Tijdig nadenken over het regelen van uw nalatenschap

U kunt alvast nagaan hoe de vererving is. U voorkomt daarmee dat er na uw overlijden onduidelijkheden ontstaan over uw erfenis. Hoe kunt u dat doen?

In de eerste plaats regelt het wettelijk erfrecht al het nodige voor u. In het wettelijk erfrecht staan immers de regels over welke personen van u erven. Als dat wat u betreft goed is hoeft u daar verder niets voor te doen, maar het kan ook zo zijn dat u helemaal niet wilt dat uw nalatenschap volgens die regels vererft, of dat u gedeeltelijk van die regels wilt afwijken.

Wettelijk gezien zijn er een aantal mogelijkheden gegeven om zelf te kunnen bepalen wat er met uw nalatenschap gebeurt.
U kunt daarvoor een testament laten opstellen. Dit is het document waarin u door een notaris laat opschrijven wat er na het overlijden met uw nalatenschap moet gebeuren. Met het testament maakt u dus uw eigen keuzes. De notaris stelt het testament voor u op en adviseert u over de mogelijkheden en de (fiscale) gevolgen voor uw erfgenamen.
Met het testament regelt u uw gehele nalatenschap: al uw bezittingen en schulden vererven naar de door u aangewezen personen of organisaties.

Als de wettelijke regeling voor u voldoende is, maar u wel speciale spullen (inboedelgoederen of sieraden e.d.) wilt nalaten aan iemand, dan kunt u een codicil maken. Een testament is dan niet nodig. Een codicil mag ook alleen maar bepaalde goederen bevatten, die heel precies omschreven moeten zijn. Er mogen geen geldbedragen in een codicil aan iemand worden toegekend.
Een codicil moet met inkt of balpen worden geschreven, dus niet getypt, en vervolgens worden ondertekend en gedateerd. Een codicil bewaart u gewoon thuis. Een nadeel daarvan is dat het dus zomaar kwijt kan raken of worden vernietigd. Om dit laatste te voorkomen kan het codicil ook worden gedeponeerd bij de notaris, deze wil het ook wel even voor u controleren of het goed is opgesteld.
Overigens kan het codicil ook worden opgesteld naast een testament dat u maakt.

Alternatief voor het codicil is het opnemen van een legaat in uw testament. Hierin wordt ook duidelijk beschreven wat u aan welke persoon wilt nalaten. Bijvoorbeeld welk meubelstuk, welk sieraad, maar ook grotere zaken die u niet in een codicil mag noemen, zoals een auto, aandelen in een BV, of uw woning. Ook kan een bepaalde som geld worden gelegateerd. Degene aan wie u het legaat wilt nalaten heet een legataris. U kunt ook een legaat opnemen voor een organisatie, bijvoorbeeld een goed doel.
De erfgenamen zijn verplicht de legataris op de hoogte te stellen van het legaat en het legaat af te geven of uit keren.

Er bestaat ook nog een andere mogelijkheid om bezit na te laten. Hierbij gaat het uitsluitend om bezit dat u samen met iemand anders heeft, zoals een partner waarmee u samenwoont of gezamenlijk bedrijfsvermogen in een maatschap of vennootschap onder firma.
In een samenlevingscontract of firmacontract wordt dan een verblijvingsbeding opgenomen. Het beding houdt in dat u samen met de partner afspreekt dat na uw overlijden alle goederen die op beider naam staan bij de overblijvende partner mogen blijven. Uw wettelijke erfgenamen zijn ook gebonden aan deze afspraak. Het verblijvingsbeding heeft dus alleen betrekking op het gemeenschappelijke eigendom. De goederen die tot het privé-eigendom van de overledene behoren worden geen eigendom van de andere partner. Om die zaken ook aan die partner na te laten zal dan toch ook een testament gemaakt moeten worden.

Wilt u meer informatie over het vorenstaande? Neem dan contact op met ons kantoor, wij helpen u graag verder om uw zaken goed te regelen.

Onderscheid ongehuwd en gescheiden blijft

Dat antwoordt Sander Dekker, minister voor Rechtsbescherming op Kamervragen van Vera Bergkamp (D66). Het onderscheid voorkomt onduidelijkheid over de burgerlijke staat van iemand.

Door een huwelijk ontstaan rechten en plichten, die ook na een scheiding gevolgen kunnen hebben, zoals alimentatieverplichtingen, het gezag over kinderen en pensioenverevening. Daarom maakt de burgerlijke stand onderscheid tussen ‘ongehuwd’ en ‘gescheiden’. Bovendien, vervolgt Dekker in zijn antwoorden (pdf, 161 kB), zijn beide termen gebruikelijk in EU-regelgeving en internationale verdragen.

Negatief

Volgens Bergkamp roept de burgerlijke staat ‘gescheiden’ negatieve associaties op, maar Dekker ziet dat anders. Hij sluit niet uit dat deze term incidenteel als belastend wordt ervaren, maar niet in algemene zin.

Uitgangspunt

Dat het huwelijk het uitgangspunt is van de burgerlijke staat, zoals Bergkamp suggereerde, klopt niet volgens Dekker. Hij antwoordt dat ‘alleengaande personen’ ook de status kunnen hebben van ‘geen geregistreerd partnerschap, gescheiden geregistreerd partner, weduwe of weduwnaar’. De minister is dan ook niet van plan de term ‘ongehuwd’ te vervangen door ‘alleengaand’.

Wilt u meer weten over de rechtsgevolgen van trouwen, scheiden of ongehuwd zijn?? Bel ons voor het maken van een afspraak

Twee procent overdrachtsbelasting voor kluspand

De overdrachtsbelasting die daarover betaald moet worden, bedraagt maar 2% in plaats van 6%.
De Hoge Raad moet hierover nog een definitieve uitspraak doen, maar de advocaat-generaal van de Raad adviseert om voor dit soort panden het lage tarief voor woningen te rekenen in plaats van het hoge tarief voor kantoorpanden. De Hoge Raad volgt vrijwel altijd het advies van de advocaat-generaal.

De Belastingdienst had het graag anders gezien, die ging uit van 6%. Die vindt dat dat het bij deze overgang van kantoorpand naar woonpand het 6%-tarief voor kantoorpanden betaald moet worden omdat het op het moment van koop een kantoorpand zou zijn. Op dit soort momenten zit een pand eigenlijk in een tussenfase, waarvoor geen duidelijke regels zijn. De status van het pand is immers in die periode aan het veranderen van kantoorpand naar woonpand.

Normaal gesproken moet de fiscus uitgaan van de functie waarvoor het pand oorspronkelijk is gebouwd, dan wel van de functie die een pand na een eerdere verbouwing heeft als het wordt verkocht.
Voor de tussenfase hebben de rechtbank en het hof al bepaald dat het lage tarief moet gelden, in cassatie lijkt de Hoge Raad die uitspraken nu te steunen.

De ambitieuze doelstelling van het kabinet is om tot 2030 één miljoen nieuwe woningen te bouwen, gemiddeld zijn dat er 80.000 per jaar. Dit jaar wordt dat in elk geval al niet gehaald. Transformatie – het ombouwen van kantoorpanden naar woonruimte – is daarom een zeer welkome aanvulling.

Wilt u meer weten over het kopen van een pand in een voormalig kantoorgebouw of over verschuldigde overdrachtsbelasting? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Hypotheekrente blijft maar dalen

Op zich niet zo een gek idee aangezien de banken bij de Nederlandse bank en de Europese centrale bank geld toe krijgen als ze geld lenen. Voor woningbezitters heeft de lage spaarrente zeker voordelen. Ook de hypotheekrente staat op een historisch laag punt en lijkt maar te blijven dalen.
Hoe gek het kan blijkt uit de situatie in Denemarken, daar is het nu zo dat een huizenkoper van zijn hypotheekbank elke maand geld krijgt overgemaakt in plaats van dat er betaald moet worden. De achterliggende gedacht van zo een bank is kennelijk, beter het geld veilig beleggen in een woninghypotheek dan nog meer geld toe betalen aan een centrale bank. Volgens de laatste berichten uit de markt blijven de tarieven voor hypotheken met de rente voor 20 en 30 jaar maar dalen. Voor het eerst is er ook een geldverstrekker die een hypotheek voor 20 jaar vast met NHG voor minder dan 2% rente aanbiedt namelijk 1,95%.

Van alle andere hypotheekaanbieders verlaagde de helft recent weer alle hypotheektarieven, onder andere marktleider Rabobank. Vooral de rente op een hypotheek die voor 30 jaar wordt vastgezet ging omlaag. In vier weken tijd daalde deze rente met gemiddeld 0,16%, een bijzondere situatie. De deskundigen in de financiële markt verwachten echter dat de tarieven op korte termijn nog blijven dalen. Dit omdat centrale banken in Amerika en Europa de economie blijven stimuleren met zeer lage (zelfs negatieve) rentetarieven.

Sinds enkele maanden is het goedkoper om rente 5 of 10 jaar vast te zetten, dan te kiezen voor een variabele rente. Dit geeft aan dat geldverstrekkers ervan uitgaan dat de rente nog blijft dalen en zeker de komende tien jaar nog redelijk laag blijft.
Wie de rente 5 jaar vastzet bij een hypotheek met NHG is het meest voordelig uit met 1,45%. 10 jaar vast kost gemiddeld 1,59%, variabel 1,62%, 20 jaar vast 2,13% en 30 jaar vast 2,56%. Zonder NHG zijn de tarieven ongeveer een half procent hoger: gemiddeld 1,9% (vijf jaar vast) tot 3,05% (dertig jaar vast).

Door bovenstaande ontwikkelingen is het aantrekkelijker dan ooit om een huis te kopen. Een leuke eengezinswoning of starterswoning komt al in beeld voor een netto maandlast van een paar honderd euro. Dit terwijl een huurwoning in de vrije sector pas beschikbaar is vanaf circa 750 euro. Kortom wie in de gelegenheid is een hypotheek te verkrijgen en een beetje gespaard heeft doet er verstandig aan zich te gaan oriënteren op de woningmarkt. Laat u hierbij niet weerhouden van de gedachte dat de rente nog verder zal dalen, het netto effect hiervan over de gehele looptijd is gering en Deense tafelen zullen we in Nederland waarschijnlijk niet krijgen.

Wilt u meer weten over de juridische aspecten van het kopen van een huis en het afsluiten van een hypotheek? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Aansprakelijkheid vof niet gelijk aan aansprakelijkheid vennoten

Deze vraag speel vaker en kwam onlangs aan de orde in een zaak voor het hof Arnhem – Leeuwarden. De aanleiding was het feit dat een medewerker van de vof als tussenpersoon diensten had geleverd bij het afsluiten van een levensverzekering en na de acceptatie maar voor de ingang van de verzekering opgekomen kwaal van de verzekerde had verzwegen. Bij overlijden van de verzekerde weigerde de verzekeraar iedere uitkering.
In de procedure die volgde speelde de opvatting van de erfgenamen dat een vordering op de vennootschap onder firma gelijk gesteld moet worden met een vordering op de vennoten. Het Hof verschafte daar direct duidelijkheid in: dat kan niet. De vorderingen op de vennootschap onder firma (de gezamenlijke vennoten) en op de vennoten persoonlijk moeten namelijk als afzonderlijke (samenlopende) vorderingen worden beschouwd die onafhankelijk van elkaar kunnen worden ingesteld en verhaald en waartegen de vennootschap onder firma en de vennoten ieder hun eigen verweermiddelen kunnen aanvoeren. Dit brengt ook mee dat de vorderingen op de vennootschap onder firma en elke vennoot afzonderlijk verjaren en dus afzonderlijk moeten worden gestuit.

Dat een vennootschap onder firma meer is dan de som van haar vennoten, is in dit arrest weer eens bevestigd. Dit betekent dat de vennootschap onder firma zelfstandig aan het rechtsverkeer kan deelnemen. Daarmee kan de vennootschap onder firma aansprakelijk zijn uit hoofde van wanprestatie.
Als de vennootschap onder firma aansprakelijk gesteld wordt, betekent dat dat de vennootschap als zodanig aansprakelijk gesteld wordt. Dat ook de vennoten persoonlijk en hoofdelijk voor de schulden van de vof aansprakelijk zijn en dat de schuldeiser zijn vordering op zowel de vennootschap onder firma als de vennoten persoonlijk kan verhalen, maakt niet dat het één en dezelfde vordering is. Vorderingen op de vennootschap onder firma en op de vennoten moeten worden beschouwd als afzonderlijke vorderingen, die onafhankelijk van elkaar kunnen worden ingesteld en verhaald. In verband daarmee is het mogelijk dat een vennoot een hem persoonlijk toekomend verweermiddel (bijvoorbeeld een tegenvordering) kan aanvoeren tegen de vordering van de aanvrager van het faillissement of van andere schuldeisers.

Het pijnlijke in onderhavige casus was dat geen vennootschapsvermogen aanwezig was waarop de vordering tot schadevergoeding kon worden verhaald. Toen de vennoot werd aangesproken, bleek dat die vordering verjaard is, omdat deze vennoot niet eerder ondubbelzinnig aansprakelijk is gesteld.
De les hieruit is dat het verstandig is om niet alleen de vennootschap onder firma, maar de vennoten afzonderlijk aansprakelijk te stellen!

Wilt u meer weten over de aansprakelijkheid van vennootschappen onder firma – of andere personenvennootschappen – en de afzonderlijke vennoten daarvan? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Veranderingen voor goede doelen op komst

De verwachting is dat contante giften niet langer aftrekbaar zullen zijn en dat ook de automatische status van algemeen nut beogende instelling (anbi) voor overheidsinstellingen gaat veranderen. Daarnaast worden er nog andere maatregelen voorbereid.
Giften moeten vanaf 2021 met schriftelijke stukken kunnen worden onderbouwd. Dat is meestal wel mogelijk, alleen bij contante giften ontstaan de problemen. Een kwitantie van de begunstigde anbi of vereniging kan dan mogelijk nog uitkomst bieden. Heeft u die niet, dan kunt u het geschonken bedrag ook niet in mindering brengen op uw belastbaar inkomen.

Bij grote giften in natura wordt al uitgegaan van de waarde in het economisch verkeer. Omdat die in de praktijk vaak moeilijk is vast te stellen, komt er voor giften boven € 2.500 een extra eis bij. Voor die giften moet een onafhankelijk opgesteld taxatierapport of een ander schriftelijk bewijsstuk worden overlegd.

Overheidsinstellingen worden nu automatische beschouwd als anbi. Dat automatisme gaat beperkt worden tot publiekrechtelijke lichamen in een EU- lidstaat. Om dit te bereiken met de wet worden aangepast.

Een instelling verdient de anbi-kwalificatie als die het algemeen nut beoogt. Dat blijkt ook uit de volledige naam: Algemeen Nut Beogende Instelling. Als doelstellingen, uitlatingen of handelen van een dergelijke instelling in strijd zijn met de Grondwet en internationaal recht, kan de anbi-stauts nu allleen geweigerd of ontnomen worden na tussenkomst van de rechter. Dat gaat nu veranderen, er worden absolute weigeringsgronden ingevoerd waarmee de belastingdienst in dergelijke gevallen direct de anbi-status kan weigeren of intrekken.

Wilt u meer weten over deze en andere verwachte maatregelen voor anbi’s? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Nieuwe KNB-campagne ‘Wat is uw testamentmoment?’

Het eerste kind, het ontmoeten van een nieuwe liefde of het stuklopen van een relatie. Op zulke en nog veel andere momenten denkt u niet zomaar aan uw testament, terwijl het er allemaal wel gevolgen voor heeft. Dergelijke en andere gebeurtenissen zorgen vaak voor een grote verandering in iemands leven.
Centraal in de campagne staat de checklist testament die u online kunt invullen. De vragen in deze checklist helpen u na te denken over de mogelijkheden van uw (nieuwe) testament en wat u belangrijk vindt om daarin vast te leggen.
Na het invullen ontvangt u een overzicht met de belangrijkste aandachtspunten op basis van de gegeven antwoorden. Deze informatie is te gebruiken als voorbereiding op het gesprek met de notaris.

Wilt u meer weten? Bel ons voor een afspraak of kijk op onze campagnewebsite.


Ver voor huwelijk afgesloten huwelijkse voorwaarden zijn geldig

Wat nu als de huwelijkse voorwaarden op dat moment nog niet zijn ingeschreven in het huwelijksgoederenregister? Het discussiepunt wordt helemaal duidelijk in een recente zaak over huwelijkse voorwaarden die elf jaar voorafgaand aan het huwelijk zijn afgesloten en niet in het Huwelijksgoederenregister zijn ingeschreven.
Na
overlijden van een van de echtgenoten ontstaat de vraag voor de erfgenamen of
er in dit specifieke geval de niet geregistreerde huwelijkse voorwaarden als
uitgangspunt moeten worden genomen dan wel gemeenschap van goederen.

De
rechter vindt de tijdspanne tussen het afsluiten van de huwelijkse voorwaarden
en voltrekking van het huwelijk niet relevant. De vraag is of partijen in die
tussentijd de huwelijkse voorwaarden formeel hebben opgeheven. Als dat niet het
geval is, blijven ze gewoon geldig. Het enige verschil is dat de huwelijkse
voorwaarden niet aan derden kunnen worden tegengeworpen. Die kunnen er immers
niets van in de openbare registers vinden.

Er
hoeft volgens de rechtbank Noord-Holland geen sprake te zijn van een huwelijk op
korte termijn na het afsluiten van de huwelijkse voorwaarden om die te laten
werken. Dat zou betekenen dat samenwoners die een samenlevingscontract gaan
opstellen, ook tegelijkertijd alvast – weliswaar in een afzonderlijke akte –
huwelijkse voorwaarden kunnen afsluiten.

Uiteraard
is het laatste woord hierover nog niet gesproken. Hoger beroep moet uitwijzen
of deze redeneringen juridische stand houden.
Wilt
u meer weten over het afsluiten van huwelijkse voorwaarden?


Bijstand terugbetalen na overlijden langstlevende ouder

Dat
klinkt misschien niet logisch, maar dat heeft te maken met het aanvullend
karakter van de bijstand. Als namelijk blijkt dat gedurende de
uitkeringsperiode wel middelen beschikbaar waren, maar de bijstandsgerechtigde
in die periode niet over die middelen kan beschikken, is dat een
terugvorderingsgrond in de wet. Als de ouders een langstlevendetestament hadden
laten opstellen, ontstaat de aanspraak voor de uitkerende instantie op een
erfdeel op het moment dat één van de ouders overlijdt. Echter, die aanspraak kan
pas te gelde worden gemaakt vanaf het moment dat de andere ouder overlijdt en
de betreffende erfgenaam over de nalatenschap kan beschikken.

Wilt
u meer weten over de gevolgen voor bijstand als u erfgenaam bent? Bel ons voor
het maken van een afspraak.


Rechtsgevolgen echtscheiding anders dan bij scheiding van tafel en bed

Wat
gebeurt er als in eerste instantie door de rechter een verzoek tot scheiding
van tafel en bed toegewezen krijgt en na toewijzing in hoger beroep vraagt om
wijziging daarvan in een echtscheiding? Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft
recent uitgesproken dat een dergelijk verzoek niet kan worden beoordeeld als een
verzoek om het eerste verzoek aan te passen in een verzoek tot echtscheiding.
Bij scheiding van tafel en bed spreekt de rechter de scheiding van tafel en bed
uit, stelt de hoofdverblijfplaats van kinderen vast en een voorlopige zorgregeling
tussen – meestal – de man en de
kinderen.

Als
partijen de rechter vragen om scheiding van tafel en bed uit te spreken en dat
verzoek gehonoreerd wordt, is er geen basis voor hoger beroep. Anders zou het
geweest zijn als een van beide partners in die procedure ook zou hebben
verzocht echtscheiding uit te spreken. Dan is hoger beroep mogelijk. Voorkeuren
bij nader inzien zijn geen basis voor hoger beroep

Een
scheiding van tafel en bed heeft andere rechtsgevolgen dan een echtscheiding. Als
na de uitspraak tot scheiding van tafel en bed partijen dat willen omzetten
naar volledige echtscheiding zullen zij of een van hen daartoe een procedure
moeten starten.

Wilt
u meer weten over de rechtsgevolgen van scheiding van tafel en bed of
echtscheiding? Bel ons voor het maken van een afspraak.