Helft Nederlanders heeft geen voogdij over kinderen geregeld

Er zijn voldoende redenen waarom u de voogdij over uw kinderen tijdig regelt. Daarmee heeft u bijvoorbeeld maximale invloed op de verzorging van uw kinderen na uw overlijden. Bovendien voorkomt u dat de rechter een beslissing moet nemen over wie uw kinderen verder gaat opvoeden en verzorgen. Daarnaast voorkomt u getouwtrek om uw kinderen tussen families, Kinderbescherming en rechter.

U zorgt voor een veilige en vertrouwde situatie voor uw kinderen voor het geval ze in een dergelijke verdrietige situatie terecht komen. Tot slot stelt u daarmee ook het vermogen van uw kinderen veilig.

 

Wilt u meer weten over voogdij? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Schenkbelasting verrekenen met erfbelasting bij overlijden schenker binnen 180 dagen

De schenkbelasting die over de schenking is betaald, wordt vervolgens in mindering gebracht op de erfbelasting. Echter, de 180-dagenregeling geldt niet voor alle schenkingen. Een van de uitzondering is de schenking voor de eigen woning (in 2018 maximaal € 100.800 belastingvrij). Over deze schenking hoeft ook in het geval van overlijden van de schenker binnen 180 na de schenking geen erfbelasting te worden betaald.

 

Wilt u meer weten over schenk- en erfbelasting? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Zonder bedongen tegenprestatie uit vennootschap stappen heeft vervelende gevolgen

De broers hadden samen een garagebedrijf, in de vorm van een vennootschap onder firma. Op en bepaald moment gingen de broers uit elkaar, kort daarna gevolgd door het uittreden van een van de broers uit de vennootschap onder firma. Hij had daarbij geen enkele vergoeding voor zijn aandeel bedongen. Enkele maanden later werd het huwelijk van de uitgetreden broer door scheiding ontbonden. Dienstechtgenote verzocht de vervolgens de rechtbank te bepalen dat de vennoot door uit te treden zonder een tegenprestatie te bedingen wegens verspilling de huwelijksgemeenschap had benadeeld. De rechtbank wees dat verzoek af.

 

In hoger beroep stelde de echtgenote dat de waarde van het aandeel van de vennoot enkelen tonnen bedroeg en dat de onderneming over een vaste klantenportefeuille en goodwill beschikte. Zij meende dat haar ex-echtgenoot uitsluitend uit de vennootschap is getreden om zo zijn aandeel in de vennootschap onder firma buiten de verdeling van de huwelijksgemeenschap te houden. Haar ex-partner stelde dat hij vanwege zijn psychische gesteldheid niet kon functioneren en dat hij zich ook nooit had ingekocht. Daarom kon hij naar eigen zeggen ook geen aanspraak op een vergoeding kan maken.

 

Omdat de vennoot het door zijn echtgenote gestelde niet weersprak en zonder een vergoeding te verkrijgen uit het bedrijf is gestapt, ziet het hof reden om aan te nemen dat de vennoot daarmee de huwelijksgemeenschap heeft benadeeld. De benadeling vond plaats binnen zes maanden voor aanvang van de echtscheidingsprocedure, daarmee is de vennoot gehouden de geleden schade aan de huwelijksgemeenschap te vergoeden.

 

Wat opvalt, is dat partijen klaarblijkelijk zonder nader advies in te winnen allerlei acties hebben ondernomen. Voor de hand ligt dat je in een situatie als deze eerst advies inwint en overleg pleegt. Dat had veel ellende kunnen voorkomen.

Een tweede huis een plek onder de zon

Fiscaal geldt een tweede woning als box 3 bezit, dat geldt ook voor spaargeld op de bank. Van een recreatiewoning kunt u met uw gezin uiteraard zelf genieten, verhuren is ook een optie. Volgens het huidige belastingstelsel is inkomen uit verhuur van een tweede woning in box 3 vrij van inkomstenbelasting. Wel betaalt u over de waarde minus een eventuele hypotheekschuld de zogenaamde vermogensrendementheffing. Die is echter meestal lager dan de te realiseren huuropbrengst.

 

Ook als u niet veel spaargeld heeft maar wel overwaarde in uw eigen huis, kunt u denken aan de aankoop van een recreatiewoning. Veel banken willen meedoen met een hypothecaire financierining waarbij de recreatiewoning en de overwaarde van de hoofdwoning als onderpand gelden. Bij de aankoop van een recratiewoning moet u wel oppassen voor ingewikkelde juridische constructies met erfpacht, opstalrechten, verhuurplicht, lastige erfdienstbaarheden etc. etc. Vaak is ook sprake van allerlei parkregels en soms zelfs een ballotageregeling.

 

Een tweede woning kan eventueel ook al vast op naam van uw kinderen worden gezet, de toekomstige waardestijging komt hen dan later zonder erfbelasting toe.

 

Zijn er bij u plannen voor de aankoop van een tweede woning laat u dan vooraf goed informeren. De notaris is de specialist bij uitstek om u te behoeden voor juridische teleurstelling achteraf.

Afschaffing dividendbelasting en verlaging vennootschapsbelasting vraagt om actie

Wat is er aan de hand? De dividendbelasting voor de Nederlandse directeur-groot aandeelhouder, een voorheffing op de box 2 heffing, wordt afgeschaft. Vervolgens wordt ook de vennootschapsbelasting verlaagd. Tenslotte dient dat budgettair neutraal te geschieden.

 

De afschaffing van de dividendbelasting betekent dat er geen verrekening meer hoeft plaats te vinden met de box 2 heffing. De reden van de afschaffing van de dividendbelasting moet in het buitenland worden gezocht, bij de aandeelhouder die zijn voorheffing niet kan verrekenen. Wat de Nederlandse overheid daarmee misloopt, 1,4 miljard euro, gaat grotendeels worden gefinancierd door een verbreding van de grondslag. Dat betekent dat de binnenlands belastingplichtigen meer gaan betalen.

Daarnaast stelt de Nederlandse overheid dat er niet meer belasting gaat worden betaald. Dat klopt voor de nieuwe situatie, maar niet voor de oude gevallen. De verlaging van de vennootschapsbelasting leidt tot een hogere box 2 heffing, waarbij de som inderdaad gelijk blijft (vennootschapsbelasting + box 2 heffing). Als u al de “hoge” vennootschapsbelasting (25%) heeft betaald krijgt u daar ook nog eens een “hoge” box 2 heffing (28,5%) overheen.

 

Wellicht nog eens nadenken over een extra uitkering? Waarschijnlijk heeft u de tijd tot 2021, want dan pas zou een en ander in werking treden.

Vergoeding aan pachter na onteigening gepacht perceel alleen op basis van de wet

De Hoge Raad boog zich in een cassatieprocedure over de vraag of de pachter vermogensschade lijdt door beëindiging van de pachtovereenkomst door onteigening, nu de pachter de in de regio gebruikelijke vergoeding tussen afgaande en opkomende pachter van € 1,00 per m2 misliep.

De rechter in eerste aanleg oordeelde dat er rekening moet worden gehouden met deze vermogensschade en dat deze moet worden vergoed aan de pachter.
De Hoge Raad heeft echter beslist dat de pachter geen vermogensschade leed omdat een pachter geen rechthebbende op een onteigende zaak is vanwege het feit dat een pachtrecht geen beperkt zakelijk recht is dat afzonderlijk kan worden onteigend. Wel kan het mislopen van de voormelde vergoeding mogelijk inkomensschade opleveren, indien de schade in redelijkheid als een gevolg van de onteigening kan worden aangemerkt. Echter kan de schade alleen op basis van een wettelijke regeling die speciaal hiervoor geldt worden bepaald. Bij de vaststelling daarvan wordt gekeken naar de toestand waarin de pachter zou worden gebracht als de onteigening buiten beschouwing zou blijven. Bij vaststelling van de vergoeding tellen echter ook de voordelen mee die de pachter bij onteigening eventueel heeft genoten.

Wilt u meer weten over overdracht van pacht en de gevolgen daarvan? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Wel of geen schenkbelasting bij het aangaan van huwelijkse voorwaarden

Het nieuwe huwelijksvermogensrecht kan voor partners een aanleiding geven om huwelijkse voorwaarden te willen maken vóór of tijdens het huwelijk. Het maken van de huwelijkse voorwaarden kan in sommige gevallen een verschuiving van vermogen met zich meebrengen tussen de echtgenoten. Bijvoorbeeld als echtgenoten eerst buiten gemeenschap van goederen getrouwd zijn en nu willen overgaan naar een gemeenschap van goederen.

 

Bij de presentatie van het Belastingplan 2018 werden nieuwe wettelijke regels voorgesteld om te beoordelen of bij het aangaan van een huwelijk of het maken van huwelijksvoorwaarden schenkbelasting moest worden betaald. De bedoeling van deze wetgeving was om misbruik tegen te gaan door mensen die bij het aangaan van een huwelijk of het wijzigen van huwelijksvoorwaarden schenkbelasting willen ontgaan. De Tweede Kamer vond echter dat door dit voorstel te ver ging en te veel burgers zouden worden geraakt en de Staatssecretaris van Financiën heeft vervolgens het voorstel opnieuw bekeken en nu nieuw beleid bekend gemaakt.

Uit dit beleid blijkt wanneer geen sprake zal zijn van heffing van schenkbelasting, namelijk:


  1. een huwelijk aangaan zonder huwelijkse voorwaarden leidt niet tot heffing;

  2. het maken van huwelijksvoorwaarden waarbij wordt aangesloten bij het wettelijk huwelijksvermogensregime leidt ook niet tot heffing ;

  3. het maken van huwelijksvoorwaarden waarbij de echtgenoten zich over en weer verplichten om bij echtscheiding en overlijden, of alleen bij overlijden, op gelijke voet met elkaar af te rekenen conform de wet zoals die voor en na 1 januari 2018 geldt, leidt ook niet tot heffing van schenkbelasting. In dit beleid is overigens geen gelijke regeling voor samenwoners genoemd, die kunnen mogelijk een beroep doen op een brief van de Belastingdienst uit 2013;

  4. als de partners samen een eigen woning hebben en in de huwelijkse voorwaarden hebben vastgelegd dat een echtgenoot meer eigen vermogen heeft ingebracht en de ander een schuld aan de inbrengende echtgenoot heeft, is – onder voorwaarden – geen schenkbelasting verschuldigd;

  5. als partners huwelijksvoorwaarden maken waarbij wordt afgesproken een algehele gemeenschap van goederen aan te houden, maar waarbij zij verder afspreken om bij ontbinding van het huwelijk niet op gelijke basis, maar ongelijk te verdelen. Er wordt dan geen schenkbelasting geheven als de meest vermogende echtgenoot na de verdeling nog ten minste vijftig procent heeft van het gemeenschappelijk vermogen, en maximaal de gerechtigdheid die hij voordien al had. Dit geld ook als de partners niet overgaan naar een gemeenschap van goederen maar afspreken aan het eind van het huwelijk ongelijk te verrekenen.

Wilt u meer informatie over het aangaan van huwelijkse voorwaarden neem dan contact op met ons kantoor, wij helpen u graag verder!

Een op drie starters heeft geld van ouders nodig voor aankoop huis

Sinds de woningmarkt weer op volle toeren draait en de prijzen in veel plaatsen hoger en hoger worden, krijgen starters het steeds lastiger om aan een koopwoning te komen. De overheid wil het lenen voor de aankoop van een woning ontmoedigen en heeft per 1 januari van dit jaar de hypotheeknormen weer verder aangescherpt. Voorheen kon nog tot 110 % van de executiewaarde geleend worden bij een bank of andere geldverstrekker nu is dat nog maar 100 %.

Dat houdt in dat de kosten koper en kosten voor een verbouwing uit eigen zak betaald moeten worden. Zonder eigen geld dus geen koopwoning. Uit een recent onderzoek blijkt dat één op de drie starters bij zijn of haar ouders aanklopt voor een financieel steuntje in de rug. Een starterswoning in de Randstad kost circa € 220.000. Daar komt dan 6-10% aan kosten bij, zodat er ongeveer € 40.000 euro aan eigen geld nodig is. De extra kosten bestaan uit overdrachtsbelasting, hypotheekadvieskosten, kosten nationale hypotheekgarantie, notaris- en kadasterkosten etc.

Ouders kunnen bijspringen in de vorm van een lening, maar dat gaat alleen als het inkomen van de kinderen hoog genoeg is om de hypotheek van de bank en de lening van de ouders volgens de geldende hypotheeknormen te kunnen dragen. Daarbij is het ook nog eens zo dat de lening in dertig jaar geheel moet zijn afgelost wil de hypotheekrente fiscaal aftrekbaar zijn.

Als de ouders het geld kunnen missen is het beter om aan het kind/huizenkoper een schenking te doen. De overheid juicht dit toe en heeft daarvoor een speciale vrijstelling in de successiewet ingebouwd waardoor ouders aan ieder kind een schenking voor aankoop eigen woning kunnen doen tot maximaal € 100.000. Deze schenking is dan vrij van schenkbelasting. Het kind krijgt voor dit bedrag ook nooit meer renteaftrek.

 

De regeling schenking eigen woning is reuzecomplex en kent vele haken, ogen en valkuilen. De notaris is de specialist bij uitstek waar het gaat om alle juridische en fiscale aspecten rond aankoop woning, hypotheek en schenking. Zijn er plannen voor aankoop van een woning met hulp van ouders neem dan vooraf contact met ons op voor het maken van een afspraak voor een adviesgesprek. Zo worden onaangename surprises achteraf voorkomen.

Voor- en nadelen van een renteclausule in uw testament

Er zijn verschillende mogelijkheden. De langstlevende kan de bedragen aan de kinderen renteloos schuldig blijven, de erfgenamen kunnen samen een rentepercentage afspreken, of er staat in het testament dat er jaarlijks een bepaald percentage aan rente wordt bijgeschreven bij de vordering.

Een renteclausule is belangrijk, want deze heeft invloed op de heffing van erfbelasting. Er kan een fiscaal voordeel mee worden behaald, maar er kunnen ook nadelige effecten zijn.

Wat zijn de voor- en nadelen van een renteclausule?

Renteloos

Als de langstlevende de bedragen aan de kinderen renteloos schuldig blijft, is er bij het eerste overlijden minder erfbelasting verschuldigd dan wanneer de erfdelen van de kinderen rentedragend zijn. Dat is voordelig voor de langstlevende, want die moet de erfbelasting, die geheven wordt over de vorderingen van kinderen, voorschieten. De vorderingen van de kinderen blijven in deze situatie hetzelfde bedrag dat is vastgesteld op basis van het vermogen op de overlijdensdatum. Dus ongeacht hoeveel jaren er verstrijken vanaf de sterfdatum van de eerstoverleden ouder tot het overlijden van de langstlevende ouder.


Jaarlijks rentepercentage bijschrijven

Als in het testament is bepaald dat er een bepaald rentepercentage jaarlijks wordt bijgeschreven bij de vorderingen van de kinderen, heeft dat in de eerste plaats invloed op de erfbelasting die de langstlevende moet betalen over de vorderingen van de kinderen. Een rentedragende vordering wordt namelijk hoger gewaardeerd dan een renteloze vordering.

Voor de langstlevende is het bijschrijven dus minder voordelig. Voor de kinderen kan rentebijschrijving voordelig zijn. Immers, het bedrag van hun vordering wordt ieder jaar groter. Onder andere als de langstlevende komt te overlijden wordt de vordering inclusief de bijgeschreven rente opeisbaar. Dat totaalbedrag kunnen de kinderen in mindering brengen op de nalatenschap van de langstlevende ouder. Daardoor wordt het saldo van de nalatenschap lager en is er minder erfbelasting verschuldigd. Over het bedrag van de bijgeschreven rente wordt dus geen erfbelasting geheven. Het voordeel wordt groter naar mate meer jaren zijn verstreken tussen het eerste en laatste overlijden. Als de ouders binnen korte tijd na elkaar komen te overlijden, is de rentebijschrijving zeer waarschijnlijk juist niet voordelig geweest.

 

Behalve dat de langstlevende meer erfbelasting over de erfdelen van de kinderen moet betalen, kan er nog een nadeel ontstaan als de vorderingen rentedragend zijn gemaakt in het testament. Stel dat de eerstoverleden ouder jong overlijdt en de langstlevende vele jaren later komt te overlijden en inmiddels een nieuwe partner had, kan het zijn dat de vorderingen van de kinderen zodanig in omvang zijn gegroeid dat er niets meer van de nalatenschap van de langstlevende resteert voor de nieuwe partner. Een renteclausule kan in de weg staan aan de wens van de langstlevende om een eventuele nieuwe partner in financieel opzicht verzorgd achter te laten.

Flexibele renteclausule

Het is ook mogelijk om een flexibele renteclausule op te nemen. Bijvoorbeeld dat de vorderingen van de kinderen renteloos zijn, tenzij de erfgenamen anders overeenkomen. Een renteafspraak moet dan meestal binnen acht maanden na het overlijden worden gemaakt, in verband met het indienen van de aangifte erfbelasting. Zo kan er bij het eerste overlijden worden gekeken wat op dat moment, gezien de samenstelling van de nalatenschap, gunstig is en hoeft die keuze nog niet te worden gemaakt bij het maken van het testament.

 

Overigens, als er in een testament niets over rente wordt bepaald (en de wettelijke verdeling van toepassing is), dan geldt dat er alleen rente wordt bijgeschreven indien en voor zover de wettelijke rente (voor niet-handelstransacties) hoger is dan 6%. De wettelijke rente bedraagt momenteel 2%.

 

Wij adviseren u graag over het opnemen of wijzigen van een renteclausule in uw testament. Wilt u meer weten? Neemt u dan contact met ons op.

Als het gekochte pand niet aan de koopovereenkomst voldoet

Juridisch gezien is bij bedrog sprake van misleiding om daarmee de potentiële koper tot koop te laten overgaan. In dat geval is er geen sprake van non-conformiteit, het niet beantwoorden van het geleverde aan de koopovereenkomst. Bij bedrog gaat het om de gesloten overeenkomst in relatie tot de situatie als van bedrog geen sprake was geweest. Dat zou immers geleid kunnen hebben tot een andere overeenkomst of helemaal geen overeenkomst.

 

Bij de totstandkoming van wetgeving rond beide situaties is er geen onderscheid gemaakt in verjaringstermijn. De twee jaar geldt in alle situaties. Voor de Hoge Raad blijkt dit doorslaggevend, mede met het oog op de belangen van de verkoper. Volgens de advocaat-generaal is voor de koper meestal niet het bedrog aanleiding om te klagen, maar dat hij een huis heeft gekocht wat niet aan de afspraken voldoet. Daarmee wordt – ook als er sprake is van bedrog – de vordering in feite een vordering op basis van non-conformiteit. Dat was voor de wetgever voldoende aanleiding om voor beide situaties een gelijke verjaringsregeling vast te stellen.

 

Wilt u meer weten over afwijkingen in het gekochte huis ten opzichte van de afspraken die u daarover in de koopovereenkomst heeft gemaakt? Bel ons voor het maken van een afspraak.