties altijd kijken naar de bestaande statuten van de stichting.

Wilt u meer weten over statutaire mogelijkheden in een stichting? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Testamenten verjaren niet

Soms worden notarissen geconfronteerd met zeldzame vragen. Bijvoorbeeld, kan een testament verjaren? De vraag is dan gerelateerd aan het feit dat een testament er al jaren ligt en nabestaanden zich afvragen over het wel echt of nog geldig is.

Het antwoord kan kort zijn. Testamenten verjaren nooit, ze worden altijd bewaard in de archieven van de notaris. Zodra er een nieuw testament is gemaakt ter vervanging van de voorgaand, blijft de oude versie nog steeds in het archief.
Alle testamenten in Nederland zijn geregistreerd in het Centraal Testamenten Register (CTR) in Den Haag. Dat gaat terug tot 1890. Uit de CTR-gegevens blijkt of er een testament is opgemaakt, wanneer dat is gebeurd en bij welke notaris dat is gebeurd. Het CTR bevat zelf geen testamenten, die blijven in het archief van de notaris. Als de notaris zijn werkzaamheden beëindigd worden alle door hem of haar en hun voorgangers overgedragen aan hun opvolger of – bij gebrek aan een opvolger – toegewezen aan een andere notaris.

Wat er in het testament staat, is alleen bekend bij degene die het heeft laten opstellen en eventueel bij een persoon die hij of zijn in vertrouwen heeft genomen. Na het overlijden van degene die het testament heeft laten opstellen mogen alleen wettelijke erfgenamen en personen die in het testament zijn aangewezen als erfgenaam, het testament inzien. Wie een legaat heeft ontvangen of onterfd is heeft alleen recht op inzage van een beperkt deel van het testament en krijgen daarvan een uittreksel van de notaris. Dat uittreksel wordt ook aan de Belastingdienst gestuurd.

Wilt u meer weten over testamenten? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Redelijkheid en billijkheid bij afzien van partneralimentatie in huwelijkse voorwaarden

In nogal wat huwelijkse voorwaarden is door partners een clausule opgenomen dat zij over een weer afstand doen van aanspraken op partneralimentatie als het huwelijk eindigt door echtscheiding. Dergelijke clausules zijn normaal gesproken nietig. De wet biedt weliswaar de mogelijkheid af te zien van een uitkering voor levensonderhoud, maar dat geldt alleen voor overeenkomsten tussen partners die zij tijdens hun huwelijk zijn aangegaan met het oog op hun aankomende echtscheiding.

Onder omstandigheden biedt de wet wel ruimte om ondanks de nietigheid te omzeilen. Dat kan dan alleen op grond van maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Dat is ook nog eens slechts bij hoge uitzondering succesvol, rechters zijn hier uiterst terughoudend in. Het hangt vooral af van wat partijen bij het aangaan van de huwelijkse voorwaarden als bedoeling hadden en of er sprake was van volledige financiële onafhankelijkheid van beide partijen, dat dit bij scheiding nog steeds zo is en als er geen kinderen uit de relatie zijn geboren. Als ten tijde van de echtscheiding sprake is van financiële afhankelijkheid is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat dergelijke clausules ten uitvoer worden gelegd en heeft een beroep op nietigheid van de clausule succes.

Wilt u meer weten over de houdbaarheid van clausules in huwelijkse voorwaarden? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Hypotheekgarantie volgend jaar begrensd op € 355.000

De kostengrens van een Nationale Hypotheek Garantie (NHG) gaat volgend jaar omhoog naar € 355.000 euro. Deze forse verhoging is het gevolg van de enorme stijging van de huizenprijzen. De stijging van huizenprijzen hebben er voor gezorgd dat het aanbod van huizen tot de kostengrens steeds beperkter werd.

Met de NHG-garantie zijn huizenkopers verzekerd van aflossing van hun hypotheek in geval van overlijden van de partner of een relatiebreuk. Kopers betalen een eenmalig bedrag voor zo’n garantie. In ruil daarvoor kunnen hypotheekverstrekkers een lagere rente aanbieden.

Het aantal hypotheken met een NHG-garantie daalde in het tweede kwartaal van dit jaar flink, op jaarbasis met tien procent. NHG ziet zich geconfronteerd met een toenemende aantal vragen waarom de kostengrens niet nog verder verhoogd kan worden, zodat meer woningeigenaren kunnen worden beschermd met het NHG-vangnet. Een verdere verhoging is volgens NHG niet de oplossing, die ligt in . het creëren van extra woningen.

Dit jaar ligt de kostengrens van een NHG nog op € 325.000. In 2020 was dat nog € 310.000 en in 2019 stond de grens op € 290.000. De grens wordt berekend op basis van de gemiddelde woningprijs in juni, juli en augustus.

Terugvordering bijstand dreigt ondanks tweetrapsmaking in testament

Wie een bijstandsuitkering ontvangt en in die periode een erfenis ontvangt, doet er goed aan zich te realiseren dat vanaf de sterfdatum van degene die de erfenis nalaat recht op bijstand meer bestaat. Ook als de overledene eerstervende van een echtpaar is, vervalt het recht op bijstand. Dat kan betekenen dat pas bij het overlijden van de langstlevende wordt opgemerkt dat het recht op bijstand al eerder was geëindigd. Met alle problemen van dien, zoals terugvordering van de bijstand over die periode.

Volgens de wet die hierop van toepassing is, de Participatiewet, is het tijdstip van het overlijden van de erflater het tijdstip waarop de aanspraak op het erfdeel ontstaat bepalend. Het maakt dan ook niet uit als de erflater een tweetrapsmaking in zijn of haar testament heeft opgenomen. Een tweetrapsmaking is een bepaling in het testament waarin staat dat alleen de partner tot erfgenaam wordt benoemd en de kinderen pas erven van hun eerst overleden ouder op het moment dat beide ouders zijn overleden. De langstlevende ouder hoeft dan nog geen erfbelasting te betalen over eventuele kindsdelen.

Als het recht op de erfenis is bepaald in een testament waardoor de aanspraak op de erfenis voortkomt uit zijn overlijden, is de erfenis op grond van een tweetrapsmaking gelijk aan een erfenis op grond van een langstlevende testament. Dat bij een tweetrapsmaking direct na het overlijden een voorwaardelijk recht ontstaat, staat voor de Participatiewet gelijk aan het ontstaan van een aanspraak op een erfenis bij een langstlevende testament. Het maakt daarbij voor diezelfde wet ook niet uit dat erfgenamen bij een langstlevende testament zeker zijn van hun erfdeel en bij een testament met een tweetrapsmaking niet. Het gaat in deze situatie niet om het mogelijk verschil in omvang van de erfenis maar op het ontstaan van het recht daarop.

Helaas betekent toepassing van de Participatiewet dat de kosten van bijstand pas kunnen worden teruggevorderd nadat beide ouders van het bijstandsgerechtigde kind zijn overleden en het kind feitelijk de beschikking heeft gekregen over zijn deel van de nalatenschap.

Wilt u meer weten over de risico’s van terugvordering van bijstand bij het overlijden van een van uw ouders? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Onbeheerde nalatenschappen vervallen uiteindelijk aan de Staat

Als iemand overlijdt komt het soms voor dat er niemand bekend is die de uitvaart wil verzorgen of de afwikkeling van de nalatenschap op zich wil nemen. Dit kan komen omdat er geen erfgenamen (lijken) te zijn of omdat de erfgenamen de nalatenschap niet willen aanvaarden. Wat gebeurt er dan in zo’n situatie?

Meestal is het zo dat in een dergelijk geval de politie, de uitvaartondernemer of een persoon zich bij de gemeente meldt. In de eerste plaats wordt in de Wet op de lijkbezorging (Wlb) bepaald dat de gemeente waar de persoon is overleden de opdrachtgever is voor de uitvaart en deze ook voor haar rekening neemt, dit ongeacht de vraag of de nalatenschap negatief (alleen maar schulden blijven over) of positief (na betaling van alle schulden blijft er een positief saldo er over) is. De kosten van uitvaart kunnen door de gemeente wel worden verhaald op de nalatenschap en/of op erfgenamen.
De gemeente zal vervolgens gaan zoeken naar de erfgenamen en wat de bezittingen of schulden zijn. Daarvoor zijn er in deze zoektocht wel wat wegen te bewandelen.

In de landelijke basisregistratie personen wordt gezocht naar erfgenamen (partner, kinderen, ouders, broers of zussen, enzovoorts). Ook zal de gemeente nazien in het Centraal Testamentenregister of de overledene een testament heeft gemaakt. De gemeente neemt dan contact op met de notaris waar het testament is opgesteld. Als uit het testament blijkt wie de erfgenamen zijn worden deze in beginsel benaderd door de gemeente.
De woning van de overledene kan ook door de gemeente worden bezocht om te zoeken naar laatste wensen of financiële gegevens voor verhaalsmogelijkheden. Ook bij het kadaster kan worden nagegaan of er onroerende zaken op naam staan van de overledene. En zo zijn er nog wel meer mogelijkheden zoals het nagaan van gegevens bij de Kamer van Koophandel, het RDW, het Verbond van Verzekeraars, enzovoorts. In een dergelijke nalatenschap hoeven zich dus niet alleen schulden te bevinden. Er kan dus ook sprake zijn van bezittingen zoals bijvoorbeeld spaargeld of een woning.

De gemeente gaat ook na via het boedelregister bij de betreffende rechtbank (die hoort bij de laatste woonplaats van de overledene) of erfgenamen de nalatenschap hebben verworpen of (beneficiair) aanvaard.

Rijksvastgoedbedrijf

In principe doet de gemeente dus een eerste verkenning naar de erfgenamen en kan de haar bekende erfgenamen dan benaderen. De gemeente kan echter ook na deze eerste verkenning de nalatenschap aanmelden bij het Rijksvastgoedbedrijf die de afwikkeling dan eventueel van de gemeente over neemt. Overigens neemt het Rijksvastgoedbedrijf de afwikkeling alleen op zich als de baten in verhouding staan tot de kosten van het uitzoeken van de nalatenschap en het achterhalen van de mogelijke erfgenamen.

Het Rijksvastgoedbedrijf onderzoekt verder of het de nalatenschap kan afwikkelen, met als doel om gelden en goederen uit de onbeheerde nalatenschap zoveel mogelijk ten gunste van traceerbare erfgenamen te laten komen. Als het Rijksvastgoedbedrijf een of meerdere erfgenamen heeft gevonden dan worden die erfgenamen geadviseerd naar een notaris te gaan. Het Rijksvastgoedbedrijf draagt het dossier dan over aan de eerste notaris die zich meldt op verzoek van een erfgenaam en stopt dan met de werkzaamheden. Aan erfgenamen die niet reageren, stuurt het Rijksvastgoedbedrijf een brief dat het een vereffenaar laat benoemen om de nalaten­schap af te handelen. Dat is in de regel ook een notaris. Zijn de erfgenamen onvindbaar, dan wordt het Rijksvastgoedbedrijf zelf de vereffenaar.

De Staat is erfgenaam

Als er voor een nalatenschap uiteindelijk toch geen erfgenamen tot in de 6e graad (kort gezegd overgrootouders en afstammelingen daarvan) te vinden zijn, of als er 20 jaar lang geen aanspraak is gemaakt op de erfenis, dan vervalt de erfenis aan de Staat.
Dit laatste gebeurt ook als ondanks uitgebreid onderzoek onduidelijk is of er erfgenamen zijn. De te gelde gemaakte goederen en (spaar)gelden worden na betaling van de kosten en schulden gestort in de consignatiekas en na 20 jaar vervallen deze gelden aan de Staat. Het ministerie van Financiën wordt verzocht om het geld te mogen storten in de consignatiekas. Van de storting vindt publicatie plaats op internet en in de Staatscourant. Een erfgenaam die zich meldt met een officiële notariële verklaring van erfrecht kan dit bedrag nog 20 jaar lang opeisen.

Heeft u vragen over afwikkeling van uw eigen of een andere nalatenschap? Neemt u dan contact op met de notaris, wij adviseren u graag.

Hypotheekrente niet aftrekbaar na scheiding

Uit een recente uitspraak van Gerechtshof Arnhem blijkt dat er na een echtscheiding problemen kunnen ontstaan qua aftrekbaarheid van hypotheekrente. Sommige echtparen trouwen eerst in gemeenschap van goederen en sluiten later – tijdens huwelijk – huwelijkse voorwaarden met uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen. Vanaf dat moment is er een scheiding tussen bezit en schuld van beide echtgenoten. De casus voor het Gerechtshof ging over de aankoop van omvangrijk onroerend goed, dat vanwege mogelijke claims voor de man het pand op naam van de vrouw aan te kopen. De koopsom wordt betaald uit een hypothecaire lening op beider naam. U voelt het al aan, na enige tijd werd de echtscheiding uitgesproken, waarbij werd afgesproken dat de vrouw tot de verkoop van het onroerend goed in het pand mocht blijven wonen. De man betaalde haar maandelijks een bedrag, voor de helft alimentatie en de andere helft als vergoeding hypotheekrente (voor de helft van de lening).
De vrouw trok vervolgens alle door haar betaalde hypotheekrente af via haar aangifte IB. De belastinginspecteur was het hier niet mee eens en stelde dat het door de man betaalde deel van de rente niet bij de vrouw aftrekbaar zou zijn. Het Gerechtshof bleek het eens te zijn met de inspecteur. Het addertje onder het gras bleek hier te zijn dat de rente door de vrouw niet was betaald vanuit de alimentatie maar vanuit de vergoeding die de man haar – uit hoofde van een verplichting wegens moraal en fatsoen – betaald had.
Uit dit voorbeeld blijkt hoe belangrijk het is om u vooraf te laten informeren wanneer hypotheekrente wel/niet aftrekbaar is, zeker als er sprake is van huwelijkse voorwaarden en echtscheiding.

Wij zijn specialist op het gebied van huwelijksvoorwaarden, hypotheken en eigendom van vastgoed. Laat u daarom zowel voor als tijdens een scheiding informeren over de juridische en fiscale gevolgen daarvan.