Statutenwijziging mogelijk zonder toestemming rechter

De reden van het opnemen van die bepaling in de statuten kan te maken hebben met het verleden van de rechtspersoon, bijvoorbeeld als die in het verleden een stichting is geweest en is omgezet in een besloten vennootschap. De wet bepaalt dan dat het ten tijde van de omzetting aanwezige vermogen alleen met toestemming van de rechter anders mag worden aangewend. Onlangs boog de rechter zich over een dergelijk toestemmingsverzoek, waarin de statuten van de besloten vennootschap deze ‘klem’ ook bevatten, maar ook dat het gedeelte van de statuten van de besloten vennootschap die op deze klem betrekking heeft niet mag worden gewijzigd.

De rechtbank stelde dat rechterlijke toestemming voor het wijzigen van statuten in de wet alleen is geregeld voor stichtingen en dat voor het wijzigen van statuten van een besloten vennootschap in principe geen toestemming nodig is. Ook als de statuten voorschrijven dat een wijziging van de statuten is verboden dan mag de algemene vergadering met algemene stemmen toch tot statutenwijziging besluiten. De rechtbank besloot in deze zaak vervolgens dat zij geen toestemming tot wijziging van de statuten behoeft te geven, maar dat de kapitaalklem wel van kracht blijft.

De algemene vergadering kan dus de statuten wijzigen, met inachtneming van de in die statuten opgenomen beperking.
Het wijzigen van statuten van een besloten vennootschap waarin staat vermeld dat de statuten niet mogen worden gewijzigd zonder toestemming van de rechter kunnen dus toch zonder die toestemming worden gewijzigd!

Wilt u meer weten over het maken of wijzigen van statuten? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Wensen notariaat rond overdrachtsbelasting grotendeels overgenomen

Het beroep op de startersvrijstelling of het verlaagde tarief moet uit de notariële akte blijken. Notarissen hechten een schriftelijke verklaring aan de akte en sturen vervolgens een elektronische kopie hiervan naar de Belastingdienst. De KNB en de Belastingdienst zijn in overleg over voor beide partijen werkbare teksten in de akte.

In overleg met de KNB heeft de staatssecretaris bovendien de termijn voor het verzenden van een elektronische kopie van de schriftelijke verklaring verruimd. Deze was eerder gesteld op 1 werkdag na het ter registratie aanbieden van de akte aan de Belastingdienst. Nu geldt een termijn van een maand.
Door een aangenomen amendement geldt vanaf 1 april 2021 een woningwaardegrens voor de startersvrijstelling. Deze grens is nu gesteld op € 400.000. Wanneer de waarde van de woning onder deze grens ligt, geldt de startersvrijstelling en hoeft geen overdrachtsbelasting te worden betaald. Bij een hogere woningwaarde geldt de startersvrijstelling niet en moet over de gehele waarde 2 procent overdrachtsbelasting worden betaald.

Op grond van een ander overgenomen amendement worden wooncoöperaties uitgezonderd van de tariefsverhoging naar 8 procent wanneer zij een woning verkrijgen van een woningcorporatie. Deze verkrijgingen worden belast tegen 2 procent overdrachtsbelasting. Ook is een amendement aangenomen waardoor de zogenoemde horizonbepaling in het wetsvoorstel vervalt. Dat betekent dat de wijzigingen in de overdrachtsbelasting, die oorspronkelijk voor vijf jaar zouden gelden, een permanent karakter krijgen.

Wilt u meer weten over het kopen van een huis en de juridische en fiscale aspecten daarbij? Bel ons voor het maken van een afspraak.


Aandacht voor rol executeur bij erfenis

In veel testamenten wordt er voor gekozen om een van de kinderen als executeur te benoemen. Dat loopt niet altijd even goed af, met ruzies en gerechtelijke procedures als resultaat. Dat waren nu juist de dingen die degene die het testament heeft opgemaakt wilde voorkomen.
Een familielid als executeur heeft meestal geen kennis van, laat staan ervaring met het afwikkelingen van erfenissen. De ervaring in dergelijke gevallen varieert van slechte communicatie en niets uitvoeren via tegengestelde belangen van de erfgenamen tot irritatie en wantrouwen bij de overige erfgenamen.

Uit onderzoek blijkt dat het in situaties met een direct familielid als executeur in 60% van de gevallen mis gaat. Wordt er gekozen voor een familielid dat al wat verder van de directe familie afstaat, dan gaat het in mindere mate mis, namelijk in minder dan een kwart van de gevallen. Dat percentage zakt nog verder naar tien procent als er een professional als executeur is benoemd.

Wilt u meer weten over de rol van een executeur in uw testament? Bel ons voor het maken van afspraak.


Startersvrijstelling overdrachtsbelasting geldt tot vier ton

Volgens minister Ollongren wordt hiermee 95% van alle starters jonger dan 35 jaar op de woningmarkt bereikt. Slechts vijf procent blijkt huizen boven deze norm te kopen. Daarmee creëert de minister ruimte voor het volkshuisvestingsfonds en kan de vrijstelling worden ingezet voor starters die dit duwtje het hardst nodig hebben. Starters die een huis van € 400.000 of meer kopen, blijven wel 2% overdrachtsbelasting betalen. Alleen tussen 1 januari en 1 april 2021 kunnen zij nog wel profiteren van de vrijstelling. De beperking gaat namelijk pas in per 1 april 2021 terwijl de vrijstellingsmaatregel zelf per 1 januari ingaat. Alleen starters die een huis kopen onder € 400.000 krijgen de vrijstelling, starters die een duurder huis kopen betalen net als andere huizenkopers 2% overdrachtsbelasting.

De minister beschouwt de eerste vier maanden als overgangsperiode omdat sommige starters mogelijk al hebben geanticipeerd op de vrijstellingsmaatregel. Het kabinet wil deze groep niet per 1 januari verrassen met deze tussentijdse aanpassing. De datum van 1 april geeft voldoende duidelijkheid aan starters die nu een huis zoeken.

Wilt u meer weten over het kopen van een huis in het algemeen of verschuldigde overdrachtsbelasting? Bel ons voor het maken van een afspraak.


Dwangakkoord buiten faillissement wordt snel mogelijk

Met de nieuwe wet beoogt het parlement dat ondernemingen die wel rendabel zijn surseance van betaling of faillissement kunnen ontlopen. Het wordt voor deze bedrijven mogelijk om de te hoge schulden of te hoge structurele kosten te saneren. De rechtbank moet dan een akkoord over het herstructureren en saneren van schulden goedkeuren. Die goedkeuring bindt alle schuldeisers en aandeelhouders van de onderneming aan de inhoud van het akkoord. Dat geldt ook voor degenen die tegen het akkoord hebben gestemd. Tot nu toe kan een enkele aandeelhouder of schuldeiser die tegenstemt een stokje steken voor het akkoord. De inwerkingtreding van de nieuwe wet is goed nieuws voor werknemers, ondernemers én schuldeisers.

Vanwege de coronacrisis en ondanks de vele steunmaatregelen zijn faillissementen een reële dreiging boven de markt. Veel ondernemingen komen in financiële moeilijkheden. In veel van die gevallen kan per 2021 faillissementen worden voorkomen door het aanbieden van een onderhands akkoord.

Wilt u meer weten over deze nieuwe wet “homologatie onderhands akkoord”? Bel ons voor het maken van een afspraak.


Familiebedrijven zorgen voor 25% Nederlandse bedrijfsomzet

Dat meldt het CBS op basis van nieuw onderzoek naar familiebedrijven. Een familiebedrijf is een bedrijf waarbij één familie direct of indirect een meerderheid van zeggenschap heeft en formeel betrokken is bij het bestuur. Bedrijven van zelfstandigen zonder personeel rekent het CBS tot een aparte groep. Bij de meeste bedrijven in Nederland werken niet meer dan 50 personen. Van de bedrijven en instellingen met 2 tot 50 werkzame personen is 69 procent een familiebedrijf. Hoe groter het bedrijf, hoe minder vaak het een familiebedrijf is. Het omzetaandeel van familiebedrijven is met 43 procent dan ook het grootst onder bedrijven met minder dan 50 werkzame personen. Bij bedrijven met meer dan 250 werkzame personen realiseren de familiebedrijven 13 procent van de omzet.
Verder zorgden familiebedrijven in 2018 voor ruim 2,46 miljoen werknemersbanen, ruim 29 procent van alle werknemersbanen in Nederland.

Familiebedrijven zijn gemiddeld ouder dan andere bedrijven. Bijna de helft (47 procent) van de bedrijven die 30 jaar of langer bestaan was in 2018 een familiebedrijf. Dit zijn overwegend bedrijven van 2 tot 50 werkzame personen.

De grootste groep familiebedrijven (44 procent) bestond in 2018 10 tot 30 jaar. Van de overige bedrijven was 27 procent zo oud. 18 procent van de familiebedrijven was 30 jaar of ouder. Bij de niet-familiebedrijven was dit 9 procent.
Een bedrijf kan meerdere vestigingen hebben. Alle familiebedrijven samen hebben 343 duizend vestigingen; dit is 19 procent van alle vestigingen van bedrijven en instellingen. In gemeenten met weinig inwoners komen familiebedrijven vaker voor dan in grotere gemeenten. Van alle vestigingen in de gemeente Breda, de negende stad van Nederland, hoort 16 procent bij een familiebedrijf. Dat is hoger dan in andere steden in de top 10 van grote steden in Nederland. In Utrecht en Amsterdam zijn bijvoorbeeld 11 procent van de vestigingen onderdeel van een familiebedrijf.

Het onderzoek Familiebedrijven in Nederland is uitgevoerd na een Kamermotie en bekostigd door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). In de resultaten van het onderzoek komen naast het aantal bedrijven, de omzet en toegevoegde waarde, ook cijfers aan bod over het aantal werknemersbanen en kenmerken daarvan. Cijfers worden uitgesplitst naar bedrijfsgrootte en provincie en zijn beschikbaar over de jaren 2015-2018. Het huidige onderzoek bevat een aantal kwaliteitsverbeteringen en veranderingen ten opzichte van eerder CBS-onderzoek.


Speciaal testament voor relaties zonder kinderen

Als u getrouwd bent en geen testament heeft gemaakt, erft op grond van de wet de langstlevende alles van de eerst stervende. Als vervolgens de langstlevende overlijdt, zal alleen de familie van de langstlevende erven.

Samenwonende erven op grond van de wet niet van elkaar, dus samenwoners moeten altijd iets regelen als zij elkaar verzorgd willen achterlaten. Als zij alleen elkaar tot erfgenaam benoemen, zal ook in geval van overlijden van de langstlevende alleen de familie van de langstlevende erven.
Om dat te voorkomen kunt u een zogenaamd tweetrapstestament maken.

In een tweetaptestament beschikt u eigenlijk twee keer over uw nalatenschap. In eerste instantie gaat alles naar de langstlevende. Als vervolgens de langstlevende ook overlijdt, bepaalt u in een tweetrapstestament dat alles wat de langstlevende van u heeft geërfd en nog aanwezig is, zal gaan naar degen(n) die u vervolgens tot uw erfgenamen benoemd heeft.
Het nadeel van deze testamentsvorm is wel dat de langstlevende goed moet bijhouden wat van hem/haarzelf is en wat hij/zij van de langstlevende heeft geërfd.

U kunt ook samen besluiten dat u in uw testamenten opneemt dat de langstlevende in zijn testament de uw beide families tot erfgenamen benoemt.
Het nadeel van deze vorm is dat de wensen van de eerst overleden partner moeten worden opgenomen en uitgevoerd in het testament van de langstlevende partner. Dat is dan gebaseerd op goed vertrouwen in uw partner. Immers iedereen kan altijd zijn/haar testament aanpassen.

Als u zekerheid wilt hebben is het beter een tweetrapstestament te maken. Uw partner erft eerst, maar alles wat nog over is van uw nalatenschap na het overlijden van uw partner vererft via die tweetrap alsnog naar degenen die u tot erfgenaam benoemd hebt.

Wilt u meer weten over het maken van een testament met tweetrapsmaking? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Financiën verduidelijkt nieuwe regels overdrachtsbelasting

De verklaringen voor de startersvrijstelling en het verlaagde tarief worden beschikbaar gesteld op de website van de Belastingdienst en kunnen daarvan gedownload worden. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) is in gesprek met het ministerie van Financiën en de Belastingdienst over de uitvoering van het wetsvoorstel. Hierbij gaat het met name over de inrichting van het aangifteproces voor de overdrachtsbelasting. Hiervoor moeten aangiftesystemen bij het notariaat en de Belastingdienst worden aangepast. De KNB hamert hierbij op een efficiënt aangifteproces met zo min mogelijk uitvoeringslasten.

De notaris moet voorafgaand aan de overdracht van een woning vragen of de koper deze al dan niet als hoofdverblijf gaat gebruiken en of de koper voldoet aan de voorwaarden van de startersvrijstelling. Daarvoor heeft de notaris een verklaring van de koper nodig. Die verklaring kan worden gedownload van de website van de Belastingdienst.
Het toetsingsmoment van de leeftijdseis voor de startersvrijstelling is de datum waarop de leveringsakte wordt gepasseerd. Als er sprake is van een opschortende voorwaarde wordt er getoetst per datum dat de voorwaarde wordt vervuld.

De notaris mag vertrouwen op de verklaringen van de koper dat deze niet eerder gebruik heeft gemaakt van de vrijstelling en is daarvoor niet aansprakelijk. Dat geldt ook voor de verklaring van de koper dat de woning als hoofdverblijf wordt gebruikt.

Wilt u meer weten over toepassing van de verschillende tarieven voor overdrachtsbelasting? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Rechtsgeldige besluiten buitengewone algemene ledenvergadering vragen zorgvuldigheid

Onvrede over het beleid van een verenigingsbestuur kan er toe leiden dat leden zelf een buitengewone algemene ledenvergadering bijeenroepen. Daarbij moet worden gelet op de bepalingen in de staturen over de manier waarop een (buitengewone) algemene ledenvergadering bijeen moet worden geroepen.

Als dat allemaal volgens de regels is gebeurd, is het vervolgens weer noodzakelijk dat er een in de statuten vermelde drempel wordt gehaald van het aantal leden dat het wenselijk vindt dat een buitengewone algemene ledenvergadering zal worden belegd. Als die drempel wordt gehaald, kunnen rechtsgeldige besluiten worden genomen.
Een tweede obstakel is dat degenen die bij de leden peilen of zij instemmen met het houden van een buitengewone algemene ledenvergadering, het aantal voorstanders daarvan voldoende aannemelijk kunnen maken. Ten derde is het ook van belang dat aangetoond kan worden dat vervolgens alle leden van de vereniging een uitnodiging voor de vergadering hebben ontvangen.
Als aan een van de drie vereisten niet is voldaan, kunnen geen rechtsgeldige besluiten worden genomen.

Wilt u meer weten over de vereisten voor het bijeenroepen van een algemene vergadering en het nemen van rechtsgeldige besluiten daarin? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Omzichtig handelen bij tegenstrijdig belang bestuurslid stichting

Het komt wel voor dat een bestuurslid van een stichting naast zijn of haar bestuurlijke inzet ook betaalde (advies)werkzaamheden voor diezelfde stichting verricht. Dat vraagt om een goede rechtsgrond, bijvoorbeeld een voorafgaand besluit van het stichtingsbestuur.

Statuten van stichtingen bevatten over het algemeen een bepaling dat bestuursleden geen beloning voor hun bestuurswerkzaamheden ontvangen. Als een stichtingsbestuurder uit andere hoofde, bijvoorbeeld vanuit zijn of haar eigen onderneming werkzaamheden voor diezelfde stichting verricht, moet daaraan een besluit van het stichtingsbestuur ten grondslag liggen, blijkend uit notulen.

Zo moest er onlangs een rechtbank aan te pas komen in een kwestie waarin een enig bestuurslid van een stichting in zijn hoedanigheid van adviseur betaalde advieswerkzaamheden voor de stichting had verricht en vervolgens ook in zijn hoedanigheid als bestuur decharge / finale kwijting had verleend.

De wet schrijft voor stichtingen nog niet voor dat een bestuurder met een tegenstrijdig belang zich onthoud van deelname aan besluitvorming. Er is nog slechts een wetsvoorstel waarin dat geregeld wordt, maar dat is nog geen wet. Daarin schuilt voor de bestuurder dus nog geen strijd met de wet en kan het besluit niet als nietig worden beschouwd. Daarentegen is het besluit tot decharge / finale kwijting wel vernietigbaar omdat het in strijd is met de redelijkheid en billijkheid waarmee een bestuurslid zich moet gedragen is. Die strijdigheid is helder waar alleen dat bestuurslid een besluit tot decharge c.q. finale kwijting van zichzelf als bestuurslid neemt.

De rechter stelt dat er aan een beloningsafspraak voor te verrichten werkzaamheden door een van de bestuursleden een rechtsgeldig besluit ten grondslag moet liggen, bijvoorbeeld blijkend uit notulen. Dat wordt nog eens onderstreept als in de statuten van de stichting uitdrukkelijk is bepaald dat de leden geen beloning voor hun bestuurswerkzaamheden ontvangen. Zeker in geval van een tegenstrijdig belang moet van een rechtsgeldige afspraak blijken. Omdat die niet aan de rechter is overlegd, gaat die er van uit dat er geen afspraak is. Het bestuurslid krijgt van de rechter nog de mogelijkheid om dit bewijs te leveren.

Wilt u meer weten over tegenstrijdig belang in stichtings- en verenigingsbesturen? Bel ons voor het maken van een afspraak.