Recht op informatie bij aandeelhoudersconflict

Het bestuur van een besloten of naamloze vennootschap is gehouden de algemene vergadering alle inlichtingen te verschaffen wanneer zij daarom vraagt, tenzij zwaarwichtige belangen van de vennootschap zich daartegen verzetten. Wie heeft recht op welke informatie en hoe makkelijk kan de vennootschap besluiten bepaalde informatie wel of niet te willen delen?

 

Volgens de Hoge Raad hebben alle aandeelhouders het recht om vragen te stellen tijdens de algemene vergadering en is het bestuur verplicht alle vragen te beantwoorden. Buiten vergadering om is het bestuur daar niet toe verplicht.

De hiervoor aangehaalde uitspraak van de Hoge Raad ziet echter op een beursgenoteerde vennootschap. De vraag is dan ook of een dergelijke uitspraak een op een kan worden doorgelegd naar een besloten vennootschap. Bij een besloten vennootschap kan het zo zijn dat de rechten en de verplichtingen van aandeelhouders heel anders zijn dan de rechten en verplichtingen van aandeelhouders van een beursgenoteerde vennootschap. Een goed voorbeeld daarvan zijn familiebedrijven.

 

De Ondernemingskamer van het Hof Amsterdam heeft daar recent nog haar oordeel over geveld, de Ondernemingskamer oordeelde dat op het bestuur een bijzondere zorgplicht rust tegenover de minderheidsaandeelhouder die niet ook een bestuurder is. Met name tegenover die minderheidsaandeelhouder die niet ook bestuurder is, dient meer openheid te worden gegeven, met name ook met betrekking tot informatie waarop de aandeelhouder in beginsel geen recht heeft.

In dit specifieke geval gold dat nog meer dan anders, omdat de informatieverstrekking in de aandeelhoudersovereenkomst met zoveel woorden is vastgelegd. Daarnaast heeft deze aandeelhouder ook recht op informatie buiten de algemene vergadering om, gelet op het besloten karakter van de besloten vennootschap.

 

Leg de rechten op verstrekking van informatie vast in de aandeelhoudersovereenkomst en voorkom in een situatie als deze verzeild te raken!

Wel of geen schenkbelasting bij vermogensverschuiving tussen partners

Het nieuwe
huwelijksvermogensrecht kan voor partners reden zijn om huwelijkse voorwaarden
te maken vóór of tijdens het huwelijk. Het maken van de huwelijkse voorwaarden kunnen
in sommige gevallen een verschuiving van vermogen met zich meebrengen tussen de
echtgenoten. Dat is bijvoorbeeld het geval als echtgenoten eerst buiten
gemeenschap van goederen getrouwd zijn en nu willen overgaan naar een
gemeenschap van goederen.

Het verschuiven van
vermogen tussen echtgenoten kan echter wel een schenking inhouden waarover
schenkbelasting betaald moet worden. Het is niet altijd even duidelijk wanneer
daarvan sprake was. Om daar verandering in te brengen zou de wet worden
veranderd om meer duidelijkheid te geven in welke gevallen sprake is van een
belaste schenking bij het huwen, aangaan of wijzigen van huwelijkse
voorwaarden.

Deze voorstellen
zijn echter inmiddels van tafel. Het blijft daarmee in sommige gevallen wel
onduidelijk wanneer er wel en wanneer geen sprake is van een schenking. Wij geven
u graag inzicht in de gevolgen van verschillende keuzes. Bel ons voor het maken
van een afspraak.


De personenvennootschap van zegen tot last

Toch
kent de personenvennootschap ook een paar nadelen, zoals de aansprakelijkheid
van de vennoten tegenover schuldeisers. Dat geldt niet alleen voor de eigen
schulden maar ook voor die van toetredende en uittredende vennoten. Het geldt
zelfs voor de schulden van reeds uitgetreden vennoten.

Zorg
dat zowel intern als extern duidelijke afspraken zijn gemaakt over wie voor wat
en waarom aansprakelijk is. Realiseer u ook dat als er een grote
aansprakelijkheid te duchten is, het verstandig kan zijn om de activiteiten in
een andere rechtsvorm te gieten.

Zorg
ook dat u regelmatig alles wat is overeengekomen tegen het licht houdt, vooral
ook omdat er opnieuw nieuwe wetgeving op dit gebied aan zit te komen.

Naast
de aansprakelijkheden en wat u bent overeengekomen kan het aantrekkelijk zijn
om ook te zorgen voor een fiscaal zo optimaal mogelijke inrichting en te kiezen
voor een voor uw bedrijfsvoering passende rechtsvorm.


Hypotheken in Nederland worden mogelijk duurder

De op handen zijnde internationale regelgeving zal gaan voorschrijven dat banken/financiële instellingen meer reserves moeten aanhouden om risico’s op hun hypotheekportefeuilles af te dekken.Dit houdt dus in dat de banken minder geld als hypotheeklening kunnen uitzetten en dus ook minder gaan verdienen aangezien de in reserve te houden bedragen momenteel niets opbrengen. Het hiermee gepaard gaande verlies voor de banken zullen zij doorberekenen aan de consument, waarschijnlijk met een hogere rente. De banken mogen immers geen afsluitkosten meer berekenen.
Zo dreigt de consument de dupe te worden van internationaal tussen de banken gemaakte afspraken.

 

De wereldwijde toezichthouders op banken zijn verenigd in het zogenaamde Basel Comité en willen nu bewerkstelligen dat alle banken voor risico’s op hypotheken, vooral als die even hoog zijn als de waarde van de woning, extra geld als reserve gaan aanhouden. In tegenstelling tot in veel andere landen kan in Nederland nog altijd tot 100 % van de koopsom een hypotheeklening worden afgesloten, in het recente verleden kon dit zelfs oplopen tot 125 % van de waarde van de woning. Volgens de president van de Nederlandse Bank Klaas Knot gaan we de uitwerking van de nieuwe regels straks met name terugvinden in de Nederlandse hypotheektarieven. Over de kosten en tarieven kon Knot nog niets zeggen, wel wilde hij kwijt dat hij het maximaal te lenen bedrag graag ziet zakken tot 90 procent van de koopsom. Volgens Knot wordt de woningmarkt daardoor beter bestand tegen turbulentie (lees waardedaling) op de woningmarkt.

 

Tot nu toe wilde de Nederlandse regering nog niet lager gaan dan honderd procent, omdat starters zonder eigen geld dan niet meer aan de beurt komen op de woningmarkt. Knot grijpt de nieuwe regelgeving nu echter aan als extra argument om niet meer dan 90% van de koopsom te mogen lenen.

In het kader van de op handen zijnde regels heeft de Nederlandse bank wel verzocht de Nederlandse woningmarkt niet te vergelijken met die in Zuid-Europese landen. hierbij is aangevoerd dat zelfs in de achterliggende crisis weinig huiseigenaren zijn gestopt met het betalen van de hypotheeklasten. Het zal nog even duren voordat de nieuwe regels zijn ingevoerd.

 

Heeft u echter koopplannen, wacht dan niet te lang of kijk eens rond of u een eigen woningfinanciering kan sluiten bij familie of een bevriende relatie. Wij kunnen u altijd van dienst zijn met advies of het opstellen van alle documenten die nodig zijn voor het vastleggen van een financiering buiten de reguliere banken om.

Overgangstermijn voor fiscale eenheden met gecertificeerde aandelen verstreken

Met de nieuwe regels wordt benadrukt dat zowel formeel als materieel de juridische en economische eigendom moet berusten bij een of meer belastingplichtigen die deel uitmaken van de fiscale eenheid.

 

Als de aandelen zijn gecertificeerd, wordt niet aan dit vereiste voldaan. Voor fiscale eenheden waarin niet aan dit vereiste wordt voldaan, is een overgangstermijn gegeven om de structuur in overeenstemming met de wet te brengen, ter voorkoming dat de fiscale eenheid wordt beëindigd. Deze termijn is op 15 oktober 2017 verstreken. Als de aandelen zijn gecertificeerd en decertificering heeft nog niet plaatsgevonden, dan zal de fiscale eenheid worden beëindigd zodra het nieuwe boekjaar na 15 oktober 2017 aanvangt (in de meeste gevallen zal het boekjaar op 1 januari aanvangen).

Bron: Via Juridica-Nieuwsbrief 2017 | 22

Overgangsrecht afschaffing btw-landbouwregeling versoepeld

In het wetsvoorstel is vastgelegd dat de landbouwer die op 31 december 2017 gebruikmaakt van de landbouwregeling, de btw die in rekening is gebracht wegens de aanschaf van zijn investeringsgoederen die op 1 januari 2018 bij hem in gebruik zijn, voor de resterende herzieningsperiode in één keer in aftrek moet brengen.

 

Door deze nota van wijziging kan de landbouwer er bijvoorbeeld voor kiezen om de herziening in één keer te doen in de aangifte van het laatste kwartaal van 2018. Hetzelfde geldt met betrekking tot de goederen en diensten die op 1 januari 2018 nog niet in gebruik zijn genomen. De landbouwer moet de btw uiterlijk in aftrek brengen in de btw-aangifte over het belastingtijdvak waarin de landbouwer de goederen en diensten in gebruik neemt.

(Bron: TaxLive 20/11/17)

Testamenten van vóór 2003 soms deels achterhaald door nieuw recht

De rechtbank Amsterdam kreeg een dergelijk testament voorgelegd. Een man had een testament opgemaakt ten gunste van zijn ongehuwde kinderen en legde zijn kinderen op om daaraan mee te werken. Hij baseerde zijn wil echter op een artikel in de wet waarin staat dat verdeling alleen mogelijk is tussen kinderen onderling of tussen de kinderen en de langstlevende echtgenoot. Deze bepaling was onder het oude recht van voor 2003 opgenomen en bleek nietig, en daarmee nimmer tot stand gekomen. Het nieuwe recht vanaf 2003 kan daar niets aan veranderen, omdat niet mocht worden aangenomen dat de man onder het nieuwe recht had afgezien van de gekozen vorm en een andere, wel rechtsgeldige bepaling. .

 

Echter, het testament bevatte ook een legaat ten gunste van de ongehuwde partner. Daaruit blijkt in elk geval dat de testateur dit legaat onder het nieuwe recht zou hebben gehandhaafd. Het testament blijft daarmee voor het overige gewoon in stand.

 

Heeft u ook nog een oud testament van vóór 2003? Bel ons om het samen met u na te kijken op rechtsgeldigheid onder het nieuwe recht.

Aansprakelijkheid bestuurder moet door eiser worden aangetoond


De rechtbank Noord-Holland boog zich onlangs over een dergelijke zaak. Twee zelfstandigen hadden elk afzonderlijk een flinke vordering op de failliete BV. Zij spreken de bestuurder van de nieuw opgerichte BV – die ook bestuurder van de gefailleerde BV was – en de nieuwe BV hoofdelijk aan op betaling van de vorderingen. Zij vinden dat de bestuurder persoonlijk ernstig verwijtbaar gehandeld heeft met opdrachten die namens de gefailleerde BV verleend werden met de mededeling dat er betaald zou worden, terwijl hij wist of had moeten weten dat de BV niet aan die verplichtingen kon voldoen.


Om dat hard te maken moeten schuldeisers onderbouwen dat de bestuurder willens en wetens verbintenissen aanging waarvan hij zijn deel niet zou kunnen nakomen. Ook moeten zij feiten en omstandigheden aanvoeren waarmee kan worden aangenomen dat de oprichting van de nieuwe BV slechts schijn was en in wezen een voortzetting is van de oude BV, of dat de nieuwe BV louter is opgericht om de schuldeisers te benadelen.


In dit geval lukte dat de schuldeisers niet, zodat zij met lege handen achterblijven.


Wilt u meer weten over bestuurdersaansprakelijkheid? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Concepttestament is geen testament

De notaris maakt op basis van een gesprek altijd eerst een concepttestament op. De erflater kan dan beoordelen of al zijn of haar wensen correct zijn verwoord, waarna het testament officieel kan worden gepasseerd. Wat nu als de erflater overlijdt en er alleen nog een concepttestament is, nog niet formeel gepasseerd?

 

Een concepttestament mag en kan nooit gelijk worden gesteld met een testament. Een geldig testament is bij de notaris ondertekend of als onderhandse akte met de uiterste wil ondertekend en volgens de wettelijke regels aan de notaris overhandigd. Als noch het een noch het ander is gebeurd is er geen (nieuw) testament. Dat geldt ook in situaties waarin de notaris de conceptakte aan de erflater heeft toegezonden of overhandigd met een brief waarin hij schrijft dat hij het concept in overeenstemming met de wens van de erflater heeft opgesteld.

Als het niet is gekomen tot het passeren van de akte, is het concept niet definitief geworden en wordt het om die reden niet als rechtsgeldig testament aangemerkt. Daar helpt geen redelijkheid en billijkheid tegen.

 

Wilt u meer weten over het opstellen en passeren van een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Levenstestament biedt veel mogelijkheden

De meeste mensen hebben echter (nog) geen volmacht of levenstestament. Of het nu om geld en vermogen gaat, om uw onderneming of om medische zaken, u houdt zelf graag grip op beslissingen die op die vlakken moeten worden genomen. Steeds vaker blijkt dat mensen vroeg of laat niet meer in staat zijn om zelf die beslissingen te nemen. Zonder regeling van uw kant gaat de kantonrechter iemand tot bewindvoerder, mentor of curator benoemen. U heeft daar dan geen enkele invloed op. U loopt dan het risico dat iemand die u niet zelf gekozen zou hebben, beslissingen namens u gaat nemen.

 

Maakt u tijdig een levenstestament, dan voorkomt u al die vervelende mogelijkheden. U bepaalt daarin zelf wie wanneer welke beslissingen voor u mag maken. U kunt specifieke regelingen treffen voor uw geld, voor uw huis, uw eventuele beleggingen, medische zaken. U kunt regelen wanneer en onder welke voorwaarden de door u aangewezen persoon of personen in uw plaatst treedt/ treden als het om besluiten gaat.

 

Hoewel een levenstestament ook in een onderhandse akte kan worden vastgelegd, biedt een notarieel levenstestament meer zekerheid waarin getwijfeld wordt over de wilsbekwaamheid, omdat een notaris deze controleert. Levenstestamenten worden geregistreerd bij het CLTR (Centraal Levenstestamentregister). Daarmee is ook vrij eenvoudig na te gaan of er een levenstestament is. Verder kunnen in een levenstestament ook wensen over uitvaart – bijvoorbeeld de aanwijzing van een uitvaartverzorger –worden vastgelegd.

 

Wilt u meer weten over levenstestament of volmacht? Bel ons voor het maken van een afspraak.