Vraagtekens bij wenselijkheid baby-bv en rollatorinvestering

Een ‘baby-bv’ en de ‘rollatorinvestering’: deze en acht andere opmerkelijke belastingconstructies staan beschreven in een bijlage bij het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) Vermogensverdeling. Dit onderzoek is aan de Tweede Kamer aangeboden. Op basis van dit rapport wordt gekeken naar de belasting op arbeid en op (inkomen uit) vermogen.

Voor dit IBO hebben experts van de Belastingdienst een lijst van opmerkelijke belastingconstructies opgesteld die zij geregeld in de praktijk tegenkomen. Het doel van deze lijst is een discussie op gang te brengen over dergelijke fiscale mogelijkheden. In aanvulling op deze lijst zijn beleidsrichtingen gegeven met mogelijkheden om de constructies te beperken.

Baby-bv

Bij een baby-bv richten ouders een bedrijf op met als rechtsvorm een bv. De aandelen komen in handen van de baby. Vervolgens gaan de ouders voor de bv werken en zetten zij het bedrijf voort. Als de waarde van de aandelen stijgt, komt dat voordeel bij de baby terecht. Dit is geen belaste schenking, omdat sinds de oprichting de ouders nooit de voordelen in handen hebben gehad. Op deze manier wordt erf- en schenkbelasting voorkomen.

Rollatorinvestering

Een andere constructie die wordt genoemd is de rollatorinvestering. Daarbij stort een tante bijvoorbeeld 7 miljoen euro spaar- of beleggingsvermogen in een holding van haar neef, haar enige erfgenaam. Een constructie met de holding en werkmaatschappijen zorgt er vervolgens voor dat haar neef na haar overlijden slecht € 420.000 erfbelasting hoeft te betalen in plaats van € 2,5 miljoen. Dit komt doordat gebruik wordt gemaakt van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR), wat een enorm belastingvoordeel kan opleveren.

Vermogensverdeling

Het IBO Vermogensverdeling brengt kennis over de vermogensverdeling, de belasting op arbeid en vermogen, en de belasting op verschillende typen vermogen bijeen. Het doet ook suggesties hoe deze informatie blijvend beschikbaar kan worden gemaakt, opdat deze tijdens de jaarlijkse besluitvorming kan worden meegenomen.

Met terugwerkende kracht toetreden tot samenwerkingsverband biedt voordelen

Op gezette tijden uw bedrijfsstructuur toetsen aan maatschappelijke ontwikkelingen en wijzigingen in wet- en regelgeving is geen overbodige luxe. Een van de veranderingen in regels is dat het sinds kort niet alleen maar in fiscale zin, maar ook in juridische zin mogelijk is om het toetreden tot een samenwerkingsverband met een vennootschap met terugwerkende kracht te laten ingaan. Daarbij is de datum van oprichting van die vennootschap bepalend. De bv moet namelijk de gehele periode van de terugwerkende kracht civielrechtelijk bestaan.

Een dergelijke maatregel is bijvoorbeeld van belang als de winst van uw bedrijf in de hoogste belastingschijf valt. Aanpassing van de ondernemingsstructuur kan mogelijk tot belastingbesparing leiden, bijvoorbeeld door het oprichten van een partner-bv. De partner-bv is een samenwerkingsverband (vennootschap onder firma of maatschap) tussen één of meer personen en een bv, waarvan deze personen aandeelhouder zijn. Deze personen blijven dan deelnemen als ondernemer voor de inkomstenbelasting. Daarmee hebben zij recht op de ondernemersfaciliteiten in de inkomstenbelasting. De inbreng van de bv bestaat uit een aandeel van de onderneming of kapitaal, zodat een deel van de winst wordt toegerekend aan de bv. Deze winst wordt tegen het lage tarief in de vennootschapsbelasting belast. De Belastingdienst kijkt wel heel secuur naar dergelijke constructies, maar die zijn onder voorwaarden mogelijk.

Tot nu toe telde ook de periode dat de bv in oprichting was mee in de berekening van de toegestane terugwerkende kracht. Dat is nu niet meer mogelijk. Bepalend is de datum van officiële oprichting bij de notaris. Wees er van bewust dat herstructurering via een partner-bv een keuze voor de lange termijn is. Van belang is of uw bedrijfsresultaten structureel boven een bepaald niveau zijn. Wilt u hier meer over weten? Bel ons voor een afspraak.

Biedlogboek moet zorgen voor extra transparantie

(Bron KNB) De NVM, VBO, Vastgoedpro en de Vereniging Eigen Huis voeren op 1 juli een digitaal biedlogboek in. Kandidaat-kopers die een bod hebben uitgebracht kunnen daarin, na het verstrijken van de bedenktermijn en eventuele ontbindende voorwaarden, zien hoe het biedingsproces is verlopen.

Het biedlogboek moet zorgen voor extra transparantie. Per 1 januari 2023 wordt het gebruik van het biedlogboek verplicht: vanaf die dag hebben kandidaat-kopers recht op inzage in het biedlogboek. Voorwaarde is wel dat de makelaar is aangesloten bij een van de 3 branche- en beroepsorganisaties: NVM, VBO en Vastgoedpro. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) wil het biedlogboek in de toekomst per wet verplichten. Partijen die geen gebruik maken van een gecertificeerd biedlogboek kunnen dan niet langer een bied- of onderhandelingsproces begeleiden.

Gezamenlijk tuchtrecht

De 3 organisaties kondigden eerder dit jaar aan met een onafhankelijk, gezamenlijk tuchtrecht te komen. Consumenten kunnen zo terecht bij 1 loket voor de afhandeling van hun klachten. De tuchtraad gaat makelaars, taxateurs en bouwkundig keurders toetsen aan de al bestaande beroeps- en gedragscodes.

Maak (nog nét) gebruik van de jubelton-vrijstelling

De regeling van de jubelton eindigt dit jaar! Om de woningmarkt te stimuleren in recessietijd waarin veel woningen ‘onder water’ stonden, werd in 2010 een bijzondere vrijstelling geïntroduceerd; een vrijstelling van schenkbelasting voor schenkingen bestemd voor besteding aan de eigen woning. Bijna 13 jaar later, in een geheel veranderde woningmarkt, is er echter volgens Financiën geen ruimte meer voor deze royale vrijstelling van ruim een ton (ook wel bekend als de ‘jubelton’).

Per 1 januari 2023 wordt de vrijstelling dan ook drastisch beperkt; het vrijgestelde bedrag van een schenking voor de aankoop van een eigen woning gaat van € 106.671 naar € 27.231. Vervolgens wordt per 1 januari 2024 de vrijstelling volledig uit de wet geschrapt. Het einde van het jubeltijdperk!

Dus als u uw kinderen, kleinkinderen of andere personen met een belastingvrije schenking wilt helpen bij de aankoop of een verbouwing van hun woning of een (gedeeltelijke) aflossing van een hypotheekschuld, is daar alleen dit jaar nog een ruimere schenkingsvrijstelling voor! Denk bijvoorbeeld aan een bijdrage aan het aanbrengen van isolatie, het plaatsen van een hybride warmtepomp, zonnepanelen of andere maatregelen voor verduurzaming van een woning.

Schenk in 2022: besteden kan ook nog in 2023

Waarom is het belangrijk om nú in actie te komen en te kijken of deze regeling voor u interessant is? Omdat alleen nog in 2022 het verhoogde bedrag tot ruim een ton geldt, maar de ontvanger van de schenking daarna nog ruim de tijd heeft om het geld te besteden! Volgens de laatste berichten heeft de ontvanger nog de resterende maanden van 2022 én heel 2023 de tijd.

Kortom: ook als uw kind, kleinkind of andere beoogde begiftigde nog geen concrete verhuis- of verbouwplannen heeft, kan het interessant zijn nog gebruik te maken van de jubelton. U kunt de schenking altijd weer terughalen als er toch geen woning wordt gekocht!

Niet wachten met regelen

Overweegt u dit jaar te schenken, dan raden wij u aan op zo kort mogelijke termijn contact op te nemen met uw notaris. De ervaring leert, dat de doorlooptijd vaak al één tot twee maanden is. U kunt hier maar beter ruim de tijd voor nemen, zodat u alles rustig kunt regelen. Bovendien heeft uw dierbare dan extra lang de tijd om de schenking op een weloverwogen manier te besteden!

Nabestaanden samengestelde gezinnen hebben baat bij testamenten ouders

Samengestelde gezinnen zien zich na een overlijden vaak geplaatst voor onverwachte problemen. Uit recent onderzoek blijkt dat drie op de tien een testament heeft en slechts net iets meer dan tien procent een levenstestament. Dat vraagt om onverwachte problemen bij de erfenis.

In Nederland is het aandeel mensen dat deel uitmaakt van een samengesteld gezin aanzienlijk, namelijk een kwart van alle mensen. Een samengesteld gezin is een gezin waarin er minimaal een kind uit een vorige relatie van een van de ouders is. Het erfrecht bevat voor deze mensen geen bepalingen. Uit het onderzoek blijkt dat éénderde van de kinderen uit dergelijke gezinnen problemen bij de erfenis verwacht. In de praktijk van afwikkeling van nalatenschappen blijkt het aantal gevallen waarin problemen optreden veel hoger, waarbij vooral het onderlinge contact tussen de nabestaanden een probleem blijkt te zijn..

Vóór de afwikkeling van een erfenis blijken de onderlinge verhoudingen meestal neutraal of goed te zijn. Na de afwikkeling is dat in bijna 15% van de gevallen niet meer zo. Dat kunt u voorkomen door tijdig regelingen te treffen en uw wensen over de afwikkeling van uw nalatenschap vast te leggen in een testament en een levenstestament.

Kom in actie en maak een afspraak met ons kantoor. Wij bespreken uw situatie en leggen u mogelijk te treffen regelingen voor.

Mediation of rechter bij geschillen goede alternatieven voor arbitrage

Arbitrage bij geschillen heeft in veel contracten een plek veroverd. Geregeld wordt dan dat bij onenigheid partijen hun geschil verplicht moeten voorleggen aan arbiters van het Nederlands Arbitrage Instituut. Meestal is dat een kostbare aangelegenheid, die voor sommigen niet betaalbaar is. De rechter heeft voor die verplichting nu een stokje gestoken. Die verplichte gang naar arbitrage staat een goede rechtsgang voor ieder in de weg.

In het algemeen geldt dat voor toegang tot de rechter griffierechten geen wezenlijke belemmering mogen vormen. Een zaak waarin de rechter onlangs uitspraak deed betrof een vrouw die haar relatie financieel wilde afwikkelen. Haar partner beriep zich op de arbitrageclausule in het samenlevingscontract en achtte de rechtbank om die reden niet bevoegd.

Een arbitragebeding is in principe geldig, maar dan moet toepassing op grond van redelijkheid en billijkheid wel aanvaardbaar zijn. In dit geval zou de vrouw bij het arbitrage-instituut bijna € 2.500 administratiekosten moeten betalen plus een depot van € 20.000 moeten storten. Bovendien zou zij als voorschot een uurtarief van € 450 moeten betalen. Dat kon zij niet opbrengen, waarmee zij belemmerd werd in haar recht op toegang tot de rechter. Omdat zij bij een procedure bij de rechter in aanmerking zou komen voor gefinancierde rechtsbijstand, zou zij daar slechts € 306 hoeven bijdragen.

Voor de rechter was dit alles reden om het arbitragebeding buiten toepassing te verklaren.

Wat zijn de alternatieven voor arbitrage? Een gang naar de rechter is dus een goede mogelijkheid, maar die procedure kan lang duren. Een andere – ook vriendelijke mogelijkheid – is het inzetten van mediation. Bezint eer ge begint. Een arbitragebeding lijkt misschien een vriendelijke oplossing in het contract, maar kan tot buitensporige kosten leiden. Houd bij voorkeur de mogelijkheid voor toegang tot de rechter en mediation open.

Inwerkingtreding Wet pensioenverdeling bij scheiding opnieuw uitgesteld

(Bron KNB) De streefdatum 1 juli 2022 voor inwerkingtreding van de gewijzigde Wet pensioenverdeling bij scheiding is niet gehaald. Na de val van het vorige kabinet is het wetsvoorstel controversieel verklaard. Daardoor heeft de behandeling van het wetsvoorstel vertraging opgelopen. Het wetsvoorstel staat nu begin september op de agenda van de Tweede Kamer.

De val van Rutte III zorgde eerder al voor een vertraging van de gehoopte ingangsdatum van de wet van 1 januari dit jaar naar 1 juli. Maar ook die laatste datum is nu niet gehaald.

Pensioenaanspraak

Dankzij het wetsvoorstel krijgen gehuwden en geregistreerd partners na scheiding een eigen pensioenaanspraak ten opzichte van de pensioenuitvoerder. Dat betekent dat ex-partners niet meer van elkaar afhankelijk zijn. De nieuwe wet zal niet gelden voor stellen die wel samenwonen, maar niet zijn getrouwd of geregistreerd partner zijn. Het voorstel van de Vereniging van Mediators in het Notariaat (VMN) en Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) om mensen met een notariële samenlevingsovereenkomst, met daarin afspraken over wederzijdse verzorgingsplicht, hetzelfde te behandelen als mensen met een huwelijk of geregistreerd partnerschap, is niet overgenomen.

In samenlevingscontract nadeel ten opzichte van huwelijk ondervangen

Samenwoners hebben in het vermogensrecht een fors nadeel ten opzichte van getrouwde stellen. Gehuwden wordt geen strobreed in de weg gelegd bij het zakelijk handelen met elkaar. Als samenwoners dat doen, kan het flink misgaan. Samenwoners hebben veel minder tijd om onderlinge schulden van elkaar op te eisen. Voor samenwoners is de verjaringstermijn voor opeisbaarheid aanzienlijk korter dan voor gehuwden.

In het algemeen is het zo dat wanneer partijen onderling financiële verplichtingen met elkaar aangaan, die handeling onder het vermogensrecht uit het Burgerlijk Wetboek valt. In een dergelijke overeenkomst worden afspraken opgenomen over de looptijd en mogelijk ook vanaf welk moment of onder welke omstandigheden de vordering opeisbaar wordt. Wettelijk geldt er een verjaringstermijn van vijf jaar. Dit is het regime waar samenwoners onder vallen.

Voor getrouwde stellen ligt dat anders. Zonder huwelijkse voorwaarden worden kosten naar evenredigheid gedragen. Als een partner meer heeft bijgedragen dan op grond van evenredigheid de norm is, kan hij of zij dat van de ander terugvorderen. Er geldt dan geen wettelijke verval- of verjaringstermijn. Dat mag wel geregeld worden in huwelijkse voorwaarden, wat ook vaak gebeurt. De vergoedingsrechten die ontstaan door meer dan evenredige bijdrage in kosten worden pas opeisbaar bij het einde van het huwelijk. Voor samenwoners is die verjaringstermijn vijf jaar na het ontstaan van de schuld. Daarna kan de schuld niet meer opgeëist worden.

In samenlevingscontract ondervangen

Het nadeel dat samenwoners ten opzichte van getrouwde stellen hebben kan worden ondervangen met afspraken in het samenlevingscontract. Uit diverse uitspraken van rechters blijkt dat het van cruciaal belang is dat de bedoelingen van partijen – in eigen woorden – ondubbelzinnig in het samenlevingscontract worden opgenomen. Denk bijvoorbeeld aan situaties waarin de ene partner meer bijdraagt in de kosten van huishouding dan op basis van evenredigheid zou moeten. Of wanneer de ene partner meer aflost op de hypotheek voor een woning die gezamenlijk eigendom is. Ook denkbaar is een situatie waarin de ene partner investeert in de woning van de andere partner. In alle gevallen is het raadzaam om in het samenlevingscontract op te nemen wanneer dergelijke vorderingen opeisbaar zijn en na hoeveel jaar dat niet meer kan (verjaring).

Afspraak maken

Bent u samenwonend en wilt u dit nadeel opheffen? Bel ons voor een afspraak om de mogelijkheden van een nieuw samenlevingscontract of aanpassing van een bestaand contract te bespreken.

Kabinet ziet geen dringende noodzaak voor afschaffing legitieme portie

(Bron KNB) De minister voor Rechtsbescherming, Franc Weerwind, ziet geen noodzaak om op korte termijn een principiële discussie aan te gaan over de afschaffing van de legitieme portie. Dat schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. De brief is een reactie op een oproep eerder dit jaar in een commissiedebat om de afschaffing van de legitieme portie voor te bereiden.

Aanleiding voor de oproep was het rapport van de Radboud Universiteit en Netwerk Notarissen van begin 2021. Daaruit bleek dat in bepaalde juridische beroepsgroepen een grote meerderheid bestaat voor de afschaffing van de legitieme portie. Zo is – volgens het rapport – 76 procent van de (kandidaat-)notarissen hier voorstander van. Onder de Nederlandse bevolking zijn minder voorstanders te vinden: uit verschillende onderzoeken blijkt het aantal voorstanders te schommelen tussen de 22 en 43 procent.

Noodzaak

Volgens Weerwind blijkt dat er geen sprake is van ‘een dermate dringende en breed gedragen noodzaak noch van praktische problemen die ertoe nopen om op korte termijn in deze principiële discussie over te gaan tot afschaffing of wijziging van de legitieme portie.’

Erf- en schenkbelasting

In zijn brief gaat Weerwind ook in op de vraag om een andere fiscale behandeling van schenkingen en erfenissen van alleenstaanden. De mogelijke oplossingen zijn volgens Weerwind zo complex dat dit een fundamentele wijziging van de uitgangspunten voor het huidige stelsel zou betekenen. Het kabinet overweegt daarom momenteel geen wijziging van de schenk- en erfbelasting.

Overdracht aandeel in firma vergt goedkeuring van alle vennoten

Wie zijn aandeel in een firma aan zijn kinderen wil overdragen en daarbij gebruik wil maken van de fiscaal gunstige bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) heeft daarvoor de goedkeuring nodig van alle overige vennoten. Ligt er één dwars, dan is er een probleem. De vraag is of u in een dergelijk geval de weigerende vennoot of vennoten via de rechter kunt dwingen om medewerking te verlenen.

Wie als vennoot een dergelijke overdracht van aandelen wil tegenhouden, moet aantonen dat daarmee de zittende vennoten worden beschermd tegen de komst van vennoten die het perspectief op voordeel uit de vennootschap vermindert. De bevoegdheid om medewerking te verlenen is echter wel doelgebonden. De vennoot mag een eigen inschatting makten van het effect van de toetreding of vervanging maar zal die bevoegdheid wel binnen de grenzen van doelgebondenheid moeten uitoefenen. Zo mag een weigerende vennoot zijn goedkeuring niet laten afhangen van een te treffen regeling waarin bijvoorbeeld meer rekening wordt gehouden met zijn belangen.

Meestal zijn firmanten ook investeerder in de onderneming en treden niet slechts op als vennoten namens de firma. Het belang en de reden om goedkeuring te verlenen of te onthouden moet daarom samenhangen met de bescherming van ieders economische positie binnen de firma. Als de argumenten en omstandigheden voor het weigeren van goedkeuring niets te maken hebben met de overdracht van aandelen, kan die weigering geen stand houden.

Wilt u meer weten over het overdragen van aandelen in een firma? Bel ons voor het maken van een afspraak