Vooruitbetaalde rente over periode na overlijden is aftrekbaar

De wet bepaalt dat bij een vooruitbetaling van hypotheekrente die overloopt in het volgende kalenderjaar mag worden afgetrokken in de aangifte van een intussen overleden belastingplichtige. De vraag is of dat ook geldt in situaties waarin er geen overloop is naar het volgende kalenderjaar. Daarover staat niets in de wet.

De Hoge Raad vindt het niet consistent dat bij kalenderoverschrijdende vooruitbetaling wel alle niet fiscaal afgetrokken rente alsnog in aanmerking komt voor aftrekt, maar dat die aftrekmogelijkheid er niet zouden zijn voor over één kalenderjaar vooruitbetaalde rente. In de praktijk betekent het echter dat er wel verschillen zijn in de toepassing van de aftrekmogelijkheden:

  1. Als de vooruitbetaalde rente betrekking heeft op de eerste zes maanden van het volgende kalenderjaar is die rente aftrekbaar in het jaar van betaling.
  2. Is de rente vooruitbetaald over een langereperiode dan zes maanden of bijvoorbeeld het hele volgende kalenderjaar, dan is die niet aftrekbaar in het jaar van vooruitbetaling, maar in het jaar waarop de vooruitbetaling betrekking heeft.
  3. Als de belastingplichtige overlijdt in de periode waarin de rente voor een periode betaald is die langer is dat zes maanden van het eerstvolgende kalenderjaar, dan is de rente aftrekbaar in het jaar van overlijden

Wilt u meer weten over regelingen waarmee u belasting kunt besparen, bijvoorbeeld schenkingen en testamenten? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Onverplicht nakomen finaal verrekenbeding doet vordering teniet

Huwelijkse voorwaarden bevatten soms een verrekenbeding waarvan de tekst inhoudt dat het beding alleen kan worden ingeroepen bij leven van beide partners. De bedoelde bepaling omvat dan de verplichting van echtgenoten om op eerste verzoek van een van hen – bij leven – de waarde van beide vermogens 50/50 te verdelen, alsof zij in gemeenschap van goederen waren getrouwd. Dat betekent dat het recht om verdeling te vorderen persoonlijk aan elk van de partners toekomt en niet voor vererving in aanmerking komt.

In zo’n situatie erfden kinderen van de vader uit diens eerste huwelijk zijn nalatenschap. De tweede echtgenote, met wie de vader deze huwelijks voorwaarden was overeengekomen, heeft bij de aangifte erfbelasting gemeld dat zij een verzoek had gedaan om de waarde van beide vermogens te delen zodat de kinderen een grote vordering op haar kregen. Toen zij vervolgens overleed ontstond een geschil tussen de kinderen en de fiscus. De belastinginspecteur stelde dat het verzoek niet bij leven van de man was gedaan en daarom niet kon worden gehonoreerd. De rechtbank ging echter met de stelling van de kinderen mee dat de vordering wel rechtsgeldig was.

Het Hof bleek er anders over te denken dan de rechtbank en stelde de fiscus in het gelijk en werd in cassatie gesteund door de Hoge Raad. In de huwelijkse voorwaarden was immers de verplichting opgenomen om alleen op verzoek van een van beide echtgenoten tot deling over te gaan hen. Echter dat verzoek kon de overleden ouder niet meer bereiken op het moment dat de langstlevende dat verzoek deed. Na het overlijden van de eerste echtgenoot was er volgens de Hoge Raad geen ruimte meer om het verrekenbeding toe te passen.

Wilt u meer weten over verrekenclausules in huwelijkse voorwaarden? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Onderhandse lening eigen woning vergt jaarlijkse informatie aan fiscus

Wie een eigenwoninglening is aangegaan bij bijvoorbeeld familie, eigen BV of buitenlandse bank, is verplicht om jaarlijks in de aangifte inkomstenbelasting gegevens over de schuld aan de Belastingdienst te verstrekken. Doet u dat niet of niet tijdig dan ziet de fiscus de lening niet al eigenwoningschuld en heeft u geen recht op renteaftrek.

De informatieplicht heeft betrekking op de volgende gegevens:

  1. 1. de datum van aangaan van de schuld;
  2. 2. het startbedrag van de schuld;
  3. 3. de maandelijkse rentevoet;
  4. 4. de contractueel vastgelegde looptijd in maanden;
  5. 5. de contractueel vastgelegde wijze van aflossing;
  6. 6. de identiteitsgegevens van de geldverstrekker, waaronder het fiscale nummer.

Bij het verstrekken van de identiteitsgegevens wordt onderscheid gemaakt tussen zogenaamde administratieplichtigen en niet-administratieplichtigen. De eerste categorie – banken, verzekeraars e.a. – zijn bij wet aangewezen. Familie, eigen BV en buitenlandse banken zijn niet-administratieplichtigen. Om die reden ligt die verplichting bij u. De eerste groep niet-administratieplichtigen zijn natuurlijke personen (bijvoorbeeld familie). Heeft u de lening op die manier verkregen, dan moet u van die natuurlijke persoon de naam, het adres en het burgerservicenummer of, als die ontbreekt,, een hiermee vergelijkbaar fiscaal identificatienummer vermelden. De tweede groep niet-administratieplichtigen zijn rechtspersonen (bv of buitenlandse bank). Daarvan moet u de naam, het adres en een uniek nummer of fiscaal identificatienummer van de geldverstrekker vermelden.

De informatieplicht geldt sinds 2016. Bent u vergeten de informatie door te geven, dan heeft u daarvoor nog de tijd tot de aanslag onherroepelijk wordt of bij een tijdig bezwaar.

Er gelden nog aanvullende voorwaarden:

  1. • U mag de lening alleen gebruiken voor het kopen, verbouwen of onderhouden van uw huis of het afkopen van erfpacht.
  2. • De lening moet binnen 30 jaar annuïtair of lineair worden afgelost. Een lening afgesloten vanaf 1 januari 2013 moet annuïtair of lineair worden afgelost in 30 jaar.
  3. • De rente moet marktconform zijn.
  4. • U moet de rente echt betalen. Wordt het bedrag kwijtgescholden, ontstaat ook geen renteaftrek.
  5. • U mag geen fiscale partner van de geldverstrekker zijn, behalve als u zonder de geldverstrekker in het huis gaat wonen.

Wilt u meer weten over het opstellen van een onderhandse geldleningsovereenkomst/hypotheek? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Multifunctioneel kerkgebouw verliest kerkenvrijstelling OZB

Het multifunctioneel maken van een kerkgebouw kan de OZB-vrijstelling voor kerken in gevaar brengen.
Kerkgebouwen in de verkoop, herbestemmen of multifunctioneel maken. In de media is er de afgelopen tijd veelvuldig aandacht aan besteed. De fiscus gaat bij de vaststelling voor de kerkenvrijstelling uit van een toerekening naar evenredigheid van het gebruik van elke afzonderlijke ruimte. Die toerekening is bepalend of aan de grens van 70% van de kerkenvrijstelling wordt voldaan.

Als de grote kerkzaal naast de zondagse diensten ook – op andere dagen – gemengd gebruikt wordt, moet deze ook voor het gedifferentieerde gebruik in aanmerking worden genomen. Het maakt ook niet uit dat de kerkzaal voor 80 tot 90% gebruikt wordt voor de openbare eredienst, het gebruik als geheel wordt meegenomen in de beoordeling van de 70%-grens

Wilt u meer weten over de regels voor kerkenvrijstelling voor de OZB? Bel ons voor het maken van een afspraak.


Bestuur en toezicht rechtspersonen per 1 juli aan strengere regels gebonden

Vanaf 1 juli 2021 gaan nieuwe regels gelden over tegenstrijdige belangen van bestuurders in stichtingen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen.

Bij sommige organisaties zijn deze voorschriften al in de staturen opgenomen, de overige moeten uiterlijk per 1 juli 2026 aan deze regels voldoen. Als een bestuurder of commissaris van een stichting, vereniging, coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij een tegenstrijdig belang heeft, mag hij of zij niet deelnemen aan een besluitvorming binnen bestuur of raad van commissarissen. Wij adviseren de nieuwe regels bij een eerstvolgende statutenwijziging mee te nemen.

Naast de tegenstrijdig belang regeling worden ook de aansprakelijkheidsregels aangescherpt. Echter, het wettelijk bewijsvermoeden van onbehoorlijk bestuur geldt vanaf 1 juli alleen voor stichtingen en verenigingen die vennootschapsbelasting moeten betalen en voor organisaties die een financiële verantwoording moeten opstellen, gelijkwaardig aan een jaarrekening.

De statuten moeten in de nieuwe situatie een regeling bevatten voor situaties van belet en ontstentenis van alle bestuurders (en alle commissarissen). Denk onder meer aan onverwacht defungeren, ontslag of langdurige ziekte, waardoor er geen overblijvende leden van bestuur of raad van commissarissen meer zijn. Voor deze situaties moet bij de eerstvolgende statutenwijziging een voorziening worden opgenomen, net zoals nu bij NV’s en BV’s al is geregeld.

De statuten moeten onder de nieuwe regels ook bepalingen bevatten ter voorkoming dat een bestuurder (of commissaris) meer stemmen kan uitbrengen dan de andere bestuurders (of commissarissen) samen.

Wilt u meer weten over de nieuwe regels voor bestuur en toezicht? Bel ons voor het maken van een afspraak


Investeerders kochten extra veel woningen op vanwege overdrachtsbelasting

(Bron: KNB) De verlaging van de overdrachtsbelasting per 1 januari zorgde er volgens het Kadaster voor dat particuliere investeerders december vorig jaar extra veel woningen verkregen. Bij kopers onder de 35 jaar, die vanaf 1 januari onder voorwaarden geen overdrachtsbelasting hoeven te betalen, was een tegenovergestelde trend te zien: zij stelden hun woningoverdracht juist uit tot begin dit jaar.

Particuliere investeerders betalen sinds 1 januari 8 procent overdrachtsbelasting. Dat was 2 procent. Veel van hen sloegen in de laatste maanden van 2020 nog hun slag door woningen eerder te kopen om zo nog te profiteren van het oude tarief. Daarmee stijgt ook hun aandeel in het aantal gekochte woningen in heel Nederland. In de 4 grote gemeenten – Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht – kochten zij de afgelopen 10 jaar 25 procent van de verkochte woningen. In heel Nederland is dat ruim 15 procent. In het laatste kwartaal van 2020 kochten zij 40 procent van de verkochte woningen in de grote steden. In heel Nederland was dit 30 procent.

Jonge kopers

Kopers onder de 35 jaar stelden hun woningoverdracht juist uit tot na de jaarwisseling om geen overdrachtsbelasting te hoeven betalen. In januari 2021 zijn 2 keer zo veel woningtransacties te zien als in januari 2020.

Hogere woningprijs

De particuliere investeerders en jonge kopers kunnen elkaar in de weg zitten. Toch blijkt uit eerder onderzoek van het Kadaster dat dit lang niet altijd het geval is. Wel leiden de vele aankopen door investeerders tot een hogere gemiddelde woningprijs.

1 april

Op 1 april verandert er wederom iets aan de overdrachtsbelasting. De vrijstelling van overdrachtsbelasting geldt vanaf dan alleen voor woningen die niet duurder zijn dan 400.000 euro. De leeftijdsgrens – jonger dan 35 jaar – blijft hetzelfde.

Doorgaand bedrijf mag crediteur eerder betalen dan fiscus

Bestuurders van ondernemingen mogen zelf weten de volgorde bepalen waarin zijn schuldeisers betalen. Een voorbeeld daarvan speelde onlangs voor de rechtbank Gelderland. Bij ontbinding van een vennootschap was er nog een fors bedrag aan loon- en omzetbelasting niet betaald aan de fiscus. Omdat de onderneming wek de crediteuren had betaald en een rekening-courantschuld had afgelost, vond de fiscus dat er sprake was van onbehoorlijk bestuur.

De rechter ging daarin niet mee. Reden daarvan was dat de bestuurder van de onderneming de betalingsonmacht tijdig had gemeld. Dat gegeven betekent dat in dit geval de fiscus als eisende partij aantonen dat het bestuur het bedrijf onbehoorlijk heeft bestuurd. Het vermeende onbehoorlijk bestuur moet er dan ook nog de oorzaak van blijken te zijn dat de belastingschulden onbetaald bleven.
De rechter stelt dat een bestuurder vrij is om zelf af te wegen welke schuldeiser als eerste betaald worden. Dat belastingschulden geen voorrang krijgen wordt pas onbehoorlijk bestuur als geen redelijk denkend bestuurder dat zou doen. Soms echter is de keuzevrijheid van een bestuurder om bepaalde schuldeisers al dan niet bij voorrang te betalen beperkter. Dat is bijvoorbeeld aan de orde als de vennootschap besluit de onderneming te beëindigen en nauwelijks meer liquide middelen heeft. Zolang de fiscus er niet in slaagt aan te tonen dat een dergelijk besluit is genomen voordat de betalingen zijn verricht, accepteert de rechter geen aansprakelijkstelling.

Wilt u meer weten over de positie en aansprakelijkheid van bestuurders van een onderneming? Bel ons voor een afspraak.

Besluiten Vereniging van Eigenaars niet altijd rechtsgeldig

Soms verleent een vergadering van de Vereniging van Eigenaars van een appartementencomplex aan de eigenaren van een bepaald appartement het uitsluitend gebruiksrecht van een gedeelte van de gemeenschappelijke tuin van het complex. Meestal komt het er dan op neer dat andere bewoners alleen met toestemming van de gebruikers het desbetreffende deel van de tuin mogen betreden. Wat nu als een dergelijk besluit niet met unanieme (alle) stemmen door de vergadering van de VVE is genomen?

Het wachten is dan op het moment dat een van de mede-eigenaars het niet eens met deze gang van zaken en naar de rechter stapt. De rechtbank Overijssel boog zich onlangs over een dergelijke zaak. Deze oordeelde dat het besluit van de VvE nietig en dus ongeldig is. Het toekennen van een exclusief gebruiksrecht vereist een wijziging van de splitsingsakte. Het in exclusief gebruik geven van gemeenschappelijke gedeelten van het appartementencomplex aan een individuele appartementseigenaar heeft namelijk goederenrechtelijke gevolgen. Dat wil in dit geval zeggen dat de overige eigenaren worden beperkt in hun rechten op het gemeenschappelijke eigendom en dit ook niet meer vrij en onbezwaard kunnen overdragen aan derden.
Dit zou anders kunnen zijn als het slechts om een tijdelijke situatie gaat die zich eenvoudig leent voor herstel. Dat was hier klaarblijkelijk niet het geval en niet voldoende gesteld of gebleken. Nu het besluit door de vergadering als aangenomen is aangemerkt zonder dat daarbij rekening is gehouden met een wijziging van de splitsingsakte en wettelijke voorschriften, is het besluit genomen in strijd met de wettelijke bepaling die de totstandkoming van dit soort besluiten regelt en dus nietig.

Het wijzigen van een akte van splitsing is een ingewikkeld proces waarbij doorgaans een grotere meerderheid van de stemmen dan de helft plus 1 nodig is. Deze voorwaarden zijn te vinden in de desbetreffende akte van splitsing. Kortom als het wenselijk is iets te wijzigen binnen een VVE neem dan (als bestuur) eerst contact met ons op. Wij zijn specialist bij uitstek op het gebied van appartementsrechten. Als het bestuur van de VVE in de casus zoals hiervoor omschreven zich vooraf had laten informeren door de notaris dan had een dure en langdurige rechtbankprocedure voorkomen kunnen worden.

Wilt u meer weten over de haken en ogen bij het nemen van besluiten door de VVE? Bel ons voor een afspraak.


Loon executeur verschilt voor professionele en niet-professionele executeur

Een executeur is een door de overledene benoemde vertrouwenspersoon. Een executeur vertegenwoordigt niet de erfgenamen, maar de overledene. De gevolgen daarvan worden vervolgens aan de erfgenamen van de overledene toegerekend.

Bij de afwikkeling van de nalatenschap wordt de macht geconcentreerd in handen van die aangewezen vertrouwenspersoon. Daardoor is de executeur beheersbevoegd met uitsluiting van de erfgenamen. De wetgever heeft daarmee beoogd om impasses in de boedelafwikkeling te voorkomen.
De executeur heeft belangrijke taken en bevoegdheden. Zolang een executeur het beheer van de nalatenschap uitoefent, kunnen de erfgenamen niet beschikken over de goederen van de nalatenschap of hun aandeel daarin zonder medewerking van de executeur of machtiging van de Kantonrechter. Deze beschikkingsonbevoegdheid van de erfgenamen gaat direct in na het openvallen van de nalatenschap. Zelfs indien de benoemde executeur de executele nog niet heeft aanvaard. Bij niet aanvaarding door de executeur zijn de erfgenamen uiteraard gezamenlijk beschikkingsbevoegd. Ter voorkoming dat er te lang onduidelijkheid ontstaat over wie er bevoegd is, kan de kantonrechter een termijn stellen aan de benoemde executeur.

Zolang de executeur het beheer van de nalatenschap uitoefent, vertegenwoordigt hij bij het uitoefenen van de executele de erfgenamen in en buiten rechte. Hij hoeft zelfs niet de namen van de erfgenamen te noemen. Echter, de door de executeur vertegenwoordigde erfgenamen moeten wel als partijen in een notariële akte worden genoemd.

Beloning executeur

Tenzij de overledene anders in diens uiterste wil heeft bepaald, kent de wet aan de executeur een loon toe van 1% van de waarde van het vermogen van de overledene op diens sterfdag. Met het vermogen worden niet de bezittingen bedoeld maar het saldo van de bezittingen minus de schulden. De waarde van het vermogen’ is niet per definitie altijd gelijk aan de waarde voor de berekening van de erfbelasting.

Afwijken bij onvoorziene omstandigheden

De Kantonrechter kan op grond van onvoorziene omstandigheden de beloning van de executeur anders regelen dan bij wet of bij testament is bepaald. Blijkens de parlementaire geschiedenis gaat het om de omstandigheden waar de overledene van is uitgegaan ten tijde van het instellen van de executele en of de overledene – al dan niet stilzwijgend – rekening heeft willen houden met het opkomen van onvoorziene omstandigheden.
Zo zijn er uitspraken waarin aan een notaris, die als executeur optrad, een ander executeursloon werd toegekend dan was vermeld in het testament van de overledene. Een rechterlijke overweging was dat van de notaris niet kan worden verwacht dat hij voor de executeurswerkzaamheden geen loon in rekening mag brengen, waarbij de kantonrechter bepaalde dat de notaris voor zijn werkzaamheden het gebruikelijke kantoortarief in rekening kan brengen.

Onlangs is er weer een uitspraak gepubliceerd. De uitspraak betrof de situatie waarbij een overledene in diens testament een kennis tot executeur had benoemd, onder de bepaling dat deze geen loon toekomt. Deze persoon heeft zijn executeursbenoeming aanvaard en aansluitend, overeenkomstig de in het testament omschreven bevoegdheid, een notaris tot opvolgend executeur benoemd. De kantonrechter heeft vervolgens op verzoek van de notaris-executeur bepaald dat hij – in afwijking van het testament – recht heeft op loon ter grootte van het voor zijn kantoor geldende uurtarief.

De kantonrechter overwoog dat nu de door erflater benoemde executeur zijn benoeming uitsluitend heeft aanvaard om deze bevoegdheid onmiddellijk na aanvaarding te kunnen overdragen aan de notaris, de erflater bij het opmaken van zijn testament deze omstandigheid kennelijk niet heeft voorzien. De overledene is bij het niet toekennen van loon er kennelijk van uitgegaan dat een niet-professionele executeur deze taak op zich zou nemen teneinde de afwikkeling van de nalatenschap ter hand te nemen. De omstandigheid dat een professionele executeur zou worden benoemd is niet expliciet voorzien in het testament. Het is in die omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar ook voor een onafhankelijke en professionele executeur toepassing te geven aan de testamentaire bepaling dat deze geen recht heeft op loon.

Fiscale aspecten

Het executeursloon is voor de heffing van de erfbelasting niet aftrekbaar. Als de executeur zijn werkzaamheden beroepshalve heeft verricht, dan is zijn beloning belast met inkomstenbelasting. Zijn deze niet beroepshalve verricht dan wordt de beloning in beginsel niet belast met inkomstenbelasting. In een besluit van de Staatssecretaris van Financiën is vastgelegd dat kan worden aangenomen dat het executeursloon niet is belast met inkomstenbelasting als de executeur tevens erfgenaam of legataris is en tevens de executeurswerkzaamheden niet beroepshalve heeft verricht. Indien de executeur noch erfgenaam noch legataris is dan kan de executeur dus inkomstenbelasting verschuldigd worden.
Een als privé persoon benoemde executeur die als zodanig ook als privé persoon de executele aanvaardt, mag bijvoorbeeld niet via zijn onderneming diens werkzaamheden vermeerderd met BTW in rekening brengen.

Testament

De benoeming van een executeur kan sinds 1 januari 2003 uitsluitend geschieden bij een testament. Daarvoor was het ook mogelijk om bij codicil een executeur te benoemen. Vóór 1 januari 2003 opgemaakte codicillen blijven geldig. Het is echter verstandig om een in het verleden bij codicil gedane executeursbenoeming toch te vervangen om onzekerheid over de omvang van de bevoegdheden van de executeur te voorkomen.

Het is belangrijk om de beloning en bevoegdheden van de executeur duidelijk in uw testament te omschrijven. Wilt u meer weten over de mogelijkheden, neemt u dan contact met ons op. Wij zullen u hierover graag adviseren.

Opnieuw kijken naar alimentatieplicht voor samenwoners

(Bron: KNB) Het alimentatiestelsel moet op de schop. Nieuwe vormen, zoals co-ouderschap en zorgalimentatie moeten erin worden verwerkt. Ook moet opnieuw worden gekeken naar een alimentatieplicht voor informele samenwoners. Dit concluderen onderzoekers van de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).

Met economische zelfstandigheid van beide ex-partners zorg je ervoor dat geen alimentatie meer hoeft te worden betaald. Toch blijft de economische positie van de vrouw na een scheiding nog altijd achter bij die van de man, aldus de onderzoekers. Hiermee moet het alimentatierecht de komende decennia nog rekening blijven houden. Nieuwe concepten, zoals co-ouderschap, zorgalimentatie, de kinderrekening, maar ook (meer) forfaits voor partneralimentatie zouden volgens de onderzoekers in de alimentatienormen moeten worden opgenomen.

Samenwoners

Kijkend naar maatschappelijke ontwikkelingen vinden de onderzoekers dat de wetgever moet overwegen een speciale wet in te voeren voor samenwoners. Voor hen gaat dan een alimentatieregeling gelden, tenzij zij daarvan bij overeenkomst afwijken.

Huwelijkse voorwaarden

De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) vindt dat partijen meer vrijheid moeten krijgen om in hun huwelijkse voorwaarden afspraken te maken over alimentatie.